Marg 11 Management Bouwrecht
Examen
• Schriftelijk
- Geen hulpmiddelen toegelaten
- 20 multiple-choice vragen
- 4 antwoordmogelijkheden per vraag
- Slechts één antwoordmogelijkheid per vraag is correct
- 1 punt per vraag
- Geen giscorrectie
• 3/5 van het totaalcijfer
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
DEEL 1 Openbare Orde - Dwingend Recht - Aanvullend Recht
Belang van het onderscheid
> onderscheid is van belang voor wat betreft contractvrijheid van partijen wanneer ze samen een contract afsluiten
• Vraag: mogen partijen bij een contract van een rechtsregel afwijken in het contract dat zij sluiten?
• Aanvullend recht laat contractvrijheid bestaan, maar contractvrijheid wordt beperkt door regels van dwingend recht
en openbare orde
Sanctie bij afwijking van een regel van dwingen recht of openbare orde
• Contract of de afwijkende clausule (contractuele afspraak) kan worden nietig verklaard
• Contract wordt geacht nooit te hebben bestaan of clausule wordt geschrapt
Openbare Orde
= rechtsregels die worden uitgevaardigd ter bescherming van de maatschappij en van het algemeen belang, niet enkele
private belangen
• Vb.: wet van 20.02.1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect
bepaalt het juridisch statuut van een architect en bevat een paar regels van openbare orde, moet hiervoor gestudeerd
hebben en de nodige kennis hebben en de bouwheer de nodige technische bijstand verlenen. Monopolie van de
architect.
de bouwheer is verplicht een architect erbij te halen wanneer een voorafgaande toelating tot bouwen vereist is voor
de werken die hij wil uitvoeren. De architect moet de plannen opmaken en de bouw ervan controleren.
Belangen van de maatschappij: van algemeen belang dat er op de esthetiek en de hygiëne van de stad gelet wordt,
plus de ruimtelijke ordening en de stad voorzien van duurzame woningen (huizen die lange tijd konden blijven staan,
zonder ernstige gebreken)
• Vb.: 10-jarige aansprakelijkheid (art. 1792 en 2270 BW)
- Eens een gebouw of een bouwwerk is uitgevoerd en opgeleverd en aanvaard door de bouwheer dan gaat de 10-
jarige aansprakelijkheid van start voor aannemers en architecten. Zij zijn aansprakelijk voor de ernstige gebreken
van een gebouw, gebreken waardoor het gebouw, geheel of gedeeltelijk op LT kan teniet gaan. Dus de stevigheid
en stabiliteit van het gebouw komt dan in het gedrang. Die aansprakelijkheid is niet alleen ten gunste van de
bouwheer, maar ook de maatschappij heeft hier belang bij dat een gebouw niet instort. Ze beschermt het
algemeen belang.
• Gevolg: van regels van openbare orde mag nooit worden afgeweken in een contract (art. 6 BW)
Dwingend Recht
= rechtsregels die de bescherming beogen van een categorie van zwakkere personen, dus bescherming van private
belangen
• Vb.: handelshuurwet
die beschermt huurovereenkomsten met het oog op het uitbaten van handelszaken, hierbij worden de huurder en
verhuurder beschermt.
• Gevolg: van regels van dwingend recht kan niet worden afgeweken in een contract
1
, Verschil tussen openbare orde en dwingend recht in concreto
• Van een regel van openbare orde kan niet worden afgeweken bij het sluiten van het contract, noch nadien.
Bv. Als een interieur-architect een overeenkomst sluit met een klant voor een project waarbij een architect vereist is
voor bepaalde zaken, dan is dat contract op dat moment ongeldig, nietig. Zelfs al is het getekend, dan nog kan het op
elk moment nietig verklaard worden omdat het strijdig is met de wet op de bescherming van het beroep van de
architect.
• Van een regel van dwingend recht kan niet (de nitief) worden afgeweken bij het sluiten van het contract. Als er bij het
sluiten van het contract wordt afgeweken van een regel van dwingend recht, kan de beschermde persoon, wanneer
de regel van dwingend recht toepassing vindt tijdens uitvoering van het contract
- afstand doen van geboden bescherming
- de geboden bescherming inroepen
Aanvullend Recht
= van rechtsregels van aanvullend recht mag steeds geheel of gedeeltelijk orden afgeweken in een contract
• Komen partijen geen (andere) contractuele regeling overeen dan vullen de rechtsregels het contract aan
• vb.: verborgen gebreken bij koopovereenkomsten
DEEL 2 Verbintenissenrecht
= hoe contracten worden opgesteld, hoe ze worden uitgevoerd en wat er gebeurd als ze niet correct worden uitgevoerd.
Verbintenissenrecht gaat ook over verbintenissen die ontstaan uit een contract, of andere rechtsbronnen zoals,
buitencontractuele aansprakelijkheid.
