Hoorcolleges Onderneming en Recht
Week 1 corporate governance & rechtspersonen
De onderneming
- Wet op ondernemingsraden (Wor)
- Wor: Artikel 1 lid 1 sub c Wor: Een in de maatschappij als zelfstandige eenheid
optredend organisatorisch verband waarin arbeid wordt verricht (krachtens
arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling)
Dus arbeid moet in ondernemingsraad worden vertegenwoordigd
- Hrb 2008: art 2 lid 1: Een voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid
waarin diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht
(ten behoeve van derden) met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.
Terminologie in de Wor: instandhouden. Doel: werknemersmedezeggenschap op
ondernemingsniveau.
Terminologie in de Hrw 2007: toebehoren. Doel: registratie van ondernemingen
De ondernemer
Wie kan een onderneming in stand houden/ aan wie kan een onderneming toebehoren?
- Privaatrechtelijk
. eenmanszaak (sole proprietorship)
- Privaatrechtelijk & ondernemingsrechtelijk: rechtsvormen. Niet door
natuurlijkpersoon, maar rechtspersoon:
. personenvennootschappen
. rechtspersonen
Personenvennootschappen
Personenvennootschappen: contractuele rechtsvormen. Zijn
samenwerkingsovereenkomsten: juridische vragen over de uitleg van de overeenkomst
volgende week.
1. Maatschap
2. Vennootschap onder firma (VOF)
3. Commanditaire vennootschap (CV)
Boek 7A BW en Wetboek van Koophandel
Rechtspersonen naar privaatrecht art 2:3 BW
Rechtspersonen zijn institutionele rechtsvormen.
- Boek 2 BW
,- Definitie: Art 2:3 BW: ‘bezitten rechtspersoonlijkheid’: het zijn zelfstandige entiteiten
we geven ze persoonlijkheid door middel van het recht na oprichting.
- Art 2:5 BW: Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een
natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit
- Een rechtspersoon is geen overeenkomst, maar een zelfstandige entiteit die wordt
‘opgericht’ binnen de wettelijke mogelijkheden (gesloten stelsel)
- Een rechtspersoon kan dus bijv.
. vermogen hebben
. overeenkomsten sluiten
. betrokken zijn bij juridische procedures
. art 3:276 BW geldt dus ook. rechtspersoon kan ook schuldeiser of schuldenaar zijn
- Organen: De interne organisatie van een rechtspersoon wordt gevormd door de
organen van de rechtspersoon. Belangrijk persoon is het bestuur.
1. Vereniging
- Artikel 2:26 t/m 2:52 BW
- Materiele kenmerken: leden, gericht op een doel, opgericht bij meerzijdige
rechtshandeling, verbod winst te verdelen onder de leden
- Er is een bestuur, en het orgaan waarin de leden bijeenkomen is de algemene
vergadering (AV)
2. Coöperatie
- Artikel 2:53 t/m 63k BW
- Art 2:53 lid 1 materiele kenmerken: ‘als coöperatie opgerichte vereniging’, voorzien
in de ‘stoffelijke behoeften’ van de leden (via overeenkomsten met die leden),
uitoefening van een bedrijf t.b.v. de leden.
- Er is een bestuur, en het orgaan waarin de leden bijeenkomen is de AV.
- Vb: melkveehouders willen melk aan een fabriek verkopen en vormen een coöperatie
om zelf een melkfabriek te beginnen. Makkelijker dan allemaal afzonderlijk melk naar
fabriek sturen.
3. Onderlinge waarborgmaatschappij
- Art 2:53 t/m 63k BW
- Art 2:53 lid 2 materiele kenmerken: ‘als onderlinge waarborgmaatschappij opgerichte
vereniging’, sluiten van verzekeringsovereenkomsten met de leden, uitoefening van
een verzekeringsbedrijf t.b.v. die leden.
- Er is een bestuur, en het orgaan waarin de leden bijeenkomen is de AV.
Agency problem
Bij verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen kan het agency
problem een rol spelen: het bestuur heeft een informatievoorsprong en het
ledenbestand is te groot om tegenwicht te kunnen bieden. De leden denken dat de
besturen wel hun best voor hen doen, maar dat weten ze niet zeker.
Ondernemingsrechtelijke problematiek. Verhouding bestuur enerzijds en AV anderzijds
,goed vormgeven. Dat roep de vraag op naar de (wenselijke) inrichting van de verhouding
tussen het bestuur en de AV/leden: de governance van deze rechtsvormen (checks and
balances)
Art 2:53a lid 1 BW: een coöperatie en een owm mogen wel winst verdelen onder de
leden. Een vereniging mag dat niet.
