Geldend recht = positief recht = objectief recht.
Subjectief recht = een aanspraak van een rechtssubject, bijvoorbeeld recht op een
werkloosheidsuitkering, recht op een advocaat.
Relatieve en absolute subjectieve rechten.
Onderscheid uit het privaatrecht.
Relatief: handhaafbaar ten opzichte van een specifieke persoon.
Onder andere recht op basis van een contract.
Absoluut: handhaafbaar ten opzichte van iedereen.
Onder andere recht op eigendom.
Formeel recht: al het recht wat de vorm regelt. Hoe moeten we straffen ten uitvoer leggen, hoe
moeten we opsporen, hoe moet een contract eruit zien, aan welke voorwaarden moet alles voldoen?
Materieel recht: algemene regels die voor iedereen gelden.
Burgerlijk Wetboek regelt vooral materieel recht.
Wetboek van Strafrecht regelt vooral materieel recht.
Wetboek van Strafvordering regelt vooral formeel recht.
Wetboek van Burgerlijk Procesrecht regelt vooral formeel recht.
Wet in formele en materiële zin staan los van formeel en materieel recht.
Wet in materiële zin: algemene bindende voorschriften, die gedrag van burgers regelen. Kunnen
breder zijn dan wetten in formele zin.
Wet in formele zin: kijkt puur naar de vorm.
Volkenrecht regelt werking tussen staten. Kan via een verdrag.
Verdragen kunnen directe werking hebben op burgers, omdat ze bepalingen bevatten die een ieder
verbindend zijn voor burgers.
Radbruch en het cultuurrecht.
Tussenpositie: rechtspositivisme en natuurrecht.
Drie waarden: rechtszekerheid, gerechtigheid en doelmatigheid.
Doelmatigheid: recht moet een bepaald doel hebben en nastreven.
Drie waarden kunnen flink met elkaar botsen: botsing tussen rechtszekerheid en
gerechtigheid> kloof tussen geldend recht en gerechtigheid.
Gedachte dat in beginsel het recht geldt zoals het is gemaakt door de wetgever, maar als de kloof
tussen het geldende recht en gerechtigheid te groot is, dan kunnen we niet meer spreken van
recht.
Verschil natuurrecht en Radbruch: uitgangspunt is wel geldend recht, tenzij de kloof te groot
wordt.
Waarden waaraan het geldende recht gereflecteerd wordt, worden ontleend aan de cultuur en
niet aan de natuur.
Democratische paradox: te koppelen aan Refah Partisi. Houdt in dat via een democratisch systeem
kunnen partijen gekozen kunnen worden, die niet democratisch zijn of die beginselen van de
democratie of de rechtsstaat willen afschaffen. Dit was ook zo in de zaak Refah Partisi.
Urgenda:
1. Pluralisme van rechtsbronnen: er worden meerdere rechtsbronnen gebruikt in deze zaak, die
tegen elkaar afgewogen worden.
2. Trias politica: de overheid als partij in deze zaak gaf aan dat de rechtbank hier niets van mag
vinden, omdat er een scheiding der machten is en het aan de uitvoerende macht om beleid uit te
voeren en beleidsdoelen te stellen. De rechter mag dus niet zeggen dat beleid niet goed is. De
rechtbank was het hier niet mee eens, omdat we een evenwicht der machten hebben en geen
scheiding der machten. De Hoge Raad gaf de overheid geen gelijk, omdat de rechter de vrijheid
van de overheid wel moet controleren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaverkoren0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.