Voornaamste rechtsbronnen:
• (Oud) Burgerlijk Wetboek (BW)
- Dateert van 1804
- Wordt hervormd
- Art. 1101-1386bis BW= gemeenrechtelijk verbintenissenrecht
- Boek 8 NBW “Bewijs (afgekort NBW vanaf 01.11.2020)
- Boek 3 NBW “goederen” (vanaf 01.09.2021)
• Wetboek van Economisch Recht (WER)
- Boek VI WER: B2C contracten
- Boek VI WER: ook B2B contracten (vanaf 01.12.2020)
- De nities zie boek 1 WER
• Wet van 02.08.2002 betre ende de bestrijding va betalingsachterstand bij handelstransacties (WBBH)
Architect = onderneming (WER)
Onderneming voor de toepassing van het WER = elk van de volgende organisaties (art.I.A eerste lid, 1° WER)
• Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
• Iedere rechtspersoon (met uitzondering van publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten
aanbieden op de markt + een aantal overheden)
• Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid wegens prosit-karakter of indien zij ondanks non-pro t toch
uitkeringen doet aan haar leden of personen die een beslissende invloed uitoefenen
Natuurlijke personen= alle levende mensen, wanneer we een beroepsactiviteit uitoefenen zijn we een onderneming.
Rechtspersonen= vennootschappen, naamloze en besloten vennootschappen.
Zelfstandige architect = Onderneming in de zin van art. I.1 eerste lid, 1° WER
• Belang voor toepassing WER (voor zover geen andere de nitie
• Belang voor bewijs door en tegen ondernemingen in boek 8 NBW
Onderneming voor de toepassing van boek VI WER, art. I.8., 39° WER:
= iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze, met een zekere regelmaat en geen eenmalige
handeling, een economisch doel nastreeft. Hij gaat dus goederen en diensten aanbiedt op de markt met de bedoeling
een rendement te behalen waarbij de afnemer betaalt voor een tegenprestatie die minstens de kosten dekt en alsmede
zijn verenigingen
> architect is een onderneming in de zin van boek VI WER
2
fi ff fi fi fi
, B2C verhouding = contracten tussen de architect met de consument (art. I.1., eerste lid, 2° WER), dit is iedere
natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen.
• Van belang is oogmerk waarmee natuurlijke persoon handelt: Wat bij deels professioneel en deels niet-professioneel
oogmerk? Als het professionele deel bijkomend is en niet overheerst is hij een consument. Het hangt er dus van af
wat overheerst.
• B2B verhouding = contract tussen twee ondernemingen (bv. Architect en promotor)
> niet van toepassing op overheidsopdrachten en overeenkomsten die eruit voortvloeien
Architect = onderneming (WBBH)
Onderneming voor de toepassing van W 02.08.2002 betre ende de bestrijding van de betalingsachterstand bij
handelstransacties, art. 2, lid 2 WBBH
= elke organisatie die handelt in het kader van haar zelfstandige economische of beroepsmatige activiteit, ook wanneer
die slechts door één persoon wordt uitgeoefend.
> architect =. Onderneming in de zin van WBBH
art. 3, eerste lid WBBH > WBBH is van toepassing op alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties
• Een handelstransactie, art. 2, lid 1 WBBH
= een transactie tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en overheidsinstanties die leidt tot het leveren van
goederen, het verrichten van diensten of het ontwerp en de uitvoering van openbare werken en bouw- en
civieltechnische werken tegen een vergoeding.
—> wanneer een architect een contract sluit met een andere onderneming
• De bedoeling van deze wet is om betalingsachterstanden tegen te gaan, zodat iedereen zijn rekeningen tijdig kan
betalen en faillissementen worden voorkomen.
1.1 Verbintenissen: begripsomschrijving, bronnen en soorten
Afdeling 1. Definitie
Een verbintenis = een rechtsband tussen twee of meer personen: de schuldeiser en de schuldenaar. Op basis van die
rechtsband gaat de schuldenaar zich ertoe verbinden een bepaalde prestatie te leveren aan de schuldeiser. Die
prestatie (het voorwerp) bestaat uit iets te doen, of juist iets niet te doen of iets te geven. Indien de SA die niet vrijwillig
uitvoert, kan de SE hem daartoe dwingen en bepaalde sancties uitvoeren, naar de rechtbank stappen en via die
tussenkomst afdwingen.
Afdeling 2. Soorten verbintenissen
1) RESULTAATS- OF INSPANNINGSVERBINTENIS
• (Vooral) van belang bij contractuele verbintenissen
• Onderscheid mbt de intensiteit van de prestatie
• Het onderscheid
- Resultaatsverbintenis: SA verbindt zich om een welomschreven resultaat te bereiken
- Inspanningsverbintenis: SA verbindt zich om de nodige prestaties te leveren om resultaat te bereiken,
zonder resultaat zelf te garanderen
• Feitenrechter bepaalt welk soort verbintenis SA aangaat
• Criterium= gemeenschappelijke wil van partijen is doorslaggevend
Hoe gemeenschappelijke wil van partijen bepalen?
- Uitdrukkelijke clausule in OVK waarbij bepaalt wordt welke verbintenissen worden aangegaan
stel dat een dergelijke clausule ontbreekt en heeft niet bepaald of de verbintenis resultaat- of
inspanningsverbintenissen zijn. De rechter houdt rekening met het volgende.
- Aanknopingspunten bij gebrek aan dergelijke:
• Mate van zekerheid omtrent het te bereiken resultaat
• Specialisatiegraad: als de SA werken aangaat binnen zijn specialisatiegebied, gaat hij in principe een
resultaatsverbintenis aan
• Omschrijving van de verbintenis
• Zowel inspannings- als resultaatsverbintenissen uit één OVK
• Belang voor contractuele aansprakelijkheid
wanneer het bewijs moet worden geleverd, dat de SA een contractuele fout heeft begaan dan is dit gemakkelijker
te bewijzen bij een resultaatsverbintenis dan een inspanningsverbintenis. Als architect = inspannings
3
ff
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurenp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.