1. Structuur = dit is de beschrijving van de organisatievorm.
2. Systemen = dit zijn de informatie- en communicatiestromen, zowel formeel als informeel
binnen de organisatie
3. Stijl van management = dit zijn de gedragspatronen van de topmanagers van de organisatie.
4. Staf = is de aandacht voor de totale HRM binnen de organisatie
5. Sleutelvaardigheden = dit zijn de vaardigheden of activiteiten waarin de onderneming zich
onderscheid van de concurrentie
6. Strategie = dit is een plan voor de organisatie om zijn doelstellingen te realiseren
7. Significante waarde = is de visie
,Frederick Taylor ±1900 - Scientific Management
Taylor: grondlegger van een meer systematische benadering van bedrijfsvoering, vooral
productieafdelingen. Een bedrijfsleider moet zich niet opstellen als slavendrijver maar een bredere
visie hebben op zijn taak in de organisatie die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen
en het controleren van resultaten.
Belangrijke hoofdpunten:
• Wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en uitvoeren van bewegingsstudies
• Vergaande taakverdeling en training van arbeiders
• Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
• Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren van en zoeken naar werkmethoden en het
scheppen van arbeidsvoorwaarden
• Juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie
• Invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten
Er zijn acht functies voor een arbeidsverdeling:
1. Tijd en kosten
2. Werkinstructies
3. Bewerkingen en hun volgorde
4. Werkvoorbereiding en uitgifte
5. Onderhoud
6. Kwaliteitscontrole
7. Technische leiding
8. Personeelsbeheer
Dit stelsel is bekend geworden onder de naam achtbazenstelsel.
2
,Max Weber ±1920 - Bureaucratie
Bijdrage van Weber is vooral gericht op overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een
sociologische invalshoek. Taylor richt zich meer productiebedrijven en Weber op management in het
algemeen.
Kenmerken van een ideale bureaucratie:
1. Sterk doorgevoerde taakverdeling
2. Hiërarchische bevelstructuur
3. Nauwkeurig afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden
4. Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen
5. Werving op basis van bekwaamheden en kennis
6. Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures
7. Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels
8. Gegevens vastgelegd in schriftelijke stukken
9. Macht van functionarissen aan restricties gebonden
Weber stelde dat indien een organisatie volgens de hiervoor genoemde kenmerken functioneerde, er
sprake is van een ideale bureaucratie.
Bureaucratie is een organisatievorm waarin regels, procedures en afspraken standaard voor iedereen
gelijk worden toegepast. Het is erg streng.
Elton Mayo ±1945 - Human Relations-beweging
Mayo bewees met zijn experimenten dat er naast objectieve factoren ook subjectieve factoren zijn
voor het resultaat.
– Subjectieve factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering. Een deel uitmaken
van een groep was volgens hem de belangrijkste.
• Gelukkige mensen leveren een maximale arbeidsprestatie.
• Sociale vaardigheden zijn dus voor leidinggevenden zeer belangrijk.
• Samenwerking is een toverwoord
3
, Rensis Likert ±1950 - Revisionisme
Revisionisme is de combinatie van Scientific Management en Human Relations.
Warren G. Bennis omschreef het aldus: hij benadrukte de noodzaak van een revisie van de
uitgangspunten van de HR-beweging, waardoor de term revisionisme ontstond.
Verschillende schrijvers hebben een poging ondernomen tot overbrugging van de twee
tegengestelde hoofdstromingen: Likert, Herzberg, McGregor, Blake en Mouton.
Rensis Likert (1903-1981) was de eerste die een poging deed. Hij richtte zich op de
organisatiestructuur en communicatie, en ontwikkelde de zogenaamde ‘linking pin’-structuur,
waarbij de organisatie bestaat uit elkaar overlappende groepen, waarbij de leider van de groep ook
lid is van een hogere groep (linking pin).
Frederick Herzberg zijn theorie was geënt op de behoeftehiërarchie van de psycholoog Abraham
Maslow. Deze onderscheidde vijf niveaus van behoeften, naar de bevrediging waarvan elk mens
volgens hem streeft.
Opklimmende volgorde van de niveaus:
1. Fysiologische behoeften (eten, drinken, slapen, seks)
2. Behoefte aan zekerheid en veiligheid (bescherming en regelmaat)
3. Behoefte aan acceptatie (vriendschap en erbij horen)
4. Behoefte aan erkenning (succes)
5. Behoefte aan zelfontplooiing (dragen van verantwoordelijkheid en ontwikkelingskansen)
Hij kwam tot de conclusie dat er sprake was van:
- Satisfiers: factoren die leiden tot werktevredenheid, zoals erkenning
- Motivatoren
- Dissastisfiers: factoren die leiden tot werkontevredenheid, zoals salaris
- Hygiënefactoren
Douglas McGregor (1906-1964) hij had de X-Y-theorie. Theorie X gaf hij aan hoe de meeste
organisaties in die tijd functioneerden (Scientific Management). Theorie Y gaf hij zijn eigen visie op
hoe mensen in een organisatie zouden moeten samenwerken.
Kenneth Boulding ±1950 – Systeembenadering
Revisionist Kenneth Boulding (1910-1993) hij ziet een organisatie als een systeem, dat wil zeggen een
geheel van samenhangende delen. Volgens heb bestaat een systeem (een organisatie) uit een aantal
met elkaar verbonden subsystemen (afdelingen). Zodra het totale resultaat van alle subsystemen
groter is dan de optelsom van hun individuele resultaten wordt er gesproken van synergie.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunavoesenek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.