nominaal bruto binnenlands product: waarde van productie tegen prijzen van dat jaar
reëel bruto binnenlands product: waarde van productie vergeleken met prijzen uit ander jaar
RIC= NIC/PIC x 100
categoriale inkomensverdeling
AIQ= arbeids inkomen / nationaal inkomen x 100
KiQ= kapitaal inkomen / nationaal inkomen x 100
AIQ hoog= arbeidsintensieve productie -> lage KIQ = minder inversteringen
KIQ hoog= kapitaalintensieve productie -> lage AIQ
AIQ laag komt door:
flexibele schil (arbeid afstemmen op productie omvang)
kwaliteit van kapitaal stijgt (minder arbeid nodig door machines)
meer communicatie en transport (arbeid naar het buitenland)
bedrijven streven naar winst (minder loon uitkeren is meer winst)
, lweo lesbrief welvaart
de aanbodkant
Wet van Say: ieder aanbod schept eigen vraag. Alle productie wordt ingekocht met het
inkomen dat verdiend wordt met de productie.
productie = potentiële productie
Adam Smith: het individu staat boven het collectief.
De markt bepaal hoeveel er gemaakt moet worden.
- door concurrentie geen abnormale winsten
- bedrijven leveren hoeveel men nodig heeft
- markten blijven naar evenwicht gaan
ingrijpen van de overheid ontregelt het systeem (min/max prijs, subsidie en heffing)
potentiële productie Y*= productie die je kan behalen met de hoeveelheid productiviteit van
de aanwezige arbeid en kapitaal en de factorproductiviteit.
- hoeveelheid arbeid: omvang beroepsbevolking
- hoeveelheid kapitaal: alle kapitaalgoed (incl. land)
Y*= A(K,L)
A= TFP
L= arbeid arbeidsproductiviteit = Y*/L
K= kapitaal kapitaal productiviteit = Y*/K
afnemende meeropbrengst: extra productie als slechts een van beide productiefactoren
toeneemt. “het wordt meer, maar afnemend meer”
groeibevorderend beleid/ structuurbeleid: als overheden de potentiële productie willen
verhogen voor een hoger BBP en welvaart.
schaalopbrengsten: geven de extra productie weer die ontstaat als men beide
productiefactoren met een eenheid vergroot.
totale factorproductiviteit TFP: kwaliteit van de productiefactoren en efficiëntie.
(ook wel stand van technologie genoemd)
TFP:
economisch kapitaal
- innovaties, onderzoek/ ontwikkeling, infrastructuur
menselijk kapitaal
- hoe hoger geschoold, hoe hoger de productiviteit
natuurlijk kapitaal
- geografische ligging
maatschappelijke factoren
- veiligheid, politieke stabiliteit, instituties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roossohier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.