100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 9 gehaald voor hersenen en gedrag $8.03
Add to cart

Summary

Samenvatting 9 gehaald voor hersenen en gedrag

 188 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

met deze samenvatting heb ik een 9,3 gehaald voor het tentamen hersenen en gedrag in de minor: inleiding in de toegepaste psychologie aan de hu

Preview 4 out of 32  pages

  • February 1, 2023
  • 32
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hersenen en Gedrag

1. Signaaloverdracht van het brein en hoe medicijnen en drugs hierop inwerken
2. Belangrijkste structuren van het brein en haar functies
3. Neurale correlaten en welke problemen ondervinden wetenschappers
a. Welke neuronen/circuits/processen in de hersenen zijn verantwoordelijk voor
welke ervaringen en gedragingen
b. Welke hersenactiviteit komt overeen met en is nodig om een bepaalde ervaring
te produceren
c. Problemen
i. Hoe definieer je ervaring/proces/gedrag
1. Onderzoek vaak anders door uiteenlopende definities
ii. Waarom zou het op 1 plek zitten
1. 1 locatie of heel netwerk
iii. Wat betekent activiteit in een gebied
1. Kan stimulerend of remmend zijn
2. Activiteit in 1 gebied en wat icm andere gebieden
iv. Waarom zou het bij iedereen op dezelfde manier georganiseerd zijn
1. links/rechtshandigen/…
v. Hoe kun je geïsoleerd onderzoeken
1. Een test maken die 1 ding meet en niks anders
vi. Van praktische aard
1. Vaak kleine onderzoeksgroep
2. Ecologische validiteit
3. Soms geen diermodellen mogelijk
4. Technische beperkingen
vii. Twee werkwijzen
1. Forward inference
a. What brain activity/region is associated with a given
experimental condition
2. Reverse inference
a. What cognitive process/behavior is occurring given the
brain activity. Reasoning backwards from brain activity.
This type of inference can be problematic
4. Ontwikkeling van het brein, plasticiteit en kritische periodes
a.
5. Visuele waarneming, aandacht, emoties en taal i.c.m. processen in onze hersenen
6. Zelfgekozen neuropsychologisch onderwerp aangeven wat/hoe het biolosche en/of
evolutionaire perspectief bijdraagt aan de omgang met dat onderwerp in de
professionele praktijk

Hoofdstuk 1,3,4,6 en 7 uit hersenwerk
Hoofdstuk 1: het wat en hoe van de neurowetenschappen
Hoofdstuk 3: het brein als zakmes

,- Adaptaties: kenmerken die bijdragen aan overleving en reproductie. Eigenschappen die
bijdragen aan overleving en voortplanting. Ze zijn complex van aard, bestaan meestal uit
verschillende onderdelen, werken meestal automatisch en hebben een duidelijke functie
- Seksuele selectie:
- Baten en kosten. Bv staart pauw is onhandig maar is maakt voortplanting
aantrekkelijker
- Bevoordeelt eigenschappen die hunstig zijn voor paring
- Goede genen vertonen: ondanks gekke staart toch goed kunnen overleven,
conditie, volharding en hard werken = handicap principle
- Seksueel dismorfisme = waarom seksuele selectie wel invloed op uiterlijk mannetjes
maar niet op vrouwtjes.
- Te maken met goeveelheid tijd en energie die beide seksen in hun nageslacht
stoppen
- De sekse die aan lafere reproductiesnelheid heeft, investeerd meer in het
nageslacht. De sekse die snel reproduceert heeft te maken met een sterkere
druk van seksuele selectie dan de sekse die langzaam reproduceert.
- Voor vrouwtjes is er meer keuze, bv 6 maanden drachtig vs 10 min werk voor
mannetje die daarna snel weer doorkan. Daarom moeten ze zich onderscheiden
van de andere mannetjes om op te vallen bij de keiskeurige vrouwtjes
- Seksuele selectie selecteerd dus andere eigenschappen dan natuurlijke selectie.
- Bij mensen:
- Vrouwen 22 jaar meest vruchtbaar: uiterlijk veranderen om er jonger of ouder uit
te zien
- Mannen zijn ook selectief op partner, ze investeren er in in bv de vorm van geld.
Onder vrouwen competitie gaande om die man die het meest kan en wilt
investeren.
- Seksuele selectie is uiteraard alleen van belang bij soorten die zich geslachtelijk
voortplanten.
- Ethologie: bestudering van dierengedrag, onderzoekt de adaptieve waarde van gedrag
voor elke diersoort.
- Imprinting: bv vogels die achter eerst bewegende object aan dat ze zien na
geboorte
- = niet aangeleerd gedrag
1. Directe oorzaak gedrag
2. Hoe ontwikkelt gedrag tijdens leven van organisme
3. Wat is de functie van het gedrag voor de overleving
4. Evolutionaire geschiedenis van het gedrag
- Inclusive fitness
- De evolutie draait om het directe, eigen succes wat betreft voortplanting
- Het is de som van het reproductieve succes van een individu en de effecten van
het gedrag van dit individu op het reproductieve succes van genetische
verwanten
- Het loont dus om te investeren in familieleden

