100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociologie & ethiek in sociaal werk (tentamen pedagogiek in de samenleving 1) $6.44
Add to cart

Summary

Samenvatting sociologie & ethiek in sociaal werk (tentamen pedagogiek in de samenleving 1)

1 review
 25 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het boek sociologie voor sociaal werk & ethiek in sociaal werk. Van sociologie de hoofdstukken: 1,2,3,5.3 & 7. Van ethiek de hoofdstukken 1,2,4,5 & 7. De samenvattingen zijn uitgebreid met stof uit colleges waardoor het beter te begrijpen is. Daarnaast is er ook bij sociologie ...

[Show more]

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • Unknown
  • February 5, 2023
  • 27
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jolijnkorsaan • 11 months ago

avatar-seller
Samenvatting sociologie 1,2,3,5.3 & 7
19e eeuw: ontstaan sociologie
 Voor 19e eeuw, sociaal gedrag begrijpen domein van filosofen en economen
 Industriële revolutie
 Bracht grote verschuiving met zich mee

Grondleggers van sociologie
 Emile Durkheim
 Max weber
 Karl max
3 verschillende centrale thema’s in de sociologie:
 Solidariteit
 Verband tussen maatschappelijke omstandigheden en mentaliteit
 Ongelijkheid

1. Solidariteit (Emile Durkheim)
 Mensen gingen van dorpen naar steden
 Hoe kan er in die situatie nog gemeenschapsgevoelens zijn? Hoe komt het dat mensen niet
volledig egoïstisch zijn?

2. Verband tussen maatschappelijke omstandigheden en mentaliteit
 Geïnspireerd door veranderingen in productieproces
 Rationeel handelen nam toe
 Mensen lieten zich leiden door objectieve wetenschappelijke kennis
 Modernisering was synoniem met rationaliteit
 Maatschappelijke omstandigheden gaan gepaard met bepaalde mentaliteit
 Hangt af van omstandigheden wat ze precies willen verwezenlijken

3. Ongelijkheid (Karl Max)
 Ook bekend in socialisme
 Socialisme= politieke ideologie die de belangen van een bepaalde groep behartigt
 Sociologie wil geen partij kiezen
 Veel armoede in industriële revolutie
 Hij wou dat machines gemeenschappelijk bezit werd

Sociologen:
 constant rekening met wat ze concreet waarnemen
 verklaring bieden
 opzoek naar patronen (wat hebben de verschillende gevallen met elkaar gemeen)
Empirie op systematische manier wordt onderzoek gedaan om te kijken wat in realiteit gebeurt


Sociologie= gedragswetenschap (doel: menselijk gedrag verklaren)
Je staat altijd in contact met anderen ook als je eenzaam bent (telefoon, boek)

Volgens sociologie: krijgt gedrag betekenis doordat het zich afspeelt binnen sociale contacten

C. Wright Mills:
 Sociologische verbeeldingskracht we moeten niet alleen letten op individu, maar hoe dat
individu zit ingebed in groepen en relaties

,Soms is het niet objectief vast te stellen wat de juiste oplossing is en hangt het vooral af van hoe
iemand zich de ideale maatschappij voorstelt.

Dit noemen we ideologie
 Komt vaak voor bij politiek voorkeuren

Sociologie biedt je misschien geen antwoorden, maar helpt wel om juiste vraag te stellen

Gedrag: wat mensen doen, handelingen die mensen bewust verrichten, maar ook uit routine
Vb: routine: eet met mes en vork bewust: opleiding kiezen

In meningen zitten vaak patronen, ook al is er goed over nagedacht en onderbouwd

Sociologie & sociaal werk
 Sociologie: houdt bezig met analyseren van samenleving
 Sociaal werken: gericht op begeleiden en ondersteunen om leven op te pakken
 Waar sociologie analyseert en verklaart, daar handelt de sociaal werker
 Sociaal werkers kunnen niet zonder sociologische verklaringen & analyses

Civil disattention negeren uit beleefdheid
Vb: je haalt iemand in, je wil diegene niet de indruk laten wekken dat hij sloom is

Rolovertreding: iemand voldoet niet aan zijn verwachtingen en ‘valt uit zijn rol’
Impression management: nadrukkelijk bezig met juiste indrukken geven en op die manier controle
krijgen over de verwachtingen van anderen

Impression management is in professionele rollen doorgaans belangrijker.

Frontstage & backstage gedrag
Frontstage: je zet je publiek zichtbare rol neer (ober gedraagt zich tegenover klant vriendelijk)
Backstage: onderhoud je het contact met je team van mede-acteurs (mopperen over klanten)

Rolconflict wanneer de verwachtingen van bepaalde rollen elkaar in de weg gaan zitten
Rollenpatronen:
 wanneer een stel rollen vaker wordt gecombineerd door bepaalde personen
 rollenpatronen hebben wat te maken met stereotypes
 kenmerken worden zonder goede reden met elkaar in verband gelegd
 strenge politieagent, verwachting: strenge vader
 mensen gaan zich er soms ook naar gedragen, werkloze moeder wordt juf i.p.v. bedrijf

socialisatie leren om sociaal te zijn. Gedrag raakt sociaal aangepast aan groepen die voor ons
relevant zijn

bij leerproces gaat het over kennisoverdracht
bij socialisatie gaat het specifiek over gedrag

leerprocessen zijn vaak expliciet
bij socialisatie niet, mensen sturen immers constant eigen en andermans gedrag bij, ook onbewust



3 vormen socialisatie: primaire, secundaire en tertiaire

, 1. primaire socialisatie
 kinderen verwerven de basisvaardigheden van sociaal gedrag
 leren gebeurt vaak impliciet, maar het effect valt niet te onderschatten
 als je wordt geleerd om thuis te slaan, ga je dat op school ook doen
 leer je algemene rollen (hoe gedraag je in een winkel)

2. secundaire socialisatie
 gericht om mensen vaardigheden bij de brengen
 school
 ook in sportclubs, vriendengroepen of werkplekken
 leer je specifieke rollen die gespeeld moeten worden in bepaalde situaties (sociaal werker)

3. tertiaire socialisatie
 media
 je neemt bepaalde gedragingen/houdingen over. vb: film over topmanager. Wanneer je
hiervoor zelf gaat solliciteren ga je deze houding en gedrag overnemen
 leer je over rollen in omstandigheden waar je zelf niet in bevindt, maar toekomst misschien

waarden algemene principes die mensen binnen een groep hebben
normen regels waar men binnen een groep aan vasthoudt die voortkomen uit waarden

vb: ‘niet stelen’ is een norm wat voortkomt uit de waarde ‘respect voor andermans bezit’

Het referentiekader zorgt voor selectieve waarnemingen.
 Je gaat vooral waarnemen wat je kent of waar je interesse ligt
 Je let daarbij op wat relevant is en wat niet
 Je leert van nieuwe dingen en daardoor verandert je referentiekader

De selectieve waarneming en beleving van een bepaalde situatie leiden uiteindelijk tot het gedrag
van een individu.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabergx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53249 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added