Lichamelijke ontwikkeling van de mens kan je onderscheiden in:
- ontwikkeling van het specifieke individu → ontogenese en hierbij speelt interactie met
de omgeving (moeder) een belangrijke rol
- ontwikkeling van de soort → fylogenese en hierbij speelt meer de ontwikkeling van
de soort zoals erfelijkheid de rol.
prenatale fase: periode waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp is om
geboren te worden.
Prenatale ontwikkeling is afhankelijk van drie factoren:
- groei: toename van cellen en toename van lengte en gewicht.
● erfelijk bepaald
● voeding heeft hier een beperkte invloed op het groeiproces.
- Rijping: in staat zijn om nieuwe functies te vervullen.
● lichamelijk of fysiologisch proces.
● wordt niet of nauwelijks beïnvloed door omgeving. → meer autonoom.
● rijping wordt beïnvloed door erfelijke factoren. → fysieke kenmerken van een
persoon.
● kan schadelijke gevolgen geven tijdens de prenatale ontwikkeling → denk
aan overmatig alcoholgebruik en roken.
- leren.
biologische ontwikkeling begint bij de bevruchting van de vrouwelijke eicel door een
mannelijke zaadcel.
- vrouwelijke eicel: zygote
- Zygote deelt zich met hoge frequentie in een paar dagen tot een morule: moerbij. →
na een week zijn er 100 tot 150 cellen → hieruit ontstaat de placenta/moederkoek,
navelstreng en de vliezen.
in de prenatale fase onderscheiden we drie belangrijke trimesters:
- eerste trimester
- tweede trimester
- derde trimester.
,eerste trimester/embryonale fase: de bevruchte eicel bevat alle componenten voor de
ontwikkeling.
- ook voor de vorming en timing van de ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel, het
hart, andere organen, weefsel dat nodig is om te leven.
- Dit trimester bestaat uit twee periodes:
● eerste twee weken: innesteling van de bevruchte eicel in de baarmoeder of
uterus.
● volgende zes tot tien weken:
6 weken = ontwikkeling centrale zenuwstelsel, hart, oren, ogen, oren,
tanden, gehemelte en externe genitaliën.
8 weken = herkenbare foetus fase → er komen elke seconde ruim
8000 hersencellen bij
- Germinale fase: eerste twee weken waarin de celdeling van de zygote plaatsvindt. →
een cel deelt zich daarin tot een aantal biljoen cellen
- 23 chromosomen bevat de zygote en spermacel die samen versmelten bij
bevruchting voor erfelijk materiaal voor de ongeboren mens. → embryo ontwikkelt
zich hieruit.
- Derde week zwangerschap → vorming brein → hersenstam, kleine hersenen groeien
gaan groeien aan de hersenstam, later ontstaat daaruit ook een middenbrein en
voorbrein.
- Embryo vanaf 9 weken is zo’n 3 cm groot en alle menselijke lichaamsvormen al te
herkennen zijn.
- na twaalf weken is de structurele uitbouw van het organisme volledig bereikt en
spreek je van een foetus.
AFBEELDING 25 BLZ 18!
Eicel: X chromosoom
Zaadcel: X en Y-chromosoom.
- vader bepaalt het geslacht van de nakomelingen
- meisjesbrein meer oestrogeen
- jongensbrein meer testosteron
tweede trimester
- foetus maakt allerlei bewegingen → buigen, strekken, handen sluiten, kruip- en
klimbewegingen.
- derde tot de zevende maand
- afzonderlijke bewegingen kan je onderscheiden rond 21 weken.
- halverwege zwangerschap is de foetus 25 cm lang.
- in deze maanden ontwikkelen zich de meeste reflexen
- reflexen geven onder andere informatie over het functioneren van de hersenen.
- einde 5e maand: alle hersencellen zijn aangemaakt die het kind nodig heeft.
- Hierna ontwikkeling van de zintuigen.
,derde trimester.
- Snelle gewichtstoename foetus → moeilijker bewegen in de uterus en gaat hij een
vaste positie innemen.
- voorbereiding foetus op bevalling → hoofd naar beneden
- rond 8 maanden is het gewicht zo’n 2700 gram en 45 cm lang.
- hersengewicht is 400 gram en is 12% van het lichaamsgewicht.
- kan allerlei externe prikkels onderscheiden → hard geluid, licht en donker zien
doordat de buikwand dunner word van de moeder.
echoscoop: soort videocamera om in de baarmoeder te kijken.
- jaren zestig ontwikkeld.
De ontwikkeling van de reflexen.
- reflexen: onbewuste en automatische fysiologische reacties op prikkels en
veranderingen in de omgeving.
- natuurlijk instinct om te overleven.
- vanaf 8 weken oud kan de baby al reageren op aanrakingen en veranderingen in de
omgeving. → deze reflexen kun je registreren hierdoor verkrijg je informatie over het
al dan niet goed functioneren van de hersenen en motoriek.
kenmerken reflexen
- onwillekeurige bewegingen
- geven informatie door over het al dan niet goed functioneren van het centrale
zenuwstelsel. → arts controleert onmiddellijk na geboorte de reflexen.
