100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen geschiedenis hoofdstuk 3 regenten en vorsten klas 2 $5.94
Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen geschiedenis hoofdstuk 3 regenten en vorsten klas 2

 4 purchases
  • Course
  • Level

Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 3 van geschiedenis werkplaats. regenten en vorsten. De samenvatting is vooral geschreven voor klas havo/vwo. De vragen die worden beantwoord zijn doelen die je moet weten voor op de toets.

Preview 2 out of 5  pages

  • February 2, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 2
avatar-seller
Geschiedenis werkplaats hoofdstuk 3 leerlijn.
Paragraaf 3.1/3.4.

1. Je kunt aan de hand van de begrippen oligarchie, republiek en absolutisme uitleggen hoe
Frankrijk, Engeland en de Republiek geregeerd werden.

Frankrijk werd bestuurd door één iemand die streefde naar absolutisme. Hij besloot alles zelf, hij had
alle macht. De koning van Engeland had voor belangrijke beslissingen toestemming nodig van het
parlement, Engeland was een monarchie. De republiek bestond uit zeven staatjes. Een gewest werd
bestuurd oor rijke families. Zo’n bestuur wat gedaan word door een klein groepje noem je oligarchie.

2. Je kunt overeenkomsten en verschillen tussen de regeringen van Frankrijk, Engeland en de
republiek benoemen.

In Frankrijk was er maar één koning die alle macht had. In republiek zijn er meerdere families. Die
samen de leiding namen over de beslissingen. De Engelse koning overlegde samen met het
parlement over de beslissingen. De koning had veel macht, maar niet veel.

3. Je kunt aan de hand van de begrippen beurs, stapelmarkt en handelskapitalisme uitleggen
hoe de economie in de republiek functioneerde.

De republiek was het rijkste land vroeger, dat komt door de handel. Ze sloegen handelswaren op in
stapelplaatsen zoals Amsterdam, om het daarna te verkopen op de stapelmarkt. Voor een hogere
prijs. Zo werd er winst gemaakt. Dit economisch systeem waar de handelaren de macht hebben met
geld te investeren in winst noem je handelskaptilisme. Nederland was het centrum van de
handelskapitalisme. Er ontstonden gebouwen die beurzen heten daar kooplieden handeldreven.

4. Je kunt uitleggen waarom de republiek que bestuur een uitzondering was in Europa.

Nederland was het enigste land die met dit bestuur regeerde. Ze hadden veel macht, de andere
landen in Europa vonden dit niet leuk. Waardoor er kleine oorlogen werden gevoerd op zee.
Nederland vocht tegen Frankrijk, Keulen, Münster en Engeland.

5. Je kunt drie redenen geven waarom 1672 bekend staat als het rampjaar in de republiek.

De Engelsen wouden een eind maken aan de overmacht van de Nederlandse handelaren. De
republiek kon geen handel meer voeren met Engeland, dat werd namelijk verboden. De Engelse
koning plande een geheime aanval met de bisschoppen van Keulen, Frankrijk en Münster. In 1672
werd Nederland aangevallen. De Nederlanders versloegen alleen de Engelsen, maar de Duitsers en
fransen niet. Willem III moest ervoor zorgen het land te redden. Johan de wit en andere kregen van
het rampjaar de schuld en werden vermoord. Willem III werd koning van Engeland en vocht samen
met Nederland tegen Frankrijk. De handel ging achterruit.

6. Je kunt uitleggen hoe de VOC was georganiseerd aan de hand van de begrippen monopolie,
factorij en concurrentie.

Nederlanders mochten vanaf 1602 alleen handeldrijven met de VOC. Door deze monopolie (alleen
recht) gingen de prijzen omhoog. De VOC vestigde meer factorijen, aan de kust van Azië. Niet
iedereen was het eens met de VOC er was concurrentie, maar de VOC wou geen concurrentie van
andere landen. Ze wouden juist met de landen samenwerken met het handelen van de goederen uit
het land.

, 7. Je kunt de economische gevolgen in de republiek van de wereld economie benoemen.

De VOC werd het grootste bedrijf ter wereld. Meer dan 20.000 werknemers. Ze hadden veel
factorijen. De VOC maakte veel winst op de handel in kruidnagel en nootmuskaat.

8. Je kunt het verschil uitleggen tussen de VOC en de WIC.

De VOC zat op het oosten, de WIC op het westen. De VOC richtte meer op het handelen en
verbouwen van voedsel. De WIC lette meer op het koloniseren van plantages. Ook voor de Driehoeks
handel. En de oorlog tegen Spanje.

9. Je kunt drie culturele (kunst en religie) gevolgen van de welvaart in de Republiek noemen.

De burgerij was machtig en rijk. Burgers kochten steeds vaker kunst. De schilderkunst vooral. De
schilderkunst groeide en de literatuur ook. De schilderkunst is het beroemdste voorbeeld van de
stedelijke cultuur. Dankzij de rijke burgerij groeide de bouwkunst.

10. Je kunt in je eigen woorden het verschil tussen godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid
uitleggen.

In de republiek mocht je geloven in wat je wou, zonder dat je er vervolgd mee werd. Je mocht alleen
niet je geloof open uitoefenen. Er was dus gewetensvrijheid. Godsdienstvrijheid is het recht hebben
om te kiezen in wat je geloofd.

11. Je kunt de godsdienstige en economische reden geven waarom migranten in de 17 e eeuw
naar de republiek kwamen.

De republiek had veel pullfactoren; geloofsvrijheid, veiligheid, welvaart en er was veel
werkgelegenheid.

Begrippen:
Absolutisme: regeringssysteem waarin de vorst onbeperkte macht heeft.

Hugenoot: Franse calvinist.

Minister: hoogste dienaar van een staat, lid van de regering.

Oligarchie: regering van een kleine groep.

Regent: bestuurder.

Stadhouder: 1 vertegenwoordiger van de vorst in een gewest. 2 in de republiek de hoogste regent in
dienst van de gewesten, onder meer als opperbevelhebber.

Tijd van regenten en vorsten: zesde tijdvak 1600-1700.

Beurs: gebouw waar kooplieden handel dreven.

Gouden eeuw: lange bloeiperiode.

Grachtengordel: deel van Amsterdam langs de grachten uit de 17 e eeuw.

Handelskapitalisme: kapitalisme waarbij handelaren de macht hadden in de economie.

Kapitalisme: economisch systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken.

Oorlogsrecht: regels die gelden tijdens een oorlog.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bellevanes. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

69052 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.94  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added