Zeer complete samenvatting van belastingrecht. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de hoorcolleges, werkgroepen en jurisprudentie. Het bestand is zeer overzichtelijk door consistent gebruik van kopjes en opmaak. Meer dan 50 pagina's, waardoor je niks meer nodig hebt dan dit bestand. Vak afges...
Privaatrecht gaat over schadevergoeding, strafrecht over vrijheidsontneming, maar
belastingrecht gaat over geld. De planning voor de aankomende weken ziet er als volgt uit:
1. Inleiding belastingrecht
2. IB: ondernemers vs. werknemers
3. IB: eigen woning, spaargeld en beleggingen
4. IB/VPB: directeur-grootaandeelhouder en zijn BV
5. IBR: belastingheffing van multinationals
6. Formeel belastingrecht
Op 25 april is een extra facultatief hoorcollege over Shell/Unilever en op 16 mei een over Airbnb. We
hebben een aparte wettenbundel nodig voor dit vak. Dan kunnen we door naar de echte stof van het
vak.
Een algemeen geaccepteerde definitie van ‘belasting’ is als volgt:
- Belastingen zijn gedwongen betalingen aan de overheid als zodanig, waar geen rechtstreeks
individuele tegenprestatie tegenover staat, en die krachtens algemene regels wordt geheven.
o Het zijn dus geen vrijwillige betaling
o Je krijgt er niks voor terug, behalve collectieve goederen zoals een park, defensie en
autowegen.
▪ Kenmerken van collectieve goederen is dat ze niet individualiseerbaar zijn
en ze zijn non-rivaliserend (=het gebruik van de een doet niet af aan het
gebruik van de ander)
o Art. 104 Grondwet
▪ Belastingen moeten krachten algemene regels worden geheven.
• Dit is cruciaal omdat het moet goedgekeurd zijn door het parlement.
“No Taxation, without representation”
o Belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht van een wet.
We gaan in dit hoorcollege kijken naar die soorten belastingenwetten: inkomstenbelasting 2001
(materieel), vennootschapsbelasting 1969 (materieel) en de algemene wet rijksinkomstenbelasting
(formeel). De structuur van materiële belastingwetten zien er altijd als volgt uit:
1. Van wie wordt de belasting geheven (subject/belastingplichtige)?
a. Bv. natuurlijke personen
2. Waarvan wordt de belasting geheven (object/belastinggrondslag)?
a. Bv. door de belastingplichtige over het kalanderjaar genomen belastbare inkomen
3. Hoeveel belasting wordt geheven (tarief)?
4. Wat is de heffingsmethode en heffingstijdvak?
- Wat is het verschil tussen aanslagbelasting en aangiftenbelasting:
o Bij aanslagbelasting legt de belastingdienst de belastingaanslag op
▪ De belastingdienst is verantwoordelijk
, o Bij aangiftesystemen is de ondernemer zelf verantwoordelijk voor de belastingschuld
o Bij aangiftebelasting zijn de boetes hoger want de aangever is zelf verantwoordelijk
Waarom heffen we eigenlijk belasting, er worden drie functies onderscheiden:
- (de belangrijkste) Budgettaire functie: hoe verdelen we de belastinglast?
o Draagkrachtbeginsel
o Profijtbeginsel
o Buitenkansbeginsel
- Herverdelingsfunctie
- Instrumentele functie
We gaan ze nader bekijken:
- Budgettaire functie: we hebben een budget nodig om de overheid te laten functioneren
(teleologische strekking).
o Ter voorbeeld geven we in 2022 353,0 miljard euro aan totale uitgaven, daarvan gaat
van elke euro die burgers en bedrijven aan belasting betalen:
▪ €0,66 cent naar sociale zekerheid, zorg en onderwijs
▪ €0,25 naar publieke goederen zoals politie, defensie, wegen
▪ €0,09 aan overigen
o Verwacht wordt dat de fiscus in 2022 zo’n 334,1 miljard euro zal ophalen, daarmee is
er dus een tekort van 18,9 miljard euro. Dat leent de overheid van de kapitaalmarkt
Dan de klassieke verdelingsbeginselen:
- Draagkrachtbeginsel (meest om te doen): hoe meer draagkracht je hebt, hoe meer belasting
je moet betalen
o Draagkracht kan vermogen, consumptie, etc.
o Deze ligt ten grondslag aan inkomstenbeginsel
▪ Bijvoorbeeld een progressieve tariefstructuur, hierbij betaal je meer
belasting naarmate je meer gaat verdienen
- Profijtbeginsel: als jij profijt hebt van publieke voorzieningen, wordt je meer belast.
o Denk aan belastingheffing van bedrijven omdat Nederland politiek stabiel is en een
goeie vestigingsplek voor bedrijven.