, - Evolutionaire proces draait niet om het overleven van organismen, groepen of
soorten maar om het doorgeven van genen aan de volgende generatie
- = het directe + het indirecte voortplantingssucces van een individu
- The selfish gene
- Door anderen te helpen creëer je een omgeving die ook voor jezelf goed is,
waardoor je grotere overlevingskansen hebt en daarmee een grotere kans op
voortplanting en dus het verspreiden van genen.
- Vergelijkende psychologie: gedrag van mens en dier te vergelijken
- Mensen hebben cumulatieve cultuur en dieren beperkte cultuur
- Interesse om te zoeken naar nieuwe oplossingen vrouw aanwezig bij kinderen,
ze onderwijzen elkaar actief en zijn sociaal
- Shared intentionality: de cruciale factor die maakt dat wij cumulatieve cultuur
hebben en apen niet, door vergelijkende psychologie kunnen we iets leren over
onze eigen evolutie. Samen iets doen en bereiken
- Cumulatieve cultuur: we nemen niet alleen dingen van elkaar over maar brengen
ook verbetering aan
- Cognitieve archeologie
- Fossielen en andere vondsten bestuderen om beeld te krijgen van onze
voorouders
- Rechtop lopen, handen komen vrij, minder zonlicht op je en beter beeld van
omgeving. Dingen meenemen, fijnere motoriek is ontstaan (homo habilis,
handige mens)→ gereedschap en gebaren → taal en dieren doden, veel eiwitten
eten → goed geweest voor hersenen, vuur (homo erectus): eten doorkoken en
dieren op afstand houden. Warmte → weg uit afrika, naar koudere plekken.
Neurale groeispurt, zichzelf afbeelden in grotten en evolutie van taal
- Homo sapiens: grotere hersenen, meer neuronen. ging in grotere groepen leven,
dit maakte leven makkelijker door bescherming maar ook moeilijker,
samenwerken met anderen kon lastig verlopen, relaties ontstonden, wie kan je
vertrouwen. Sociale vaardigheden werden belangrijker. Gesproken taal is hierbij
zeer belangrijk geweest.
- Einde laatste ijstijd, vrijkomen van vruchtbaar land, geacanceerdere
gereedschappen ontwikkeld, landbouw bedrijven. Mensen waren tot dan
verzamelaar-jagers geweest, daarna meer boeren. Eerste steden, goederen
werden geruild, specialisaties in beroepen
- Evolutionaire psychologie: richt zich vooral op de universele kenmerken van de
menselijke geest. Zo kent het gedrag ook vele aspecten die alle mensen delen. Aan dit
gedrag liggen mentale processen ten grondslag die door middel van natuurlijke selectie
worden doorgegeven van generatie op generatie, simpelweg omdat ze helpen bij
overleving en voortplanting
- Bv: jaloezie: uitlokken van gedrag dat het ontstane verschil tussen jou en een
ander op een voor jou gunstige manier verkleint, om op die manier de kans op
het behouden van of verkrijgen van een seksuele partner te vergroten, het
vergroot onze voortplantingskans om jaloers te zijn. Het is een psychologische
adaptatie.

, - Psychologische adaptaties zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkgeden
gereduceerd worden tot een beperkt aantal reacties. Zo is het mogelijk om snel en
gepast te reageren op een slang bv.
- Ze zijn complex van aard, bestaan uit verschillende onderdelen (vb jaloezie:
seksuele en emotionele jaloezie) en ze zijn functioneel gespecialiseerd
- Ze zijn talrijk en verlopen snel, automatisch en onbewust:
massive-modularity-hypothese
- Moeilijk want van gedrag blijven er geen fossielen over
- Epigenetica: niet de genen zelf veranderen maar er wordt niet bovenop de genen
geplaatst waardoor het effect van de genen verandert. Omgevingsinvloeden spelen
hierin een belangrijke rol
- Nature vs nurture
- Onze genen worden door onze levensstijl beinvloed. Hoe je lijf
functioneert, hoe je denkt en hoe je je voelt en gedraagt is het resultat
van een complex wederkerig samenspel tussen dat wat je van je
voorouders hebt meegekregen via je genen, jouw ervaringen tot nu toe en
de uitdagingen die je vandaag de dag tegenkomt om te overleven.
Hoofdstuk 4: visuele waarneming
- De informatie uit de eerste verwerkingsstadia in de visuele cortex moeten verder
geanalyseerd en geïntegreerd worden alvorens men weet hoe het brein het voor elkaar
krijgt om de uiterst gespecialiseerde onderdelen zodanig te coördineren en te integreren
dat de eenheid van waarneming ontstaat
- Ons visuele systeem detecteert verschillen, geen verschillen = niets te zien
- Verschillen in kleur, intensiteit, toonwaarde, … van het licht dat op het netvlies
valt
- Ons visuele systeem versterkt verschillen
- Ook textuur, figuur, grootte, orientatie, locatie en beweging worden onderscheden
- Interpreteren
- Oog:
- Netvlies met lichtgevoelige kegeltjes en staafjes
- Kegeltjes
- Gevoelig voor groen, rood of blauw licht
- Staafjes
- Gevoelig voor toon, relief, orientatie en beweging
- Kegeltjes en staafjes geven signalen door aan de zenuwcellen die erboven
liggen, deze monden uit in de optische zenuw
- Alles wordt ondersteboven op de retina geprojecteerd, hersenen zetten het beeld
weer goed
- Blinde vlek: plaats waar de optische zenuw het oog verlaat, zitten geen kegeltjes
of staafjes, onze hersenen vullen de ontbrekende informatie aan
- 3-4 keer per seconde maken onze ogen een sprongetje = saccade, voor een
moment ben je blind. Doel = nieuw focuspunt vinden
- 120 graden gezichtsveld, meeste zien we onscherp
- Fovea of gele vlek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emilyhegener. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03  7x  sold
  • (0)
Add to cart
Added