Samenvatting 'Humane Levenscyclus van de Mens' - H1 tm H11
6 views 0 purchase
Course
Humane levenscyclus I (AB_1161)
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Levenscyclus van de mens
In deze samenvatting heb ik het boek en een deel van de collegeslides (22-23) meegenomen. Hij is gedetailleerd. Met deze samenvatting heb ik een 8,3 weten te behalen.
Table of Contents
H1 Basisprincipes.............................................................................................................. 4
H2 Gametogenese ............................................................................................................ 7
H3 Bevruchting en implantatie ....................................................................................... 15
H4 De tweede ontwikkelingsweek: trofoblast en embryoblast......................................... 19
H5 De derde ontwikkelingsweek: gastrulatie .................................................................. 22
H6 De vierde tot achtste ontwikkelingsweek: differentiatie van de drie kiemlagen .......... 28
H7 Foetale groei ............................................................................................................. 46
H8 Ontwikkeling van de vitale organen .......................................................................... 55
H9 Geboorte ................................................................................................................... 62
H10 Postnatale adaptie .................................................................................................. 67
H11 Vroeggeboorte ........................................................................................................ 71
De laatste 2 Hoorcolleges ............................................................................................... 74
,Biomedische nomenclatuur
Dorsaal= rug
Ventraal= buik
Posterior= achterkant
Anterior= voorkant
Craniaal= schedel (cranium)
Caudaal= staart
Superior= boven
Inferior= onder
Mediaal= richting het midden
Lateraal= richting de zijkant
Proximaal= dicht bij het centrum van het lichaam
Distaal= ver van het centrum van het lichaam
Cephalocaudal= van hoofd naar staart
Dorsomediaal= aan de rugkant bij de middellijn
Ventrolateraal= aan de buikkant ver van middellijn
Anatomische vlakken (humaan)
Frontaal/coronaal= vlak voorkant en achterkant
Sagittaal/longitudinaal= in de lengterichting
Transversaal/horizontaal= dwarsdoorsnede
Mediaal= precies door het midden van het vlak
,Anatomische assen
Dorsoventraal= voor naar achter, hierop staat frontale vlak loodrecht
Zelfde als
Links-rechts as= spreekt voor zich, saggitale vlak staat hier loodrecht op
Zelfde als
Craniocaudale as= van schedelkant naar staartkant, hierop staat transversaal vlak loodrecht
Zelfde als
Let op: onderzoekers beschouwen ongeboren mens als viervoeter.
1. ventraal
2. craniaal
3. distaal
4. lateraal
, H1 Basisprincipes
§1.1 Cel differentiatie door differentiële genexpressie
Niet alle genen in de kern van een cel zijn actief. Dit wordt bepaald door
transcriptiefactoren die de transcriptie van DNA naar RNA beïnvloeden. Naarmate de
delingen van een bevruchtte eicel toenemen, komen er meer genen tot expressie. Hierdoor
veranderen cel eigenschappen ten opzichte van elkaar.
§1.2 Inductie en paracriene factoren: van signalering naar differentiatie
Inductie houdt in dat bepaalde cellen (inducers)
signalen afgeven in de vorm van eiwitten die andere
cellen (responder) op kunnen nemen door
receptoren op het celoppervlak. Deze receptor is de
verbinding tussen het intra- en extracellulaire
domein. Wanneer een eiwit bindt aan de receptor,
treden er allerlei vormen van intracellulaire
signaaloverdracht zoals hier aangegeven:
Een belangrijke vorm van signaaloverdracht in de cel
vindt plaats door middel van het binden van een of
meer fosfaatgroepen. De geactiveerde receptor
bindt de fosfaatgroep namelijk aan de specifieke
eiwitten. Hierdoor verandert de structuur van de
eiwitten, en kunnen de een volgende eiwitten
beïnvloeden.
Het veranderde gedrag kan zich uiten in een
veranderde celdeling, in veranderde genexpressie of
bijvoorbeeld in veranderde beweging van de
responder cel.
§1.3 paracriene factoren
De signaaleiwitten worden meestal paracriene factoren genoemd (ligand,
differentiatiefactoren). Paracrien betekent dat de factoren die door de inducer worden
afgegeven invloed hebben op een cel in de buurt. Andere soorten signaalvorming hebben
gelijke namen:
- endocrien: signalering op afstand
- juxtacrien: signalering waarbij ligand aan andere cel vastzit
- autocrien: signalering en ontvangst door dezelfde cel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robbinvangroenigen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.