- Buitenkansbeginsel: hoe meer meevallers, hoe meer belasting
o Denk aan hoge belasting bij jackpot, maar ook de heffing bij schenk- en erfbelasting
▪ Hoe verder je van je af erft, hoe groter de heffing is (moeder dus minder dan
achtertante)
- In de praktijk geldt vaak het: stofzuigerbeginsel: pakken wat je pakken kan. Meer pakken
waar minder sympathie is. De overheid pakt het liefst de belasting van degenen die geen
lobby hebben in de overheid.
o Een voorbeeld is een hogere belasting op villabewoners
- Het beginsel kan zowel betrekking hebben op het heffingsobject als op de grond
In beginsel heffen wij op een belastingmix onderverdeeld in:
- Arbeid, consumptie en kapitaal
o Arbeid het hoogst, dan consumptie en kapitaal het laatste
o Waarom is dit zo? Geld stroomt altijd naar het laagste putje, naar de minste fiscale
weerstand. Kapitaal is mobiel, dus belastingheffers hebben moeite om kapitaal te
belasten. Dus belasten we maar lager, om te voorkomen om mensen zwart te laten
sparen of dat ze gaan emigreren.
▪ Pickety vind dit problematisch omdat hij vindt dat hierdoor de ongelijkheid
tussen mensen toeneemt.
,Nu gaan we nog nader kijken naar de verschillende beginselen, allereerst het draagkrachtbeginsel.
‘Hij krijgt een snoepje, ik wil ook’:
- Horizontale component: gelijke gevallen, gelijk belasten
- Verticale component: ongelijke gevallen, ongelijk belasten.
o Dus twee ankerpunten.
- Maar wat is draagkracht?:
o Bv. consumptie; hoe meer je consumeert, hoe meer draagkracht
o Vooral: inkomen; hoe meer inkomen, hoe meer draagkracht
▪ A. J. Cohen Stuart (1889) zei: Brug moet eerst eigen gewicht kunnen dragen,
alvorens andere lasten te torsen
• In formulevorm: bruto inkomen – noodzakelijke uitgaven =
draagkracht
• Moet je dat dan meten a.d.h.v. huishoudniveau of op individueel
niveau. Het CBS berekende dat men het ziet op huishoudniveau,
hoeveel er in het huishouden binnenkomt, daar wordt op gepland.
▪ Wat zijn dan noodzakelijke uitgaven?
• O.a. uitgaven aan kinderen
o Hiervoor hebben we dus ook veel extra’s
- Voor het draagkrachtbeginsel zijn in de economie ook redenen bedacht waarom progressieve
technieken efficiënt zouden zijn. Er werden twee voorname economische
efficiencytheorieën opgezet, daarbij kwam Kaldor-Hicks met een grondslag voor
progressieve belastingheffing.
o De economische nutstheorie: stel je loopt in de sahara, je bent uitgeput, je ziet alleen
maar zand en sterft bijna. Iemand geeft je water, dat eerste water is nuttig, de tweede
en derde ook, maar de 10e op een gegeven moment niet meer zo. Zo is het ook met
nut, hoe meer je er van krijgt hoe minder nut het heeft. Op een gegeven moment, elke
euro die je meer gaat verdienen heeft minder nut.
▪ Dus een euro meer belasten bij een rijk persoon en een euro minder belasten
bij een arm persoon, doet de welvaart (totaal van nut) toenemen.
• Wel zijn er complicaties zoals gedragseffecten, denk bijvoorbeeld
aan mensen die dan maar niet meer gaan werken. Daarbij is er ook de
onmogelijkheid om nut te meten en te vergelijken.
Dan kijken we naar de herverdelende functie:
- De herverdelende functie is kenmerkend voor het belastingrecht.
o Denkt aan een consument die beschermd moet worden tegen een groot bedrijf, moet
daar ook gedacht worden aan herverdeling, nee! Dat zou leiden tot onvoorspelbare
effecten en verstoring van economische prikkels. Je hoeft ook geen dakloze in huis te
nemen wanneer je belastingfraude hebt gepleegd.
