100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting en uitwerkingen van de toetstermen, Keuzedeel - Handboek Schulden en inkomen Verdieping sociale zekerheid, ISBN: 9789037244755 Keuzedeel Verdieping sociale zekerheid $4.99
Add to cart
Keuzedeel - Handboek Schulden en inkomen Verdieping sociale zekerheid
In mijn samenvatting zijn alleen de hoofdstukken samengevat waar toetstermen bij horen. Tevens zijn in het document alle toetstermen volledig uitgewerkt. Hierdoor staat in deze samenvatting alleen de onderwerpen die écht belangrijk zijn! Alles wat in het examen behandelt wordt, staat namelijk in ...
Inhoudsopgave van de hoofdstukken met bijbehorende toetstermen
Hoofdstuk 2 ................................................................................................................................................................ 2
1.1 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor een sociale voorziening (bijv.
participatiewet of toeslagenwet) of wat de uitkeringshoogte of -duur is. ............................................................................. 3
1.2 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor een volksverzekering (zoals AOW, AKW
en ANW) of wat de uitkeringshoogte of -duur is. ................................................................................................................... 3
1.3 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor de werknemersverzekeringen (ZW,
WIA, WW) of wat de uitkeringshoogte of -duur is. ................................................................................................................. 4
1.4 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand gelet op de voorschriften in aanmerking kan blijven komen
voor een uitkering. ................................................................................................................................................................. 4
Hoofdstuk 3 ................................................................................................................................................................ 5
4.1 De kandidaat stelt voor een beschreven situatie vast van welk soort schulden sprake is (zoals kortlopende schulden,
langlopende schulden en huishoudelijke schulden, overlevingsschulden, overbestedingsschulden, aanpassingsschulden,
compensatieschulden en bureaucratische schulden).............................................................................................................. 6
Hoofdstuk 6 ................................................................................................................................................................ 7
5.1 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor bewindvoering en/of welke vorm
passend is en/of welke stappen daarvoor moeten worden gezet. ......................................................................................... 9
5.2 De kandidaat stelt voor een situatie vast wat de gevolgen van bewindvoering voor een klant zijn. ............................... 9
5.3 de kandidaat stelt voor een situatie de taken en bevoegdheden van de bewindvoerder vast......................................... 9
Hoofdstuk 10 ............................................................................................................................................................ 10
6.1 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor toepassing van de Wsnp en/of welke
stappen daarvoor moeten worden gezet. ............................................................................................................................. 12
6.2 De kandidaat stelt voor een situatie vast, gevolgen voor iemand zijn van toepassing van de Wsnp. ........................... 12
6.3 De kandidaat licht voor een situatie de taken en bevoegdheden van de Wsnp-bewindvoerder toe. ............................ 13
6.4 De kandidaat motiveert voor een situatie of beëindiging van de Wsnp mogelijk is....................................................... 13
Hoofdstuk 11 ............................................................................................................................................................ 13
4.2 De kandidaat motiveert voor een situatie of budgetbegeleiding, budgetbeheer of inkomensbeheer passend is. ........ 14
Hoofdstuk 12 ............................................................................................................................................................ 15
2.1 De kandidaat stelt voor een situatie vast naar welke instelling doorverwezen moet worden en/of wat de taken en
bevoegdheden zijn van een instelling. .................................................................................................................................. 16
Hoofdstuk 16 ............................................................................................................................................................ 17
3.2 De kandidaat motiveer voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor een fiscale of financiële voorziening,
zoals een toeslag, kortingsregeling of kwijtschelding........................................................................................................... 17
Hoofdstuk 18 ............................................................................................................................................................ 18
3.1 De kandidaat licht de onderdelen van een salaris- of uitkeringsspecificatie toe. ........................................................... 18
5.4 De kandidaat rapporteert voor een situatie de schulden en het inkomen van een klant. .............................................. 18
Overige toetstermen: ................................................................................................................................................ 18
1.5 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand recht heeft op zorg of een vergoeding op grond van de ZVW,
WLZ, WMO, en/of wat de hoogte van de vergoeding is. ...................................................................................................... 18
1.6 De kandidaat motiveert voor een situatie de mogelijkheid van gerechtelijke vervolgprocedures. ................................ 19
1
, Keuzedeel: Verdieping sociale zekerheid
Hoofdstuk 2
Inkomen
Inkomen is alles wat iemand als opbrengst van arbeid, onderneming of vermogen geniet,
bijvoorbeeld loon, winst, dividend of rente. Goederen en diensten kunnen ook tot het
inkomen behoren. Het is ook een juridisch begrip, het gaat dan over de wetgeving die de
hoogte van het inkomen bepaalde rechten kan geven.
