H1 – Menselijk kapitaal in een dynamische wereld
1.1 Identiteit en gedeelde waarden
Je identiteit bepaalt in grote mate voor wat voor soort werk je kiest. De kloof tussen verschillende
bevolkingsgroepen is moeilijk te dichten. Identiteit en gedeelde waarden spelen in de arbeid
tegenwoordig een grote rol, maar de mate waarin verschilt per soort arbeid en per persoon.
1.2 Menselijk kapitaal
Menselijk kapitaal = De verzamelnaam van alle competenties en vaardigheden die werknemers
verzameld hebben.
Economisch gezien is arbeid een resource.
Resource = Een hulpbron die een organisatie nodig heeft om haar doelen te bereiken.
De human-capitaltheorie (Becker, 1964) stelt: Een organisatie zal vooral investeren in die
hulpbronnen waarvan ze in de toekomst de grootste productiviteit verwachten.
1.3 Arbeidsmarkten
Zie: Figuur 1.1
Klassieke arbeidsmarkt = Vaak een fysieke plek waar bedrijven die mensen nodig hebben, zich laten
zien en waar potentiële werknemers zich aanbieden aan vragende bedrijven.
Neoklassieke arbeidsmarktbenadering = Het beeld van arbeid als een gewoon product waarvan de
prijs (het loon) elke dag opnieuw wordt bepaald op de ‘arbeidsmarkt’ en het beeld van de
arbeidsmarkt als een ‘gewone’ goederenmarkt waar arbeid het te verhandelen product is.
Zoektheorie = Deze theorie gaat ervan uit dat een werknemer niet de gehele arbeidsmarkt kan
overzien en maar op een beperkt aantal vacatures tegelijk kan reageren. Deze werknemer zal dus
voordat hij een beslissing neemt, gaan inventariseren wat zijn arbeid eigenlijk waard is. Hij vergelijkt
in dat proces het loon dat verschillende werkgevers hem aanbieden en kiest daaruit het hoogste.
Matchingstheorie = Veronderstelt niet alleen zoekgedrag bij werknemers, maar ook bij werkgevers.
Net zoals elke werknemer van elkaar verschilt. Verschilt elke werkgever ook van elkaar.
Human-capitaltheorie = De veronderstelling dat arbeid een homogeen product is loslaten, en maakt
het soort kwalificaties dat mensen inbrengen wel degelijk verschil.
1.4 Organisaties en hun medewerkers
Organisatie = Een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen.
Kernmedewerkers = Medewerkers die voor het realiseren van de strategie van een organisatie over
onmisbare kwaliteiten beschikken.
Arbeidsrelaties = Relaties tussen een werkgever en een werknemer, waarbij de werknemer zijn tijd,
capaciteiten en prestaties ter beschikking stelt in ruil voor een beloning.
, HRM - Bedrijfskundige aspecten
1.5 De nieuwe balans tussen vraag en aanbod: waarde
Zie: Figuur 1.2
De aanbodkant: de medewerker. Drie belangrijke elementen die een rol spelen bij het uitkiezen van
de juiste baan:
De verkregen (toegevoegde) waarde
o Geld, status, collega’s, ontwikkeling, welzijn.
Groei en expressiemogelijkheden
o In hoeverre kan je als individu je ‘ei’ kwijt in je werk, kun je jezelf zijn, heb je
mogelijkheden om je uit te drukken zoals je wilt.
Te betalen ‘prijs’
o Wat ben je bereid te ‘betalen’ voor je werk. Aanwezigheid, flexibiliteit en
inspanning.
De vraagkant: de organisatie. Drie belangrijke elementen die een rol spelen bij het uitkiezen van de
juiste medewerker:
De verkregen (toegevoegde) waarde
o Wat krijgt een organisatie geleverd door een individu.
Groei en expressiemogelijkheden
o In hoeverre kan de organisatie uiting geven aan haar missie en visie en sturing geven
aan het menselijk kapitaal van het individu.
Te betalen ‘prijs’
o Wat kost het de organisatie. Geld, maar ook fysieke en in virtuele infrastructuur, HR-
management, statusverwerving, marketing etc.
H2 – Een wereld die steeds sneller verandert
2.1 De dynamiek van mondialisering
Zie: Figuur 2.1
Mondialisering = Een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op
mondiaal niveau.
Volgens socioloog en bedrijfskundige Rob van Tulder bestaat de maatschappij uit drie belangrijke
krachten: de overheid, de markt en de burgerlijke samenleving.
Privatisering = Het in toenemende mate overlaten van overheidstaken aan de markt.
Deregulering = Het terugdringen van het aantal regels en belastingen dat aan het functioneren van
de markt is opgelegd.
Neoliberalisme = De set aan maatregelen van privatisering en deregulering.
2.2 Veranderingen in de aard van werk
Zie: Figuur 2.2 en 2.3
Outsourcing / offshoring = Internationale bedrijven die gaan produceren in lagelonenlanden.
Automatisering = Werkzaamheden waar voorheen een medewerker voor nodig was, zodanig
organiseren dat de medewerker door technologie overbodig raakt.
Digitalisering = Digitale technologieën die medewerkers overbodig maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijekersseboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.