Verhaal- en poëzieanalyse
Het verschil tussen non-fictie en fictie:
- Non-fictie is een tekst dat in werkelijkheid echt gebeurd is. De schrijver houdt zich
aan feiten en schrijft de waarheid. Hieronder vallen informatieve boeken.
- Fictie is een tekst die niet gebaseerd is op de werkelijkheid. De schrijver neemt de
werkelijkheid wel als uitgangspunt, maar verzint er dingen bij en laat bijvoorbeeld
personen of gebeurtenissen weg.
-
Lectuur en literatuur:
- Literatuur wordt tot de kunst gerekend, want de schrijver krijgt een artistieke
erkenning.
- Lectuur en literatuur zijn beide bedoeld om te lezen.
Lectuur Literatuur
minder diepgang en is voorspelbaar meer samenhang en gebeurtenissen
hang niet (niet voorspelbaar)
eenvoudig taalgebruik, minder natuurlijk personages hebben meer ontwikkeling
en origineel en er zijn minder types.
Minder handelen volgens vaste
rolpatronen
happy end open einde
maatschappelijk moraal maatschappijkritisch
onderwerp van onderzoek
wat wil de lezer horen lezer willen laten nadenken
Verhaalanalyse:
- Titelverklaring:
Titel > verwijst naar een gebeurtenis, het thema, de motieven en de personages.
Ondertitel > verwijzing van het thema.
- Motto:
, Klein stukje tekst, citaat of een deel van een gedicht. Is van toepassing op het
verhaal dat vervolgens wordt verteld.
- Opdracht:
Aan wie draagt de schrijver het boek op.
- Spanning:
Willen weten hoe het verhaal afloopt.
Middelen om spanning op te wekken:
1) Ontknoping van het verhaal uitstellen.
2) De lezer weet meer dan het verhaalfiguur. (kennisvoorsprong)
3) De lezer weet minder dan het verhaalfiguur (kennisachterstand)
4) Scheppen van bijzondere situaties en verhaalfiguren.
- Ruimte:
De gegevens over plaats en tijd.
Plaats > topografische plaats waar het verhaalfiguur zich bevindt, klimatologische
omstandigheden en belangenruimte (gevoel van de ruimtefiguur overeenkomt met de
ruimte om hem heen).
Tijd:
Informatieve opening > personages introduceren en de plaatsen waar het verhaal
zich gaat afspelen.
Opening-in-de-handeling > er is al heel wat gebeurd aan het begin van het verhaal.
Open einde > nog niet alles is opgelost aan het einde.
Gesloten einde > het verhaal is goed of slecht afgelopen.
Vertel tijd > tijd die een verteller nodig heeft voor het vertellen van zijn verhaal.
Vertelde tijd > tijd die het verhaal omvat.
Tijdversnelling > langere periode die in enkele zinnen wordt samengevat.
Tijdvertraging > bepaalde scène wordt zeer gedetailleerd beschrijft.
Tijdsprong > periodes overslaan en daar geen woorden aan besteden.
Chronologisch > volgorde vertellen waarin iets is gebeurd.
Niet-chronologisch > niet aan de volgorde houden waarin iets is gebeurd.
Flash back > terug in de tijd (bijvoorbeeld verklaring geven)
Flash forward > toekomstige
gebeurtenis in het verhaal naar voren halen
(bijvoorbeeld waarschuwen).
- Personages:
Bij karakters kom je veel te weten over
gevoelens en gedachten, terwijl je bij
types oppervlakkig kennen en vooral
het uiterlijk wordt beschreven.
- Vertelperspectief:
Vanaf welke persoon een verhaal wordt
beschreven.
Verschillende vertelperspectieven:
1) ik-perspectief: personage vertelt
in de ik-vorm over gebeurtenissen.
2) personaal vertelperspectief: verhaal niet door iemand verteld die herkend in
het verhaal (hij/zij-vorm).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkehavermans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.