- Herverdeling via belastingheffing is kenmerkend voor fiscale inkomenspolitiek via:
o (extra sterke) progressieve tarieven in de inkomstenbelasting
o Heffingskortingen in de inkomstenbelasting
o Verzilveringsprobleem: je kunt mensen wel een korting geven op de belasting, maar
als zij te weinig inkomen hebben om daar nut van te hebben.
- Na coronacrisis: miljonairstaks? Moeten we miljonairs niet meer gaan belasten?
- Een voorbeeld van deze herverderdelingskwestie ziet op het ‘CPB-onderzoek 2022’:
o Belastingen herverdelen per saldo niet
▪ Regressief karakter premies sociale zekerheid en BTW > progressief karakter
IB
• Denk aan goederenbelasting. 21% belasting over goederen. Rijke
mensen, met een hoog inkomen, consumeren van hun inkomen
, minder dan mensen met een laag inkomen. Mensen met een laag
inkomen moeten relatief aan hun inkomen dus veel BTW betalen.
Rijke mensen hebben veel meer geld en betalen gerelateerd aan hun
inkomen veel minder van hun inkomen aan belasting. Dit is een
regressief effect van inkomen.
o En dit regressieve effect overruled het progressieve effect
van de inkomstenbelasting. Dus: regressief karakter premies
sociale zekerheid en BTW > progressief karakter IB
• Overheidsuitgaven herverdelen wél: a.d.h.v. uitkeringen, toeslagen,
onderwijs en zorg.
o Dit kan leiden tot een roep om belastingen weer sterker te
gaan herverdelen
Dan de derde functie van belastingheffing, namelijk de instrumentele functie:
- Nevendoeleinden van belastingheffing: zoals het sturen van gedrag
- Belastingen stimuleren zaken die de maatschappij belangrijk vindt, bijvoorbeeld:
o Bevorderen arbeidsparticipatie, eigenwoningbezit
o Duurzaamheid
o Ondernemerschap
- Belastingen ontmoedigen zaken die de maatschappij onwenselijk vindt, bijvoorbeeld:
o Roken
o Milieuvervuiling
o Etc.
Laten we dan eens wat dieper gaan kijken naar de tariefstructuur. In Nederland werken wij met een
twee schijven stelsel, dat wil zeggen dat jouw inkomen tot €69.398 belast wordt tegen 37,07%. Elke
euro die je vervolgens meer verdiend wordt belast met 49,50%. Dit was vroeger 51,50% maar de
VVD wou dit niet. Wat betekent deze tariefstructuur nou voor draagkracht. Voor de meerderheid van
de burgers ziet men de draagkracht op huishoudniveau. Maar op deze schaal ziet men dat de belasting
wordt belast op het individu. Laten we dit schetsen:
- Een huis waarin één iemand een ton verdiend wordt de laatste €30.000 hoger belast. Maar in
een huis met twee verdieners die ieders €50.000 verdienen wordt er minder belast.
Draagkracht in belasting komt dus niet altijd goed uit de voeten, dit heeft te maken omdat er
nevendoeleinden zijn verbonden aan deze belastingen. Er zijn er twee:
1. Bevordering van arbeidsparticipatie: we willen dat iedereen deelneemt aan de
arbeidsparticipatie, dat wil de politiek (behalve de christelijke partijen). Dit willen we
vanwege vrouwenemancipatie.
2. Bevorderen van de economische zelfstandigheid: we willen dat de draagkracht niet
afhankelijk is van een persoon in het huishouden, maar dat wanneer er wat fout gaat dat we
twee verdieners hebben.
- Dus je ziet dat het draagkrachtbeginsel strijdt met de nevendoelstellingen
Dit wordt versterkt door de arbeidskorting. Hoe werkt de Wet Inkomsten Belasting (Wet IB)? Dit
doen we door de volgende formule:
- (inkomen x belastingtarief -/- heffingskorting = verschuldigde
inkomstenbelasting
- Arbeidskorting is onderdeel van de heffingskorting
- Arbeidskorting bedraagt maximaal €4.260
o Vanaf €36.649 arbeidsinkomen geldt afbouwpercentage
van 5,86%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Svenvdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.