100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 1,2 en 3 vraag en aanbod LWEO 3e druk $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstuk 1,2 en 3 vraag en aanbod LWEO 3e druk

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Deze samenvatting biedt een duidelijke weergave van alle hoofdstukken die in de lesbrief levensloop aanbod komen. In de samenvatting staat alle theorie die nodig is voor tussentijdse toetsen (4/5 VWO) en voor het centraal eindexamen op VWO niveau. Deze samenvatting heeft mij persoonlijk ontzettend ...

[Show more]

Preview 2 out of 5  pages

  • February 5, 2023
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
paragraaf 1.1
Een markt brengt vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Op een markt
komt ook een bepaalde prijs tot stand. Een concrete markt is een plek waar
vragers en aanbieders daadwerkelijk bij elkaar komen. De aanbieders en de
vragers kunnen elkaar aanraken. De abstracte markt gaat meer over het totale
plaatje. Dus de abstracte markt gaat dus over de totale vraag en het totale
aanbod. Bij een abstracte markt ontmoeten de vragers en de aanbieders elkaar
niet fysiek.

→ De omzet is de prijs vermenigvuldigt met de afzet.

verschillende soorten markten:
→ vermogensmarkt: De prijs die hier tot stand komt is de rente
→ arbeidsmarkt: De prijs die hier tot stand komt is het loon
→ valutamarkt: De prijs die hier tot stand komt is de wisselkoers
→ dienstenmarkt: De prijs die hier tot stand komt is de prijs van de dienst

paragraaf 2.1
Om te kijken wat de individuele vraag van iemand is, kan je een individuele
vraagfunctie opstellen. Zo’n vraagfunctie ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: Qv =
-0,05P + 6. Hoe hoger de prijs wordt hoe lager de
individuele vraag. De individuele vraag wordt niet
alleen bepaalt door de prijs, maar ook door de
voorkeur, de prijs van andere spijkerbroeken en het
besteedbaar inkomen. Het plaatje hiernaast is een
voorbeeld van een vraagfunctie in de vorm van een
grafiek. Je ziet in de grafiek dat als de prijs daalt de
vraag toeneemt. Er vindt dus een verschuiving plaats
over de vraaglijn. De prijs, is zoals hierboven gezegd,
niet de enige factor voor gevraagde hoeveelheid. Maar
als we de invloed van de prijs willen weten, dan
nemen we aan dat alle andere factoren constant
blijven. Zo’n voorwaarde heet de ceteris paribus
voorwaarde. Stel de voorkeur veranderd (onder ceteris paribus voorwaarde), dan
koopt degene bij elke prijs meer van het product. Er is dan sprake van een
verschuiving van de ligging van de vraaglijn. Deze vorm van verschuiving kan ook
voorkomen wanneer het inkomen van de persoon verandert of de prijzen van
andere producten veranderen.

De vraag van alle consumenten in zijn geheel is weergegeven in een collectieve
vraagfunctie. Om de collectieve vraagfunctie vast te stellen, moeten we de
individuele vraagfuncties bij elkaar optellen. Als je de collectieve vraaglijn tekent,
dan vertoont die grafiek een knik. Dat komt dan doordat één van de twee vragers

, geen vraag meer uitoefenen. De betalingsbereidheid is namelijk voor ieder
persoon anders.

paragraaf 2.2
De prijselasticiteit van de vraag is een cijfertje dat aangeeft in welke mate de
vraag van een bepaald product reageert op een prijsverandering. Bij een
algemene elasticiteit staat de oorzaak altijd in de noemer en het gevolg in de
teller. De formule voor de prijselasticiteit is: Ev = procentuele verandering Qv /
procentuele verandering van de prijs. De formule voor een procentuele
verandering is nieuw-oud / oud x 100%. Het getalletje dat je uitrekent bij de
prijselasticiteit is altijd negatief, als de prijs procentueel stijgt, dan daalt
procentueel gezien de vraag. Als de waarde
van de prijselasticiteit groter is dan -1, dan is
de vraag inelastisch. Als de waarde van de
prijselasticiteit kleiner is dan -1, dan is de
vraag elastisch. Bij een inelastische vraag,
reageren mens niet zo erg op de
prijsverhoging. Bij een elastische vraag
reageren mensen sterk op een prijsverandering. Stel de waarde van de
prijselasticiteit is -2,1, dan betekent dat een prijsverhoging van 1% zal leiden tot
een vraagdaling van 2,1%.

paragraaf 2.3
Kruislingse prijselasticiteit gaat over de
mate waarin de vraag van een product
reageert op de prijsverandering van een
ander product. De formule voor de
kruislingse prijselasticiteit is: Ek =
procentuele verandering van Qv van
product A/ procentuele verandering prijs
van product B. Complementaire goederen
zijn goederen die elkaar aanvullen in
gebruik (auto en benzine bijvoorbeeld). Substitutie goederen zijn goederen die
elkaar vervangen (benzine en een trein). Stel Ek= -0,6, dat wil zeggen dat als de
prijs van auto’s met 1% stijgt, dan daalt de vraag naar benzine met 0,6%.

paragraaf 2.4
inkomenselasticiteit is een waarde die aangeeft in welke mate de uitgaven voor
een bepaald product reageren op een inkomensverandering. De formule luidt
dan ook: Ey= procentuele verandering van Qv / procentuele verandering
besteedbaar inkomen. inferieure
goederen zijn goederen die als
minderwaardige goederen worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floriswbouman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59
  • (0)
  Add to cart