- wordt bestuurdt door de hersenstam en een aantal reflexen verdwijnt later weer.
ongeboren mens kent 8 reflexen → komt tot stand in de uterus en geven info over de ontwikkeling.
1. Uterine withdrawal reflex: terugtrekken van het lichaam bij prikkelen van de tenen.
2. Moro-reflex: als een baby schrikt opent het de vingers en de armen, spreidt de benen. De armen
gaan met een zwaai naar voren alsof het kind iemand wilt omhelzen. De mond wordt geopend en
gesloten. Daarna gaat de baby huilen.
3. babinskyreflex: achteren strijken met een voorwerp over de voetzool richt de grote teen zich op en
spreiden de andere tenen zich.
● ontstaan na geboorte en verdwijnt tussen het eerste en tweede jaar.
4. de palmar reflex/grijpreflex: vingers sluiten zich stevig bij een lichte aanraking van de palm van de
hand.
● elfde week na geboorte en verdwijnt tussen de 2e en 9e maand na geboorte.
5. Asymmetrische tonische nekreflex: het hoofd dat naar 1 kant buigt roept het strekken van het been
en arm aan dezelfde kant van het hoofd op.
● 18e week na geboorte en verdwijnt tussen de 3e en 9e maand.
6. Spinal galant reflex: bij stimulatie van de buik of rug roteert of buigt het ruggenmergkanaal 45
grade nnaar de gestimuleerde kant.
● 20ste week na geboorte en verdwijnt tussen de 3e en 9e maand na geboorte.
7. Rooting reflex en sucking reflex: bij lichte aanraking van de wang of de mondrand draait het hoofd
zich in de richting van de stimulus en gaat de mond open met uitgestoken tong als anticipatie op
het zuigen.
● 24ste tot 28ste week voor geboorte ontstaat het en verdwijnt tussen de 3e en 4e maand
na geboorte.
8. tonische labyrinthine reflex forewards: bij het bewegen van het hoofd voor- en achterwaarts buigt
het hoofd boven en onder het niveau van de ruggengraat door
● ontstaat rondom de bevalling en verdwijnt in de 3e tot 4e maand na de geboorte.
, Theorie Goddard
- geremde of vertraagde reflexen later leiden tot allerlei ontwikkelingsstoornissen
- problemen coördinatie van ogen en handen
- leesproblemen
- gebrek aan concentratie
- normale ontwikkeling heeft de volgende 3 reflexen:
- primitieve reflexen: ontwikkelt zich al negen weken na de conceptie
- transitionele: helpen het kind met het trotseren van de zwaartekracht → zes tot 8
maanden na geboorte.
- posturele reflexen: rechtop staan, lopen, springen → rond tien maanden.
- vlucht- of vecht reflexen: overleving voor de eerste paar maanden van ons leven.
visies op prenatale bewustzijn.
- mate van bewustzijn verschilt per mens.
- westerse visie: de mens is maakbaar door zijn omgeving en de andere visie is dat de
mens bijvoorbeeld erfelijk is gedetermineerd.
- moderne visie: wisselwerking tussen erfelijkheid en omgeving → humanistische
mensvisie.
visies in het westen:
1. leertheoretische of behavioristische visie: de mens is na de geboorte een
onbeschreven blad en wordt bepaald door leerervaringen. → mens wordt enigszins
al geconditioneerd in de prenatale fase waardoor de ander angstiger is dan de ander
na de geboorte.
2. biologische visie: interne of erfelijke factoren bepalen de mens.
3. omgevingspsychologische visie: de mens wordt bepaald door wisselwerking tussen
de sociale en ruimtelijke omgeving
● verschillen hartslag kunnen duiden op een lage vorm van besef of weten.
4. cognitivistische visie: informatieverwerking en de zelfsturing van de mens zijn
bepalend. → geheugenvorming. Voor de geboorte is dit niet van sprake.
5. psychoanalytische visie: de biologische aanleg en de opvoeding ervaringen in de
eerste levensjaren zijn belangrijke factoren binnen de unieke levensgeschiedenis
bepalend zijn voor persoonlijkheid in ontwikkeling.
● wel sprake van een vorm van besef in de baarmoeder.
● later weer vergeten en opgeslagen in het onbewuste.
6. humanistische visie: individuele belevingen, ruimte voor noodzakelijke zelfontplooiing
en de eigen verantwoordelijkheid bepalende factoren.
7. Bio-ecologische visie: een kind meer in aanraking komt met invloeden van buiten,
geeft het zelfbewuste vorm aan zijn of haar ontwikkeling.
visie op het leven voor de gebeurte en op de mate van bewustzijn van het embryo of de
foetus is medebepalend voor een ethisch oordeel over thema’s als abortus of euthanasie.
bewustzijn: een vorm van zelfbewustzijn → Gazzaniga
- hoe voel ik dat ik zelf ben.
- Anderen zien het als: zijnde verbonden aan het geheugen → hippocampus en
hersenschors zijn dan de bron van het geheugen. → liggen in het middelste
gedeelte van de hersenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maykemk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.