- Toetsingsinkomen, geldt als norm om wel of geen toeslag te krijgen.
- Verzamelinkomen, dit wordt berekend door het gezamenlijke bedrag van inkomen
uit werk en woning, uit aandelen en dividenden en uit sparen en beleggen, waarover
de hoogte van de aanslag inkomstenbelasting wordt bepaald met daarvan
afgetrokken de aftrekposten.
De soorten inkomens:
- Het primair inkomen, is inkomen dat direct met arbeid of dienst verdiend wordt, van
dit inkomen zijn nog geen kosten afgetrokken.
- Het secundair inkomen, is het primair inkomen minus directe belastingen en sociale
premies, vermeerderd met inkomensoverdrachten (voorbeeld: uitkering).
- Het tertiair inkomen, is het primair inkomen minus indirecte prijsverhogende
belastingen (voorbeeld: btw), vermeerderd met prijsverlagende subsidies.
Sociale zekerheid
Het stelsel van sociale zekerheid bestaat uit sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
Voor de verzekeringen wordt premie betaald. Voor de voorzieningen geldt dat ze een
vangnet zijn. Het gaat dan om een minimumbedrag om in het levensonderhoud te kunnen
voorzien. De sociale voorzieningen worden betaald uit de algemene middelen (belasting) van
de overheid.
1.1 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor een sociale
voorziening (bijv. participatiewet of toeslagenwet) of wat de uitkeringshoogte of -duur is.
De sociale voorzieningen bestaan in Nederland uit de:
Participatiewet:
Iedereen van 18 jaar en ouder die rechtmatig in Nederland woont en die niet beschikt over
voldoende inkomen en vermogen om van te leven, kan voor de bijstand in aanmerking
komen. Als de leefsituatie gehuwd of samenwonend is en beide partners de leeftijd hebben
tussen 21 jaar en de AOW-leeftijd is de hoogte van de bijstandsnorm samen 100% van het
netto minimumloon. Als de persoon alleenstaand is en ook tussen 21 jaar en de AOW-
leeftijd is dan is de hoogte van de bijstandsnorm 70% van het netto minimumloon.
Veranderd er gedurende de uitkering niks aan de situatie, stopt de uitkering zodra de
pensioenleeftijd is bereikt.
Toeslagenwet:
Wie 18 jaar of ouder is en op grond van de verplichte verzekering recht heeft op een
uitkering op grond van de ZW, WW, IOW, WIA, WAO, WAZ, Wajong, Wet arbeid en zorg of
Wamil, of recht heeft op een loondoorbetaling bij ziekte door de werkgever, kan voor een
toeslag in aanmerking komen. De Toeslagenwet vult de uitkering en eventuele inkomsten
aan tot het maximale sociaal minimum, hoe hoog dit is verschild per leeftijd en leefsituatie.
Wet arbeidsongeschiktheid jonggehandicapten:
De Wajong is bedoeld voor mensen die al op jonge leeftijd een ziekte of beperking hebben
en die daardoor nooit zullen kunnen werken. Een jongere kan al op zijn 18e jonggehandicapt
zijn, of dit later tijdens zijn studie worden. Niet de ziekte of beperking maakt dat iemand
jonggehandicapt is, maar het feit dat hij daardoor nooit zal kunnen werken. Het is een
minimumuitkering, dat wil zeggen dat de uitkering gebaseerd is op het minimum(jeugd)loon.
Het minimumloon geldt voor personen vanaf 21 jaar, voor jongere personen geldt het
minimumjeugdloon.
Wet maatschappelijke ondersteuning:
De gemeente mag in haar eigen beleid vaststellen welke ondersteuning ze in het kader van
de Wmo biedt ten behoeve van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een
beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen. Dat kan met algemene
voorzieningen of met (individuele) maatwerkvoorzieningen.
1.2 De kandidaat motiveert voor een situatie of iemand in aanmerking komt voor een
volksverzekering (zoals AOW, AKW en ANW) of wat de uitkeringshoogte of -duur is.
De volksverzekeringen bestaan in Nederland uit de:
Algemene ouderdomswet:
De algemene Ouderdomswet regelt een basispensioen voor mensen die de
pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. De hoogte van het ouderdomspensioen wordt
afgeleid van het nettominimumloon. Er zijn ook verschillende bedragen voor alleenstaanden
en gehuwden, de samenstelling van het huishouden is hierdoor van belang.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmine10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.99. You're not tied to anything after your purchase.