THEORIE - WEEK 1
Leerdoel 1: De student begrijpt de gelaagde structuur van het BW.
Leerdoel 2: De student herkent de beginselen van het privaatrecht in een casus.
Leerdoel 3: De student herkent de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot
rechtsfeit en verbintenis in een casus.
Leerdoel 4: De student past de rechtsregels omtrent verbintenissen uit de wet toe in een
casus.
Leerdoel 1: De student begrijpt de gelaagde structuur van het BW.
SAMENVATTING 1
,Leerdoel 2: De student herkent de beginselen van het privaatrecht in een casus.
1. Contractsvrijheid; Partijen zijn vrij om waar dan ook afspraken te maken; contracten
sluiten= overeenkomsten sluiten. Let op! Het mag niet in strijd zijn met de openbare orde
of de goede zeden (= houdt in dat wat de samenleving moreel acceptabel vindt).
Makkelijk gezegd: Alles mag dus worden afgesproken, zolang het maar niet verboden is.
2. Pacta sunt servanda; Overeenkomst is overeenkomst. Wat je hebt belooft, moet je
nakomen. Je kunt in beginsel niet onderuit. Belofte maakt schuld. Wanneer partijen uit
vrije wil hebben besloten een overeenkomst aan te gaan, moet deze in beginsel volledig
worden nagekomen.
3. Vormvrijheid; Dat je contracten/overeenkomsten kunt sluiten, op meerdere manieren.
Je bent vrij in welke vorm je het gaat doen. Dit geldt in beginsel. Enige uitzondering is er
als de wet anders bepaalt. Bijvoorbeeld: mondeling of schriftelijk. Op welke manier dan
ook, als de gedraging te snappen is onder elkaar. DUS: Alles mag op de manier zoals
partijen dat willen, tenzij de wetgever hiervan expliciet afwijkt.
4. Redelijkheid & Billijkheid; Er is geen wetsregel waar je onderuit kan, maar om een
reden is het zo volstrekt onredelijk dat je er toch onderuit moet kunnen. Partijen zijn
verplicht zich naar elkaar redelijk en billijk te gedragen. Dit is vastgelegd in art. 6:2 BW.
Redelijkheid= het verstand. Billijkheid= rechtsgevoel. Als er gekeken moet worden naar
de redelijkheid en billijkheid, kijk de rechter naar wat in de maatschappij als gebruikelijk
en fatsoenlijk wordt beschouwd. Art. 6:248 BW; als partijen iets niet hebben afgesproken
en de wet of een vaste gewoonte ook geen aanvullende regels geeft, bepalen de
redelijkheid en billijkheid hoe het ‘gat in de overeenkomst’ moet worden opgevuld.
5. Bijzonder gaat voor algemeen; Speci eke wetten gaan voor algemene wetten.
(Gelaagde structuur dus weten van het BW)
Leerdoel 3: De student herkent de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot
rechtsfeit en verbintenis in een casus.
Rechtshandeling; Een rechtsbehandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die
zich door een verklaring heeft geopenbaard. Bijvoorbeeld je rekent af bij de supermarkt en
je pakt je portemonnee om te betalen. Art. 3:33 BW
Feitelijke handeling; Een menselijke handeling met rechtsgevolg maar wil is niet vereist;
wil doet niet ter zake. Bijvoorbeeld. Andermans dingen slopen.
Bloot rechtsfeit; Feit waaraan rechtsgevolgen worden verbonden zonder dat van een
actieve gedraging sprake is. Bijvoorbeeld. geboorte, overlijden, meerderjarigheid.
Verbintenis; Een vermogensrechtelijke relatie tussen 2 of meer partijen, waarbij de ene
partij verplicht is tot een prestatie waarop de andere partij recht heeft.
Ongerichte rechtshandeling; De verklaring is niet aangekomen bij de gewenste persoon/
personen.
SAMENVATTING 2
, Gerichte rechtshandeling; De verklaring is aangekomen bij de gewenste persoon/
personen.
Eenzijdige rechtshandeling; Rechtshandelingen die door de wilsuiting (=verklaring) van
één persoon tot stand komen. Bijv. Het opmaken van een testament. Ontslag nemen.
Meerzijdige rechtshandeling; Rechtshandelingen waarvoor de verklaring van meer
personen vereist is.
Leerdoel 4: De student past de rechtsregels omtrent verbintenissen uit de wet toe in een
casus.
SAMENVATTING 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller antonellafrh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.