100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie 22-23 $7.43
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie 22-23

 30 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van pscychopathologie, alle genoemde hoofdstukken helemaal samengevat, aangevuld met collegestof en bijbehorende literatuur. Ik heb met deze samenvatting een 7,2 gehaald.

Preview 4 out of 61  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1,2,4,5,7,8,9,11,12,13,14,15,16
  • February 2, 2023
  • 61
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting psychopathologie

H1
2 classificatiesystemen die veel worden gebruikt
1. ICD
2. DSM
De ICD heeft meer Europese wortels en de DSM meer Amerikaanse wortels

Voordelen classificatiesystemen
- Duidelijke beschrijving kern problematiek
- Internationale eenduidigheid
- Richtinggevend voor behandeling
Nadelen classificatiesystemen
- Mogelijk te snel gereduceerd (te kortaf opgeschreven)
- Categoriale indeling (best wel zwart/wit)
- Suboptimale basis voor behandeling

DE ICD II bevat niet alleen mentale stoornissen, maar omvat alle ziektes. DSM5 gaat wel
alleen over psychische stoornissen.
DSM5 totstandkoming heeft lang geduurd, door heel veel mensen opgepakt. Is veel
transparanter dan DSM4, want zelfs individuen mochten feedback geven.

Waaruit bestaat een DSM5 classificatie?
1. Opsomming van aanwezige stoornissen
2. Uitgebreid met specificaties en stressoren (dit gaat aan de hand van V en Z scores)
3. Ernst score per stoornis
4. Niveau van functioneren (over 6 domeinen worden vragen gesteld, DAS)
 Waar 0% = goed functionerend
 En 100% = volledig afhankelijk
(Voorbeeld: separatieangststoornis, V10, matig, 50%)

Ander classificatiesysteem: DC-05
Bij dit classificatiesysteem kijk je ook veel meer om het kind heen.
AS I = stoornis
AS II = relationele context (gedrag, affect,
gehechtheid)
AS III = medische en ontwikkelingsstoornis en
conditie
AS IV = psychosociale stressoren (omgeving kind)
AS V = niveau van de ontwikkeling

Factoren die de behandeluitkomst voorspellen >

Classificeren = geeft antwoord op de vraag WAT
speelt er?
Diagnosticeren = uitgebreider, geeft antwoord op de
vraag; HOE is dat tot stand gekomen. Je gaat veel
meer het gesprek aan en wilt precies weten hoe het op
verschillende domeinen voor de cliënt is.

,H5 slaapstoornissen en slaapproblemen

Slaap = een toestand van verminderde motorische activiteit en verminderde verwerking van
zintuigelijke prikkels, waaruit men gewekt kan worden (om het te onderscheiden van coma of
de dood) en wat gemiddeld eenmaal per etmaal voorkomt.

Twee soorten slaap
Rem = Rapid eye movement
Remslaap = Actieve slap of droomslaap. Er wordt vaak gedroomd, maar dit kan ook
in de non-remslaap, maar komt bij remslaap meer voor. Hersenen zijn
actief met vorming en in vorm houden van zenuwstelsel en geheugen.
Non-remslaap = Rustige slaap, weinig oogactiviteit. Er zijn 4 fasen in slaapdieptes. Het
lichaam is in deze slaap druk met lichamelijk herstel. Bij kinderen
bijvoorbeeld groeien.

Fase 1 = het in slaap vallen, een lichte slaap
Fase 2 = een iets minder lichte slaap
Fase 3 = diepe slaap, moeilijker te wekken
Fase 4 = diepe slaap, moeilijker te wekken

Slaapcyclus volwassene = fase 1 non-remslaap > fase 2, 3, 4 > fase 3, 2, 1 (duurt ongeveer
90 min) > remslaap van 10-20 min > opnieuw bij fase 1. Deze cyclus gebeurt zo’n 4 a 5 keer.

Circadiaan ritme = Mensen gaan volgens een 25 uurs ritme leven, ongeveer een
dag. Baby’s kennen dit nog niet, omdat ze nog geen melatonine
aanmaken.

Twee verschillen bij slaap van baby en slaap van oudere kinderen en volwassenen
1. Een baby start met de remslaap. Na 6 maanden is het mogelijk om te starten met de
non-remslaap. Vanaf die leeftijd wordt diepe slaap onderdeel van de normale slaap.
2. Bij baby’s bestaat de non-remslaap alleen uit fase 1 en 2. De cyclus is veel korter
omdat baby’s nog veel meer slapen.

We spreken van een slaapstoornis als
1. De slaap over langer tijd (meestal meer dan drie maanden) verstoord is
2. Het duidelijke negatieve effecten heeft op de activiteiten overdag.

Primaire stoornis = de slaapstoornis staat op zichzelf
Secundaire stoornis = als deze veroorzaakt wordt door andere oorzaken (bijvoorbeeld
eczeem, depressie, middelengebruik)

Slaapstoornissen
Dyssomnia’s = vormen van slechte slaap.
 Insomnia = slaaptekort
 Hypersomnia = slaap te veel
Parasomnia’s = vreemde slaap


Dyssomnia’s (vormen van slechte slaap)

,Insomnia = meest voorkomende slaapprobleem bij kinderen. Op deze leeftijd, zijn
slaapproblemen vrijwel altijd verknoop met het pedagogisch handelen van ouders =
pedagogisch slaapprobleem.

