Scheikunde chemie overal h2, h6, h13, h16 samenvatting uitgebreid
Het hoofdstuk komt uitgebreid en duidelijk aan bod. Er is gebruik gemaakt van de normale opgegeven stof, uitleg van docenten en youtube video's van docenten die de onderwerpen nog duidelijker uitleggen.
Ik heb deze gebruikt voor ...
Ξ Atoommodel van Rutherford:
o Positief geladen atoomkern met daaromheen bewegende negatief geladen
elektronen
▪ De elektronen vormen samen een elektronenwolk rond de kern
● Tussen atoomkern en elektronen is lege ruimte, helemaal niets
o Bouwstenen van een atoom:
▪ Protonen, weergegeven door p
▪ Elektronen, weergegeven door e-
▪ Neutronen, weergegeven door n
Ξ Atoomnummer = aantal protonen in de kern
Ξ Massagetal = aantal protonen + neutronen in de atoomkern
Ξ Isotopen = atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend massagetal
o Bijvoorbeeld Cu-63 en Cu-65
Ξ Atoommodel van Bohr:
o De elektronen bevinden zich in bolvormige banen (elektronenschillen) rond de
kern
o Elektronenconfiguratie = de verdeling van elektronen over de schillen
Ξ Periodiek systeem:
o Periode = een horizontale rij van atoomsoorten
o Groep = een verticale kolom van atoomsoorten
o Atoomsoorten in geel gekleurde hokjes zijn atomen van metalen
▪ De andere atoomsoorten zijn atomen van niet-metalen
● Blauwgekleurde hokjes: metalloïden (staan tussen metalen en
niet-metalen in)
o Verzamelnamen voor groepen atoomsoorten:
▪ Groep 1 = de alkalimetalen
▪ Groep 2 = de aardalkalimetalen
, ▪ Groep 17 = de halogenen
▪ Groep 18 = de edelgassen
§2.2 IONEN
Ξ Positief ion = een atoom met positieve lading
o Dit ontstaat door het afstaan van één of meer elektronen uit de buitenste schil
▪ De positieve lading in de kern is groter dan de negatieve lading in de
elektronenwolk
Ξ Negatief ion = een atoom met negatieve lading
o Dit ontstaat door het opnemen van één of meer elektronen in de buitenste schil
▪ De negatieve lading in de elektronenwolk is groter dan de positieve lading
in de kern
Ξ Elektrovalentie = de lading van een atoom
o Dit hangt af van het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan
▪ Metaalionen = zijn altijd positief geladen, dus positieve elektrovalentie
● De naam wordt gegeven door de naam van het metaal, gevolgd
door -ion
▪ Niet-metaalionen = zijn vrijwel altijd negatief geladen, dus negatieve
elektrovalentie
● De naam van deze ionen eindigt met het achtervoegsel -ide
Ξ Valentie-elektronen = de elektronen in de buitenste schil, deze zijn betrokken bij het
vormen en verbreken van bindingen tussen atomen
Ξ Edelgassen reageren nauwelijks met andere elementen, ze zijn erg stabiel
o Dit komt doordat er acht elektronen in de buitenste schil zijn
Ξ Octetregel:
o Atomen streven door het opnemen, afstaan of delen van elektronen in de
buitenste schil naar een achtomringing, een octet, dus naar acht elektronen.
▪ Dit heet edelgasconfiguratie
§2.3 MASSA’S VAN BOUWSTENEN
, Ξ Atomaire massa-eenheid (u) = de eenheid van massa van kleine deeltjes als atomen
o 1,00 u = 1,66 * 10-27 kg
Ξ In de scheikunde wordt met twee soorten getallen gerekend:
o Meetwaarden: getallen die ontstaan door een meting
o Telwaarden: getallen die een hoeveelheid aangeven in de vorm van een aantal
Ξ De massa van een proton = de massa van een neutron (1,01 u)
Ξ De massa van een elektron = verwaarloosbaar
o Hierom is de ionmassa gelijk aan de atoommassa
§2.4 DE MOL
Ξ Grootheid = een gegeven dat meetbaar is
o Hierachter komt de eenheid die bij dit getal hoort
Ξ Internationaal stelsel van eenheden (SI) = een stelsel waarin basisgrootheden
geformuleerd zijn met daarbij behorende grondeenheden
Ξ Daarnaast bestaan er ook afgeleide eenheden
Ξ Je mag ook
voorvoegsels gebruiken om de eenheid te vergroten of te verkleinen:
Ξ 1 mol = een pakketje van 6,02214 * 1023 deeltjes
o Dit is het getal van Avogadro NA
Ξ De molaire massa van een stof = het aantal gram per mol van die stof M
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student1221. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.