Dit document is een samenvatting van heel katern 6. In deze samenvatting is er ook gebruik gemaakt van grafieken/tabellen om de theorie te verduidelijken. Veel succes met leren!
Vrijwillige risico’s: risico’s die je zelf kiest te nemen (motorrijden, roken)
Onvrijwillige risico’s: risico’s waarvoor je niet zelf kiest (bliksem, kernramp)
Je kunt je tegen risico’s verzekeren door een verzekering af te sluiten bij een verzekeraar. Deze
neemt het risico over van de verzekerde in ruil voor een premie: betaling van de verzekerde voor het
nemen van een verzekering. De verzekeraar gebruikt de ontvangen premies om schades uit te keren,
zijn overige kosten te dekken en winst te maken. Polis: contract dat dient als bewijs van een
verzekering.
Risico in geld uitdrukken: risico = kans op voorval x gemiddeld schadebedrag van het voorval.
Door de kosten van een verzekering te vergelijken met het risico, kun je zien of iets verzekeren
verstandig is.
Het nemen van risico’s verschilt per persoon. Risico-avers gedrag: het zo veel mogelijk vermijden van
risico’s. De mate van risico-aversie bepaalt of iemand zich wel of niet zal verzekeren. Als je je
verzekert, hevel je jouw risico over naar de verzekeringsmaatschappij. Een verzekeringsmaatschappij
zal proberen in te schatten hoe groot het risico is en vervolgens een premie vaststellen die dat risico
dekt.
Verzekeren is een vorm van solidariteit: als een verzekeraar schade moet uitkeren, betalen alle
verzekerden door hun premie mee aan schades. Door de premies die elke verzekerde betaald heeft
kan de gedupeerde schadeloos gesteld worden. De overheid verplicht soms verzekeringen omdat:
- De overheid wil met verplichte verzekeringen mensen tegen zichzelf beschermen, omdat niet
iedereen financiële risico’s zelf kan dragen.
- Ook om je tegen andere mensen te beschermen zijn sommige verzekeringen verplicht (WA-
verzekering voor motorvoertuigen). Het voorkomt dat mensen ernstig gedupeerd worden
doordat iemand anders schade veroorzaakt die daarvoor niet is verzekerd.
- Door het verplichten van een verzekering zorgt de overheid ervoor dat de deelname aan zo’n
verzekering groot is. Verplichte solidariteit: doordat iedereen, zowel de goede als de slechte
risico’s, meebetaalt aan de verzekering kunnen de kosten van de verzekering per persoon, en
daarmee de premie, laag blijven.
Minimale gemiddelde premiehoogte = totaal uitkeringsbedrag : aantal verzekerden
Hoe hoger het aantal verzekerden, hoe lager het premie bedrag.
1.2
Asymmetrische informatie: de verzekeraar en de verzekerde beschikken bij het afsluiten van een
verzekering niet over dezelfde informatie. Door asymmetrische informatie kan het totale risico dat
de verzekerden lopen groter zijn dan de verzekeraar op basis van zijn informatie verwacht. Hierdoor
kan de premie te laag zijn vastgesteld, waardoor de verwachte kosten van de verzekeraar niet meer
volledig worden gedekt.
Door asymmetrische informatie bestaat de kans op averechtse selectie: het verschijnsel dat alleen
mensen met een meer dan gemiddeld risico zich verzekeren. Door asymmetrische informatie weet
de verzekeraar niet hoeveel premie aan welke verzekerde in rekening moet worden gebracht.
, Hierdoor kan de premie voor de goede risico’s te hoog worden vastgesteld, waardoor deze besluiten
zich niet meer te verzekeren en alleen de slechte risico’s overblijven. Dit leidt tot hogere kosten per
verzekeringsnemer met als gevolg dat de premies ook weer omhoog moeten gaan.
Moreel wangedrag (moral hazard): bewust of onbewust onvoorzichtig gedrag van een verzekerde
omdat de kosten van dit gedrag niet bij de verzekerde terechtkomen. Door moreel wangedrag
worden de kosten voor de verzekeraars hoger, omdat ze vaker schade moeten uitkeren. Hierdoor
zullen de premies stijgen, waardoor een grote groep verzekerden benadeeld worden door een kleine
groep verzekerden die bewust meer risico neemt. In de polisvoorwaarden wordt opgenomen dat er
geen bedrag wordt uitgekeerd als een verzekerde onzorgvuldig met de verzekerde spullen omgaat.
Hiermee wordt geprobeerd om moreel wangedrag tegen te gaan.
Moreel wangedrag is iets anders dan fraude: gedrag, in strijd met de wet, waarbij bewust zaken
anders worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid zijn, om daarmee voordeel te behalen.
1.3
Door moreel wangedrag en averechtse selectie lopen verzekeraars grotere financiële risico’s.
verzekeraars voeren daarom ij veel verzekeringen een verplicht eigen risico in: het gedeelte van de
schade dat door de verzekerde zelf moet worden betaald. Verzekerden die risico-avers zijn, zullen
kiezen voor een laag eigen risico. Mensen die niet risico-avers zijn willen een hoog risico nemen en
zullen dus kiezen voor een hoog eigen risico.
Eigen risico helpt om moreel wangedrag te beperken, omdat de verzekerden die bewust risico’s
nemen nu een stuk zelf moeten betalen, waardoor ze nu minder risico nemen. Ook helpt het eigen
risico de averechtse selectie beperken door mensen te laten kiezen tussen een hoog eigen risico en
een lagere premie of omgekeerd.
Niet iedereen is bereid om mee te betalen aan het verhoogde risico van anderen. Verzekeraars
spelen daarop in door risicoselectie: het indelen van mensen met soortgelijke risico’s in
risicogroepen. Premiedifferentiatie: een risicogroep met een meer dan gemiddeld risico moet
daardoor een hogere premie betalen dan een risicogroep met een gemiddeld of laag risico. Hierdoor
wordt de averechtse selectie beperkt, aangezien de ‘’goede risico’s’’ hun verzekering minder snel
opzeggen vanwege de lagere premie. Een specifieke vorm van premiedifferentiatie is bonus-
malusregeling: verzekeringsvorm waarbij de premie afhankelijk is van het aantal schades dat je
maakt.
Alleen bij de zorgverzekering heeft de verzekeraar een acceptatieplicht: verzekeraars zijn wettelijk
verplicht om iemand te accepteren voor een verzekering.
2.1
Beleggen: het aantrekken van waardepapieren, eigendomsrechten en goederen met als doel deze te
verkopen met financieel voordeel. Verwacht rendement: voorspelling van de winstgevendheid van
een financieel product of investeringsproject. beleggers willen gecompenseerd worden als zij
beleggen in iets met veel risico. Zij willen dan een hoger verwacht rendement. Risicopremie: het
extra rendement op een belegging omdat het risico op de belegging groter is dan gemiddeld.
Bekende vorm van beleggen zijn aandelen: een bewijs van mede-eigendom van een bedrijf. Het
rendement op aandelen is afhankelijk van de resultaten van het bedrijf. Met aandelen kun je op twee
manieren rendement behalen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnk1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.