3 manieren tot uiting
1. Als inslaapprobleem. Het kind gaat niet op tijd naar bed en/of ligt langdurig wakker,
wat gepaard kan gaan met duidelijk verzet en conflicten.
2. Als doorslaapprobleem. Het kind wordt in de nacht wakker en slaapt niet vanzelf
weer in. Het kind moet dan getroost worden of kruipt bijvoorbeeld bij ouders in bed.
3. Als te vroeg wakker worden. Soms is er sprake van insomnia (meestal bij een ouder
kind) terwijl ouders dit niet weten, omdat het kind rustig blijft. Ze komen er dan pas
achter als er bijvoorbeeld problemen op school zijn die men kan herleiden aan
slaaptekort.
Frequentie criterium = bij kinderen 3 dagen per week, 3 maanden lang

Ook bij adolescenten komt insomnia veel voor, maar dan is het geen pedagogisch
slaapprobleem. Insomnia kan tijdelijk zijn, door bijvoorbeeld een belangrijke gebeurtenis,
maar kan ook chronisch worden.

Slaapapneu = Het stokken van de ademhaling gedurende 10 of meer seconden.
Het kan de slaap zo ernstig verstoren, dat het gezien wordt als
een slaapstoornis.
Centrale slaapapneu = onrijpheid van de (ademhalings-)hersenen bij pasgeborene of
premature zuigelingen
Obstructieve slaapapneu = versperring van de luchtwegen, meestal veroorzaakt door
vergrote amandelen.

Hypersomnia = ondanks voldoende nachtrust, slaapaanvallen overdag. Zeldzame
stoornis bij zowel kinderen als volwassenen.
Frequentiecriterium = 3 maanden 3x per week verlengde slaapepisodes of dutjes
overdag

Narcolepsie = verstoorde remslaap, persoon begint zijn slaap met remslaap en
deze duurt ook veel langer.

4 symptomen, hoeven niet noodzakelijk tegelijk op te treden
1. De patiënten voelen zich constant moe en sukkelen overdag geregeld tegen hun zin in
slaap.
2. Bij heftige emoties, vooral bij heel hard lachen, treedt bij velen een acute spierslapte
op waardoor ze in elkaar zakken, ook wel kataplexie genoemd. De patiënt blijft bij
bewustzijn, maar kan niet bewegen.
3. Bij het inslapen treden vaak ongewoon heldere hallucinaties op, die zo intens zijn dat
ze voor werkelijk worden gehouden
4. Bij het ontwaken kan slaapverlamming optreden. De geest is wakker en geeft
commando’s, maat het lichaam luistert nog niet.

De stoornis is zeldzaam en wordt meestal pas in de adolescentie of jongvolwassenheid
vastgesteld. De stoornis kan erfelijk zijn, ook kan het ontstaan door stressvolle
gebeurtenissen. Medicinale behandeling is mogelijk, maar narcolepsie geneest niet.

, Circadianeritme-slaap-waakstoornissen = er wordt op verkeerde tijden geslapen, de
slaapcyclus is niet goed afgestemd op de 24 uurscyclus. (Bijv. jetlag). Komt vooral voor bij
adolescenten.

Parasomnia’s (vormen van vreemde slaap)
Deze slaapstoornissen komen vooral veel voor bij jonge kinderen. Komt vaak door
combinatie van erfelijke aanleg en rijpingsprocessen van de hersenen. Pedagogische handelen
van ouders hebben geen rol.

Pavor nocturnus = nachtelijke angst
Komt veel voor vanaf 18 maanden tot 2 jaar en komt in de adolescentie vrijwel niet meer
voor. De stoornis wordt vaak geïnterpreteerd als nachtmerrie, alleen weet het kind van pavor
nocturus niks meer, niet als het gebeurt, maar ook de volgende ochtend niet meer. De oorzaak
hoort bij de rijping van de hersenen. Partial arousal = het kind blijft steken in het proces van
wakker worden.

Slaapwandelen = komt voor in de non-remslaapfase, vaak in de laatste fasen van de slaap.
Voor slaapwandelen moet het kind wel ouder zijn, want het moet zichzelf kunnen verplaatsen
(4 tot 12 jaar)

Nachtmerries = een zeer angstige droom waar je van wakker wordt, ook heb je dan nog
duidelijke herinneringen.
Vanaf het 3 levensjaar kunnen kinderen gaan vertellen over hun dromen.
e

Een nachtmerriestoornis speelt pas op als de normale ontwikkeling van het kind bedreigt
wordt.

Slaap gebonden bewegingsstoornissen

Rustlozebenensyndroom = als een kind vervelende gewaarwordingen voelt in zijn benen en
daardoor de onbedwingbare behoefte heeft om ze te bewegen te
strekken of te masseren. Dit is een slaapstoornis als de prikkels
in de avond erger zijn dan overdag.

Bruxisme = tandenknarsen tijdens de slaap. Gaat meestal vanzelf over, is
onbewust en heeft geen functie.

Comorbiditeit
- Internaliserende stoornissen (depressie en angststoornissen)
- PTSS
- Gedragsproblematiek (ASS en ADHD)

Jongens en meisjes
Op jonge leeftijd is er vrijwel geen verschil. In de adolescentie hebben meisjes meer last van
nachtmerries en insomnia. Bij jongens komen vaker stoornissen voor die te maken hebben
met het circadiane ritme.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneverhulst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43
  • (0)
Add to cart
Added