100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Stappenplannen Inleiding Staats en Bestuursrecht (RGBUSBR002) $4.82   Add to cart

Other

Stappenplannen Inleiding Staats en Bestuursrecht (RGBUSBR002)

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Stappenplannen waarbij duidelijk wordt hoe bepaalde vragen beantwoordt moeten worden. Hiermee heb ik goed kunnen oefenen, waardoor ik het tentamen heb gehaald!

Preview 2 out of 5  pages

  • January 30, 2023
  • 5
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Stappenplannen:

De totstandkominggeschiedenis van de democratische rechtsstaat tot en met
de sociale rechtsstaat.
1. In de soevereine staat heerste de soeverein en iedereen moest hem
gehoorzamen. Er ontbrak een recht op verzet
2. In het feodale stelsel ontstond het Magna Carta: de vorst leende een deel van
zijn grond uit aan leenmannen in ruil voor het plaatsnemen in de krijgsmacht
 het begin van het gewoonterecht; als één partij de regels schond, waren de
verplichtingen voor de andere partij opgeschort
3. Het vergroten van de macht kwam in strijd met de Magna Carta, waarnaar in
NL het Plakkaat van Verlathinge ontstond  de verzetsleer werd geschreven;
als de vorst zich niet aan de voorgeschreven regels houdt mag het volk in
opstand komen
4. Men vond het van belang dat er een centrale instantie kwam, die het volk en
de maatschappij reguleerde: de Staat
John Locke schreef het sociaal contract: het volk stond een deel van hun
vrijheden af aan de Staat, in ruil waarvoor de Staat vrijheid van individuen
waarborgde. Als de Staat zich hier niet aan houdt, mag het volk in opstand
komen
5. Men moest een bepaald bedrag aan belasting betalen om in aanmerking te
komen met de directe verkiezingen op basis van een census  de macht van
de koning werd teruggedrongen en het parlement werd meer macht
toegekend
6. In de sociale rechtsstaat was er een bepaalde minimumvoorwaarden nodig
om uiting te geven aan verschillende rechten en vrijheden (loon, educatie,
onderdak)

De totstandkominggeschiedenis van het huidige parlementaire stelsel in grote
lijnen
1. In 1795 ontstond de Bataafse Republiek, die werd geregeerd door het
Staatsbewind  weinig burgers hadden stemrecht, maar de wetgevende
macht werd door hen gekozen
2. In 1815 werd Willem I van Oranje-Nassau koning en stichtte het Verenigd
Koninkrijk der Nederlanden, waarbij er een nieuwe Staten-Generaal en
een grondwet kwamen. De invloed van het parlement was klein en er
bestond geen ministeriele verantwoordelijkheid.
3. 1840: de ministers zijn verantwoordelijk voor het handelen van de Koning
(contraseign) en zetten samen een handtekening onder besluiten
4. 1848: het volk komt in opstand tegen de oneerlijke grondwet. Willem II
stemt voor een grondige grondwetsvoorziening waarin ministeriele
verantwoordelijkheid werd ingevoegd, net als het recht van amendement
en het recht van interpellatie  politieke partijen onttonden, toen bij de
Grondwet rechtstreekse verkiezingen voor de TK werden ingevoerd
5. In 1917 algemeen mannenkiesrecht en in 1919 algemeen
vrouwenkiesrecht

, Kabinetsformatie:
1. De dag na de verkiezingen gaat de voorzitter van de Tweede Kamer in
bespreking om een verkenner aan te kiezen  die moet met de
fractievoorzitters overleggen welke fracties samen de coalitie kunnen
vormen
2. Een week na de verkiezingen gaat de Tweede Kamer een informateur
benoemen; de informateur doet onderzoek welke partijen een nieuw
kabinet kunnen vormen
3. De informateur gaat in overleg met de partijen die het kabinet gaan vormen
 ook stelt de informateur het regeerakkoord op (belangrijke
doelstellingen van het nieuwe kabinet)
4. De Tweede Kamer kiest een formateur die het kabinet samenstelt en
mensen die minister/staatsecretaris kunnen worden  meestal de nieuwe
minister-president
5. Het nieuwe kabinet stelt een regeringsverklaring op met daarin de
hoofdlijnen van het regeerakkoord

Wanneer is delegatie toegestaan?
‘wet’: wet in formele zin
 Toegestaan: “bij of krachtens de wet”, “regels”, “regelt”, “stelt regels”,
“geregeld”  de Grondwet gaat niet altijd akkoord met delegatie, er zijn
specifieke grondslagen vereist
 Niet toegestaan: “bij (de) wet”, “de wet stelt vast”, “de wet bepaalt”

Specifieke gevallen:
- “bij algemene maatregel van bestuur”  delegatie aan regering
toegestaan
- “bij of krachtens algemene maatregel van bestuur” subdelegatie van
regering aan minister
- “bij ministeriële regeling”  rechtstreekse delegatie aan de minister

Wetsformatie bij een wet in formele zin (art. 82 t/m 88 Gw):
1. Ministers doen een wetsvoorstel, bij een probleem in de maatschappij, en
stellen een Memorie van Toelichting op  ‘hoe’ en ‘waarom’
2. Het wetsvoorstel gaat door naar de Raad van State (deel van de
ministerraad) die advies uitspreken over het voorstel (positief/negatief
dictum)
*Het advies van RvS is niet bindend, maar de betrokken minister moet
hierover een ‘nader rapport’ schrijven
3. In de Tweede Kamer verdedigt de minister het wetsvoorstel in plenair
debat, waarna een stemming volgt over het wetsvoorstel
(aannemen/wijzigen = amendement/terugsturen naar RvS)
4. De Eerste Kamer mag het voorstel alleen aannemen of verwerpen, niet
wijzigen maar kan wel een novelle afdwingen (wijzigingen bij TK)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noavanderweegen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82
  • (0)
  Add to cart