Bevat een uitgebreide samenvatting van leren en ontwikkelen met behulp van de leerdoelen en bijbehorende begrippen. Met behulp van plaatjes en tabellen staat de stof overzichtelijk en gestructureerd. Ook bevat dit document veel voorbeelden bij elk onderwerp waardoor je dit makkelijker kan visualise...
Inhoudsopgave
Visie op ontwikkeling en perspectieve...................................................................................................2
Leren en ontwikkelen.............................................................................................................................7
De babytijd...........................................................................................................................................16
De peuter- en kleuter tijd.....................................................................................................................26
De schooltijd.........................................................................................................................................35
De adolescentie....................................................................................................................................41
De jongvolwassenheid..........................................................................................................................48
De middelbare leeftijd..........................................................................................................................52
Ouderdom en dood..............................................................................................................................56
1
, Leeruitkomsten
Periode 2
Ontwikkelingspsychologie
Visie op ontwikkeling en perspectieve
De student kan de aard van de veranderingen tijdens de ontwikkeling onderscheiden en kan deze
herkennen in een korte casus.
Je hebt verschillende thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie:
Fysieke ontwikkeling: deze heeft betrekking op de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de
hersenen, zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte om te eten en drinken.
Cognitieve ontwikkeling: deze heeft betrekking op intellectuele vermogens, zoals denken,
leren, geheugen en probleemoplossingen.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: deze heeft betrekking op sociale relaties, interacties met
andere en omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling: deze heeft betrekking op de ontwikkeling van gedragingen en
(karakter)eigenschappen.
Ook word er gekeken en onderscheid gemaakt tussen verschillende leeftijdsgroepen:
o Prenatale periode – van conceptie tot geboorte
o Babytijd – van geboorte tot twee jaar
o Peuter- en kleuter tijd – van twee tot zes jaar
o Schooltijd – zes tot twaalf jaar
o Adolescentie – van twaalf tot twintig jaar
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn.
Een belangrijke kwestie binnen de ontwikkelingspsychologie zijn de centrale vraagstukken en dan
hoe je naar de ontwikkeling kan kijken, je hebt hierbij:
Bij continue verandering is de ontwikkeling geleidelijk en vloeien de prestaties op een
bepaalt niveau voort uit de prestaties van vorige niveaus. Dit is kwantitatief ofwel het heet te maken
met de hoeveelheid. Vaardigheden veranderen dus niet van aard maar wel van omgvang.
Discontinue verandering vind plaats in stappen of stadia. Dit is kwalitatief en is qua inhoud
en hoedanigheid anders dan gedrag in eerdere stadia.
Een kritieke periode is een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste, en zelfs onomkeerbare, gevolgen heeft.
Een voorbeeld: als een vrouw ziek word aan het begin van de zwangerschap en dit grote gevolgen
heeft voor het kind, maar als ze ziek was geworden 2 maanden erna zou er niks aan het kind
mankeren, dan is die eerste tijd van de zwangerschap de kritieke periode.
Een gevoelige periode een bepaalde tijd, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van
specifieke vaardigheden.
Voorbeeld: als je jong bent kun je makkelijker een tweede taal leren, later kan dit ook nog wel maar
gaat dit moeilijker.
2
, Leeruitkomsten
Periode 2
Ontwikkelingspsychologie
De student kan de verschillende perspectieven op ontwikkeling onderscheiden.
Psychodynamisch perspectief (Freud)
Geloven dat gedrag gemotiveerd word door innerlijke krachten en herinneringen waarvan een
persoon zich nauwelijks bewust is en waarover hij/zij weinig controle heeft.
Freud gaat hiervan uit en kende drie aspecten van elke
persoonlijkheid:
Id: ongeorganiseerde aangeboren deel van de persoonlijkheid
die als doel heeft zo veel mogelijk bevrediging en zo weinig
mogelijk spanning te ervaren.
Ego: rationele deel van de persoonlijkheid. Helpt veiligheid te
bewaren en zorgt dat iemand kan integreren in de
samenleving.
Superego: vertegenwoordigd iemands geweten, hiermee
maken we onderscheid tussen goed en kwaad. Ontwikkeld rond 5/6 jarige leeftijd, en word
overgenomen van de ouders.
Fixatie: gedrag dat in een eerdere ontwikkelingsfase is blijven steken als gevolg van een onopgelost
conflict. Bijvoorbeeld fixatie op de orale fase kan toe leiden dat een volwassenen voortdurend bezig
is met orale activiteiten, zoals eten, praten, nagelbijten, etc.
