Rechtsregels zijn nodig om de maatschappij te ordenen. Niet alleen in het openbare leven maar denk
ook aan sportregels en examenregels.
Verwijzen wetbundel:
Art. 3:17 bw
Art. 3:17 lid 2 bw
Art. 3:17 lid 1 sub b bw
Publiekrecht is het recht waarbij de overheid gebruik maakt van een bijzondere bevoegdheid die wij
als burgers niet hebben.
Privaatrecht is al het andere.
Objectief recht is al het recht in het algemeen.
Subjectief recht is het recht dat van toepassing is in een specifieke relatie.
Dwingend recht is het recht waarvan je niet mag afwijken.
Aanvullend/ regelend recht is het recht waarvan je wel mag afwijken.
Formeel recht zijn procedureregels.
Materieel recht regelt de inhoud.
Wet in formele zin is een wet die op het hoogste niveau in Nederland is aangenomen.
Regering met de staten generaal maat de hoogste wetten.
Wet in materiele zin is een wet die voor iedereen geld.
Een relatief recht is een recht dat je alleen tegenover één bepaalde persoon kunt uitoefenen.
Vb. de werknemer kan zijn recht op loon uitsluitend ten opzichte van zijn eigen werkgever
uitoefenen.
Een recht dat je tegenover iedereen kunt uitoefenen gelden is een absoluut recht.
Vb. de eigenaar van een gesloten zaak kan zijn gestolen eigendom revindiceren (opeisen).
Rechtshandeling: handeling gericht op rechtsgevolgen te laten ontstaan. (koopovereenkomst)
Rechtsgevolg: gevolg dat relevant is voor het recht. Bepaalde regels gaan gelden of veranderen.
(verbintenissen ontstaan)
Rechtsfeit: feit dat relevant is voor het recht. Al het bovenstaande.
Bloot rechtsfeit: is geen handeling voor nodig (18 worden, geboorte, overleiden).
Feitelijke handeling: niet de bedoeling dat er rechtsgevolg ontstaat.
De overeenkomst
- Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. (wb6
art.217)
- Aanbod en aanvaarding zijn eenzijdige rechtshandelingen.
Bij elkaar (overeenkomst) is het een meerzijdige rechtshandeling.
- De overeenkomst is een van de bronnen van verbintenissen.
- Door aanvaarding van het aanbod wordt de overeenkomst gesloten.
- Overeenkomsten zijn veelal vormvrij.
, - Een mondeling gesloten overeenkomst kan schriftelijk worden afgelegd. (contract/akte)
Nietig en vernietigbaar
Wil + verklaring is rechtshandeling (3.33bw).
- Als er sprake is van een ‘duidelijk’ misverstand dan is de overeenkomst nietig (ongeldig).
- Als iemand onder invloed van een geestelijke stoornis een overeenkomst sluit, dan is de
overeenkomst vernietigbaar (geldig maar kan met terugwerkende kracht ongeldig worden
gemaakt).
- Wilsvertrouwensleer (3.35bw) als de andere partij mocht vertrouwen op de verklaring dan is
de rechtshandeling toch onaantastbaar geldig. Grote vergissing nietig (auto voor 5000 maar
typfout naar 500). Vertrouwen gaat altijd voor.
Verval van aanbod
Als een aanbod vervalt, dan kan het aanbod niet (meer) worden aanvaard.
Gevolg: er komt geen overeenkomst tot stand.
Verval van aanbod door:
1. Verstrijken van tijdsduur.
2. Verwerping.
3. Herroeping.
Wb6 art.221
Mondeling aanbod vervalt als het niet direct word aanvaard.
Schriftelijk aanbod vervalt als het niet binnen redelijke tijd word aanvaard.
Wb6 art.219
Aanbod terug trekken.
Een aanbod is:
1. Herroepelijk
2. Onherroepelijk
3. Vrijblijvend (langer op terug kan komen, ook direct na aanvaarding).
Tot slot kan er spraken zijn van een uitnodiging tot het doen van een aanbod (=geen aanbod).
Bijv. een personeelsadvertentie.
Handelingsbekwaamheid
Wb3 art.32
Iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet
niet anders bepaalt.
- Personen zijn handelingsbekwaam als zij zelfstandig overeenkomsten kunnen sluiten.
- Personen heten juridisch: rechtssubjecten.
- Rechtssubjecten zijn: dragers van rechten en plichten.
Handelingsonbekwaam, kunnen geen rechtshandelingen aangaan.
Minderjarigen.
Meerderjarigen die onder curatele zijn gesteld. (1:378BW)
Dit betekent: mensen die niet goed hun eigen financiën bij kunnen houden.
Als dit wel gebeurt is het vernietigbaar.
Nietig bestaat niet.
Minderjarigen mogen wel:
Handlichting
, Maken van een testament bij 16 jaar oud
Uitgaven voor studie en levensonderhoud bij 17 jaar en je student bent
Wat in het maatschappelijke verkeer gebruikelijk is voor je leeftijd.
Wilsgebreken
Bedreiging (3:44 lid 2 BW)
Bedrog (3:44 lid 3 BW)
Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4 BW)
Dwaling (6:228 BW)
Bij dwaling is er sprake van rechtshandeling die niet zou zijn verricht als er geen onjuiste voorstelling
van zaken zou zijn geweest.
Vb. ik bied mijn schilderij te koop aan maar ik wist niet dat het een Vermeer was. (Dan had ik meer
ervoor gevraagd)
Wanneer beroep doen op dwaling:
• Er moet sprake zijn van een onjuiste voorstelling van zaken die te wijten is aan de vereisten
van artikel 6;228 BW
• Oorzakelijk (= causaal) verband tussen de onjuiste voorstelling van zaken en de
totstandkoming van de overeenkomst
• De wederpartij weet of behoort te weten dat de onjuiste voorstelling voor de andere partij
essentieel is (anders had deze het niet gedaan)
Wanneer geen beroep doen op dwaling:
De dwaling betreft geen toekomstige omstandigheid.
Degene die dwaalt kun je geen verwijt maken als hij niet heel stom is geweest.
Bedrog: altijd met opzet, waardoor dit soort zaken moeilijk te bewijzen zijn.
Een overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of de goede zeden.
De prestatie uit de overeenkomst moet niet te vaag zijn omschreven.
Hoofdstuk 7:
Inhoud van de overeenkomst
• De inhoud van de ovk wordt bepaald door de partijafspraken, de wet, de gewoonte en de
redelijkheid en billijkheid
• In Nederland geldt contractsvrijheid (= je mag alles afspreken wat je wilt, tenzij………………..)
• Tenzij = strijd met de wet ( bijv. een exportverbod)
• Afspraken in strijd met de wet mogen niet en zijn in principe nietig
• De wet kan voorschriften geven over de inhoud ( bijv. dwingendrechtelijke bepalingen over
het minimumloon in een arbeidsrelatie)
• Kan ook situaties oplossen als partijen niets geregeld hebben. Dit noemen we aanvullend
recht.
• De gewoonte kan regels geven voor de inhoud van een overeenkomst ( bijv. bij een
arbeidsovereenkomst)
• De redelijkheid en billijkheid kunnen de inhoud van een overeenkomst bepalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller georginabus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.