100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Toets (uitwerkingen) Wiskunde Getal & Ruimte 3 vwo deel 2 Uitwerkingen, ISBN: 9789001900946 $4.52   Add to cart

Exam (elaborations)

Toets (uitwerkingen) Wiskunde Getal & Ruimte 3 vwo deel 2 Uitwerkingen, ISBN: 9789001900946

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

dit document bevat antwoorden van Wiskunde hoofdstuk 6, 3 vwo

Preview 2 out of 14  pages

  • January 31, 2023
  • 14
  • 2014/2015
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
Pincode 6de editie, 3K antwoorden hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3: De bank en jouw geld


Pinautomaten verdwijnen

1 Eigen antwoord.

2 Omdat steeds meer mensen betalen met bankpas of smartphone.

3 Eigen antwoord(en)

4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Nee, want ik heb toch bijna nooit contant geld nodig.
- Ja, want nu moet ik er steeds aan denken dat ik op tijd geld pin.

5 Bijvoorbeeld:
- Voor mensen die veel contant betalen.
- Voor mensen niet zo mobiel meer zijn.


Weet je het nog?

1 - je krijgt geen rente
- spaargeld kan zoekraken of gestolen worden
- je geeft het toch uit
- bij brand gaat het verloren

2C

3 rente
percentage (of procenten)

4 diensten
goederen

5B

6 a 1,6% van € 610 = 0,016 × 610 = € 9,76
b 1,5% van € 1.530 = 0,015 × 1.530 = € 22,95

7A (€ 20,30 ÷ € 1.450 × 100 = 1,4%)

8A

9 inflatie

10 Vooral diensten. Zij zorgen ervoor dat jij je bankrekening kunt gebruiken, dat je er
kunt sparen en lenen.


3.1 Hoe betaal je?

1 Je kon alleen ruilen als de ander jouw product wilde hebben.
Het product dat je met een ander wilde ruilen, kon een heel andere waarde hebben dan
jouw product.

2 Indirecte ruil, want bij het ruilen gebruiken ze een ruilmiddel (Keetjes).


3K H3 © Noordhoff Uitgevers bv

, Pincode 6de editie, 3K antwoorden hoofdstuk 3

3 a Spaarmiddel, want de persoon links geeft geen geld uit, maar bewaart het in het
spaarvarken voor later.
b Rekenmiddel, want de waarde van een karaoke-set wordt in geld uitgedrukt.
c Ruilmiddel, want iemand koopt iets en ruilt dus geld voor een product.

4 Cash in bezit van personen: chartaal geld.
Contant geld in bezit van bedrijven: chartaal geld.
Geld op betaalrekeningen bij banken: giraal geld.

5 a meer
b minder

6 Je bewaart een deel van je zakgeld in een spaarpot: spaarmiddel + chartaal geld.
Je haalt een reep chocola uit een snoepautomaat: ruilmiddel + chartaal geld.
Je reserveert online een kaartje voor een film: ruilmiddel + giraal geld.
Je zet geld op een spaarrekening voor een mooie tv: spaarmiddel. (Geld op een
spaarrekening telt niet mee als giraal geld en ook niet als chartaal geld. Dat geld is
tijdelijk buiten gebruik.)

7 Bijvoorbeeld: overmaken via internet, met een pinpas, met een creditcard, met je
smartphone of via Ideal of PayPal.

8 Als je giraal betaalt, wordt er € 0,98 + € 1,49 = € 2,47 van je rekening afgeschreven.
Als je chartaal betaalt, wordt € 2,47 afgerond op € 2,45. Dan ben je in dit geval iets
voordeliger uit.

9 a Bijvoorbeeld:
- winkeliers hoeven geen geld te tellen
- ze hoeven geen wisselgeld te geven
- ze lopen minder risico bij overvallen
b Bijvoorbeeld:
- je hoeft niet eerst langs de bank om geld te pinnen
- het is veiliger.
c Je loopt het risico dat je geen overzicht over je uitgaven meer hebt. Je ziet het niet als
je geld bijna op is.

10 Tegoed: creditsaldo, in de plus staan.
Tekort: debetsaldo, in de min staan, rood staan.

11 a 2,5% van € 1.500 = 2,5 ÷ 100 × € 1.500 = € 37,50
b Het hele openstaande bedrag is € 1.500
Per maand betaal je 1,17% = 0,0117 ÷ 100 × € 1.500 = € 17,55 per maand
Per jaar is dat € 17,55 × 12 = € 210,60

12 Let op: je begint met een debetsaldo, dus in de min! Vergeet het –teken niet in te
toetsen.
– € 32,45 + € 647,18 – € 389,54 = € 225,19 credit. (Je eindigt in de plus.)

Samenvatting
Een product ruilen tegen geld heet indirecte ruil. Geld heeft dan de functie van
ruilmiddel. De andere geldfuncties zijn rekenmiddel en spaarmiddel.
Munten en bankbiljetten in je portemonnee noem je chartaal geld.
Geld op je betaalrekening is giraal geld. Hiermee kun je elektronisch betalen bij
betaalautomaten of via internetbankieren.
Als je betaalt met een creditcard, wordt het geld aan het einde van de maand van je
rekening afgeschreven.
Als er geld op je bankrekening staat, heb je een creditsaldo. Het omgekeerde heet een
debetsaldo. Je hebt dan een tekort, je staat rood / in de min.

3K H3 © Noordhoff Uitgevers bv

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller abdeladam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.52. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.52
  • (0)
  Add to cart