Erik Erikson:
Psychosociale ontwikkeling omvat veranderingen in onze interacties met andere en in hoe we tegen
het gedrag van andere en tegen onszelf aankijken.
Volgens Erikson ontwikkelde mensen zich gedurende hun hele leven in achter afzonderlijke stadia,
die elk een crisis of conflict omvatte dat het individu moet oplossen.
gemiddelde leeftijd stadia
geboorte tot 12-18 maanden vertrouwen versus wantrouwen
12-18 maanden tot 3 jaar autonomie versus schaamte en twijfel
3 tot 5-6 jaar initiatief versus schuld
5-6 jaar tot adolescentie ijver versus minderwaardigheid
adolescentie tot jongvolwassenheid identiteit versus identiteitsverwarring
eerste volwassenheid intimiteit versus isolement
volwassenheid genderativiteit versus stagnatie
rijpheid ego-integriteit versus wanhoop
Behavioristisch perspectief (John B. Watson)
Dit perspectief kijkt niet naar onbewuste processen in organisme, maar bestudeerd de mens volledig
van buitenaf, naar waarneembaar gedrag. Nurture (omgeving) is hierbij belangrijker dan nature
(erfelijkheid). Daarnaast zien ze ontwikkeling als kwantitatief en niet als kwalitatief.
Behavioristen spreken ook wel over stimulus-respons-leren, een stimuli zijn voorwerpen of
gebeurtenissen en respons zijn gedragingen, twee vormen daarvan worden hieronder toegelicht:
Klassieke conditionering is een vorm van leren waarbij het organisme op een bepaalde
manier leert reageren op een neutrale stimulus (een stimulus die een respons normaal gesproken
niet uitlokt).
3
, Leeruitkomsten
Periode 2
Ontwikkelingspsychologie
Voorbeeld: Nathan werd op een avond net voor het donker overvallen met een pistool. Het was een
stockerende gebeurtenis. Nog lang erna ervoer Nathan angst als hij in de late middag door de straat
liep ook al is hij compleet veilig.
Operante conditionering is een vorm van leren waarbij een vrijwillige respons versterkt of
verzwakt word doordat die respons word geassocieerd met positieve of negatieve consequenties.
Voorbeeld: Thijs is extra lief voor zijn zusje als hij een snoepje wil.
Gedragsmodificatie: een techniek om de frequentie van gewenst gedrag te verhogen en de
frequentie van ongewenst gedrag te verlagen. (belonen of straffen)
Albert Bandura
Sociaal-cognitieve leertheorie: Hier ligt de nadruk op leren door gedrag van een ander te observeren
en te imiteren, dit verloopt in vier stappen:
1. Aandacht: je neemt gedrag van een model waar.
2. Retentie: je kunt je het gedrag op een later tijdstip nog herinneren
3. Reproductie: je kunt het gedrag dat je eerder zag reproduceren.
4. Motivatie: je bent gedreven om het gedrag te leren en uit te voeren.
Cognitief perspectief (Jean Piagnet)
Richt zich op processen waardoor mensen de wereld steeds beter leren kennen, begrijpen en
overdenken.
Niet alleen de kwantiteit van informatie neemt toe maar ook de kwaliteit van onze kennis. Piagnet
stelde dat cognitieverandering plaatsvind wanneer kinderen overstappen van het ene stadium naar
het andere. Hieronder de stadia die Piagnet onderscheidde in ontwikkeling:
Cognitieve fase Globale leeftijdscategorie Enkele kenmerken
Sensomotorische Geboorte – 2 jaar Ontwikkeling van zintuigen,
motoriek, geheugen
Pre operationeel 2-7 jaar Ontwikkeling van taal, fijne
motoriek, symbolisch denken,
egocentrisch denken
Concreet operationeel 7-12 jaar Ontwikkeling van reversibiliteit
(begrijpen dat je een proces
ook om kan draaien), logica
(relatie begrijpen tussen tijd,
afstand en snelheid)
Formeel operationeel 12 jaar- volwassenheid Ontwikkeling van logisch
redeneren en abstract denken
Verder gelden er volgens Piagnet twee basisprincipes:
Assimilatie, is het proces waarbij mensen een nieuwe ervaring interpreteren aan de hand
van hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze. De ervaring word als het ware
ingepast in bestaande schema’s.
Accommodatie, is het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in
reacties op nieuwe stimuli of gebeurtenissen.
Samen gelden deze voor onze cognitieve ontwikkeling.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carolinaseegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.39. You're not tied to anything after your purchase.