Methodologie deel 2 – academiejaar 2022/2023
Het onderzoeksobject v.d. criminologie is een criminaliteit.
Criminaliteit is een objectwetenschap → strafbaar en/of ongewenst gedrag en de reacties
hierop.
Tijd- en ruimtebepalend.
Criminologisch onderzoek = een zoektocht naar de omvang en verklaringen van criminaliteit en
aanverwante zaken → = multidisciplinair en bestaat uit een veelvoud van verschillende
verklaringsmodellen.
Empirische cyclus = Popperiaans → Wetenschappers zullen nooit definitief weten of iets
‘waar’ is. Theorie is steeds ‘voorlopig waar’ en moet daarom ‘toetsbaar zijn’.
o Theorie a.d.h.v. deductie (van algemeen naar bijzonder → generaliseren) →
hypothesen → operationalisering → design → dataverzameling → analyse →
bevindingen → inductie: ontstaan nieuwe theorie.
Micro vs. Macro → geeft het aggregatieniveau v.h. onderzoek aan.
Het individu → direct omgeving → bredere context.
Beschrijvend vs. verklarend
Beschrijvend = Wat?
Verklarend = Hoe en waarom?
Behoefte aan een criminologische methodologie, omdat:
1. De populatie niet bekend of gekend is en vaak wenst niet onderzocht te worden → dark
number.
2. De data zijn vaak bijzonder scheef verdeeld.
3. Criminaliteit een gelaagde, geneste structuur heeft → verschillende aggregatieniveaus: macro,
meso en micro.
a. Geneste data = data die je overal kan terugvinden → alles wat zich in een
boomstructuur bevindt bestaat uit geneste data → i.v.m. de ecologische fout is het
belangrijk om uitspraken te doen op het correcte niveau, maar dit is bij criminologisch
onderzoek vaak complex.
4. Er een speciaal normatief en ethisch kader vereist is.
Onderzoeksvraag → bepaalt de opzet en het design van het onderzoek → het onderzoek moet
aan de onderzoeksvraag beantwoorden.
Literatuurstudie → voorafgaand en volgend op de formulering v.d. onderzoeksvraag →
belang van een goede heuristiek met aandacht voor de inhoud én methodologische aspecten.
Voorbereiding v.h. onderzoek → toegang tot personen, gegevens en persoonsgegevens:
o Belang van gatekeepers = mensen die je toegang kunnen geven tot personen of
gegevens.
o Betrekken van stakeholders = relevante personen die je kunnen ondersteunen, omdat
zij een sleutelpositie bezitten om jou relevante informatie aan te reiken.
Keuze onderzoeksopzet:
o Onderzoeksopzet = het bredere ontwerp v.h. onderzoek → keuze analyse-eenheden,
meetinstrumenten en dataverzamelingsmethoden.
o Onderzoeksdesign = de kern v.h. onderzoeksopzet → weergeeft de link tussen de
onderzoeksopzet en het beantwoorden v.d. onderzoeksvraag.
Keuze van analyse-eenheden → a.d.h.v. inhoudelijke en praktische overwegingen.
o Let op voor de ecologische fout = een denkfout waarbij kenmerken die een gehele
statistische populatie heeft, worden toegekend aan delen van die populatie.
Keuze van dataverzamelingsmethode → de modaliteit van dataverzameling wordt afgestemd
op de onderzoeksvraag.
, Keuze van analysemethode → voor het beantwoorden v.d. onderzoeksvraag.
Onderzoeksplan → beschrijft het probleem, bevat de doelstelling, onderzoeksvraag,
deelvragen, het literatuur overzicht, conceptueel kader, onderzoeksopzet en -design en
bovendien de planning v.h. onderzoek.
Operationaliseren en meten v.h. onderzoeksobject ‘criminaliteit’
Criminologische theorieën en empirisch onderzoek worden opgebouwd a.d.h.v. theoretische begrippen
en concepten → dit zijn vaak complexe en abstracte begrippen:
Niet direct waarneembaar noch meetbaar, maar af te leiden via andere waarneembare
kenmerken. → Het is dus van belang om conceptuele definities op te stellen:
o Aan conceptualisering te doen = omschrijven v.d. begrippen. Vervolgens moeten
hier de operationele definitie van worden opgesteld.
o Dient men aan operationalisering te doen = hoe kunnen we dit construct (de
conceptuele definitie) meten? → Het probleem v.d. operationalisering ontstaat door de
ongrijpbaarheid van surplusbetekenis v.d. theoretische begrippen.
Surplusbetekenis = theoretische orderspecificatie = het niet meetbare of
vatbare deel van het concept.
Validiteit = Meet ik of heb ik gemeten wat ik wil meten of weten?
Scholastic Attitude Test (SAT) geeft met Lure to Fish een maat aan voor ‘verbal ability’ en
benadrukt het belang van het vraagstuk van validiteit: de betekenis van een concept wordt
anders ingevuld voor/door verschillende groepen en is bovendien variabel in de tijd.
Systematische fouten → fundamentele fout of scheeftrekking → bias → tast de
geldigheid/validiteit aan door fluctuatie in je meetinstrument.
o Een probleem met validiteit heeft een groter belang dan een probleem met
betrouwbaarheid.
Betrouwbaarheid = heb ik nauwkeurig gemeten?
Toevallige fouten = error → afwijkingen die de betrouwbaarheid in grotere of kleinere mate
aanpassen.
o Onbetrouwbaarheid is niet noodzakelijk een probleem voor validiteit → bij voldoende
observaties lost die betrouwbaarheid zich meestal vanzelf op.
Het effect v.d. context van de vraag op de antwoordverdeling v.d. vraag = onbekende werkelijke
waarde + systematische effecten die validiteit bedreigen + toevallige fouten die de betrouwbaarheid
bedreigen.
Constructvaliditeit = de validiteit v.d. operationalisering → Op welke manier heb ik mijn
concepten die ik wou meten in het kader v.h. onderzoek in beeld gebracht en meten mijn instrumenten
deze concepten zoals ik ze wilde meten?
Inhoudsvaliditeit = het hele spectrum van mijn construct gemeten?
o Onderspecificatie en surplusbetekenis?
Criteriumvaliditeit = voorspelt de meting een (extern) criterium?
Constructvaliditeit in enge zin = Meet mijn instrument echt enkel en alleen het bedoelde
concept?
Een constructvalide meting is een meting v.h. concept zoals het bedoelt = het begrip wordt in zijn
volle omvang gemeten, de metingen kunnen een criterium voorspelen en meten ook echt het bedoelde
construct op een nauwkeurige manier.
Statistische conclusie validiteit = kan ik een statistisch significant verband vaststellen → is er
correlatie tussen twee begrippen die verschilt van toeval?
Interne validiteit = Er lijkt correlatie of samenhang te zijn, maar is dat geen schijnverband? Is het wel
een causaal verband?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 5amengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.