4. Stichting
- Art 2:285 t/m 2:304
- Art 2:285 lid 1 BW materiele kenmerken: ledenverbod, doelvermogen,
uitkeringsverbod (behalve uitkeringen met een ideële of sociale strekking)
- Er is een bestuur, geen leden/AV
- Agency problem speelt geen rol, maar de wenselijke inrichting van de stichting is nog
steeds een relevante governance-vraag (checks and balances)
5. Naamloze vennootschap (NV)
- Art 2:64 tm 2:170 BW
- Art 2:64 lid 1 materiele kenmerken: een kapitaal dat in aandelen is verdeeld (er zijn
dus 1 of meer aandeelhouders), de aandelen zijn (in beginsel) vrij overdraagbaar (dit
blijkt uit art 2:87 BW)
- Art 2:105 lid 1 BW: winst komt aan de aandeelhouders ten goede
- Vooral geschikt voor:
. vennootschappen met een groot aantal aandeelhouders en een potentieel steeds
wisselend aandeelhoudersbestand
. een NV kan beursgenoteerd zijn: de aandelen zijn dan toegelaten tot de handel op
(meestal) een gereglementeerde markt (RM: regulated market)
- Er is een bestuur en het orgaan waarin de aandeelhouders bijeenkomen is de AV
- Agency problem: het bestuur heeft een informatievoorsprong en het
aandeelhoudersbestand is te verspreid om tegenwicht te kunnen bieden
Dat roept de vraag op naar de (wenselijke) inrichting van de verhouding tussen het
bestuur en de AV: de corporate governance van deze rechtsvormen checks and
balances
- Voor beursgenoteerde NV’s: de Nederlandse corporate governance code
6. Besloten vennootschap (BV)
- Art 2:175 t/m 2:274a BW
- Art 2:175 lid 1 BW materiele kenmerken: een kapitaal dat in aandelen is verdeeld (er
zijn dus 1 of meer aandeelhouders), de aandelen zijn (in beginsel) niet vrij
overdraagbaar (dit blijkt uit art 2:195 BW)
- Art 2:216 lid 1: de aandeelhouders beslissen over het doen van uitkeringen
- Vooral geschikt voor:
. vennootschappen met een klein aantal aandeelhouders en een stabiel
aandeelhoudersbestand (MKB-ondernemingen)
- Ook een BV kan beursgenoteerd zijn: de aandelen zijn dan toegelaten tot de handel
op (meestal) multilaterale handelsfaciliteit (MTF: Multilateral trading facility)
, - Er is een bestuur en AV
- Agency problem 1: de niet beursgenoteerde BV: het bestuur en de aandeelhouders
bestaan (deels) uit dezelfde personen waardoor conflicten tussen hen kunnen leiden
tot een impasse/patstelling in de besluitvorming
- Agency problem 2: de beursgenoteerde BV: het bestuur heeft een
informatievoorsprong en het aandeelhoudersbestand is te verspreid om tegenwicht
te kunnen bieden.
- Dat roept de vraag op naar de (wenselijke) inrichting van de verhouding tussen het
bestuur en de AV: de corporate governance van deze rechtsvormen checks and
balances
- Niet beursgenoteerde BV: eigen type corporate governance vragen (50/50-
verhouding, familievennootschap)
- Beursgenoteerde BV: de Nederlandse corporate governance code
Aansprakelijkheid NV en BV
- NV art 2:64 lid 1 BW
- BV art 2:175 lid 1 BW
- Aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk net als bij vereniging.
Oprichting rechtspersonen
- Vereniging: art 2:27 lid 1: kan bij notariële akte (formele vereniging), maar hoeft niet
(informele vereniging)
Bij notariële akte:
- Coöperatie: art 2:53 lid 1
- Owm: art 2:53 lid 2
- NV: art 2:64 lid 2
- BV: art 2:175 lid 2
- Stichting: art 2:286 lid 1
Samengevat
- Ondernemingsrecht gaat vooral over rechtsvormen
- Onderscheid personenvennootschappen (samenwerkingsovereenkomsten: juridische
vragen over de uitleg van de overeenkomst) en rechtspersonen (zelfstandige
entiteiten: vragen rond de (corporate) governance van de rechtsvorm)
Deel 2
Onderneming is entiteit waarin input wordt omgezet in output. Veel belangen komen samen
en die samenbundeling leidt tot iets met een bepaalde waarde. Alle partijen hebben
individueel en gezamenlijk belang. Innerlijke dialectiek.
Onderneming: eenheid in diversiteit?
Waardeconversiemodel: een boekhoudkundige weergave door middel van:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adrankier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.72. You're not tied to anything after your purchase.