Medisch Fundament: Farmacologie
In dit laatste hoofdstuk houden we ons bezig met de farmacologie. Het toedienen van farmaceutica
(geneesmiddelen) is een van de maatregelen waartoe de arts kan besluiten om een aandoening te
bestrijden. Daartoe moet voor deze patiënt het juiste middel in de juiste dosering vastgesteld
worden en daar komt nog het een en ander bij.
Farmacologie is de wetenschap die de veranderingen bestudeert die binnen een levend organisme
optreden na toediening van een 'dode' stof (een farmacon, ook farmaceuticum genoemd). De
wetenschappelijke discipline, die zich bezighoudt met het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen
en het bestuderen van de effecten van het farmacon, heet de farmacie.
De werking van een farmacon
Farmaceutica zijn 'dode' stoffen die we normaal gesproken niet via onze voeding binnenkrijgen in
een farmaceutische (effectieve) dosis. Bij een farmacon is niet alleen de aard van de stof maar ook de
dosis van belang. De werkzaamheid van een geneesmiddel zit in de meeste gevallen in de dosis.
Een farmacon werkt:
curatief (genezend);
palliatief (verzachtend);
preventief (voorkomen van);
suppletief (aanvullend: er kunnen bepaalde tekorten in het lichaam met medicijnen
aangevuld worden).
In het eerste geval spreken we van causale therapie. De arts probeert de aandoening te genezen
door middel van het toedienen van een geneesmiddel met de bedoeling de oorzaak van de
aandoening te bestrijden. Antibiotica bij een infectie is hier een voorbeeld van.
In het tweede geval spreken we van symptomatische therapie. In dit geval probeert de arts de
verschijnselen van de aandoening te bestrijden. Een voorbeeld hiervan is het toedienen van een
sedativum; een kalmerend middel bij spanningen. Het spanningsgevoel wordt weggenomen terwijl
de oorzaak van spanningen blijft bestaan.
In het derde geval spreken we van profylaxe of preventie. Door mensen in te enten tegen bepaalde
aandoeningen, kunnen we deze voorkomen. Vaccinatie is een voorbeeld van profylaxe.
Als vierde noemden we suppletietherapie. Hierbij worden medicijnen toegediend die bepaalde
tekorten in het lichaam aanvullen. Het innemen van ijzertabletten bij anemie is hier een voorbeeld
van.
De arts heeft altijd een reden om een bepaald middel voor te schrijven. Deze reden noemen we
de indicatie; letterlijk uit het Latijn: aanwijzing. Het tegenovergestelde van een indicatie is een
contra-indicatie; letterlijk: tegenaanwijzing. Een contra-indicatie is een reden waarom een bepaald
geneesmiddel perse niet toegediend mag worden aan deze patiënt.
De bereiding van farmaca
Al in de oudheid en mogelijk al in de prehistorie wisten de mensen al van de geneeskrachtige werking
van bepaalde planten en kruiden. De kruidengeneeskunde of de fytotherapie heeft door de eeuwen
heen tot op de dag van vandaag stand weten te houden. Nog steeds wordt gebruikgemaakt van
plantaardige grondstoffen zoals valeriaan als kalmeringsmiddel, digitalis bij hartklachten en kamille
als ontstekingwerend middel. Tegenwoordig trekt men er niet meer op uit in de vrije natuur om deze
kruiden te zoeken maar worden ze gekweekt waarbij de beste exemplaren voor verdere kweek
gebruikt worden. Sommige geneesmiddelen werden per toeval ontdekt zoals in 1929 de penicilline.
Alexander Fleming ontdekte dat bacteriën niet groeien op een plaats waar zich de schimmel
penicillium bevindt. Uit deze schimmel werd het antibioticum penicilline ontwikkeld. Verreweg de
, meeste farmaceutica worden in laboratoria ontwikkeld; dat wil zeggen dat de meeste
geneesmiddelen synthetisch bereid worden.
Grondstoffen van farmaceutica kunnen afkomstig zijn van planten en kruiden en sommige van deze
grondstoffen kunnen intussen synthetisch (kunstmatig) bereid worden. Ook dierlijke grondstoffen
komen we tegen. Een voorbeeld hiervan is insuline. Vroeger werd de grondstof voor menselijk
insuline gewonnen uit varkenslevers. Tegenwoordig kan insuline kunstmatig geproduceerd worden.
Synthetische hormonen blijken krachtiger te werken dan de natuurlijke. De meeste
hormoon¬preparaten, voor zover ze niet synthetisch te vervaardigen zijn, bevatten dierlijke
grondstoffen. Daarnaast kennen we minerale grondstoffen (uit de aardbodem afkomstige
grondstoffen). Voorbeelden van een farmaceutica bereid van minerale grondstoffen zijn: ijzer (bij
bloedarmoede) en calciumtabletten (bij osteoporose).
Tot voor kort werden alle geneesmiddelen uitsluitend in de apotheek bereid. Hiervoor is er een
officieel receptenboek: het Formularium der Nederlandse Apothekers (FNA). Volgens dit
Formularium worden nog steeds veel geneesmiddelen in de apotheek bereid maar het merendeel
wordt in de fabriek gemaakt; er bestaat een omvangrijke farmaceutische industrie.
De ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel
Voordat een nieuw geneesmiddel officieel geregistreerd en in gebruikgenomen kan worden moet er
heel wat gebeuren. Er vindt uitgebreid onderzoek plaats en er wordt getest op proefdieren en -
personen. De toxiciteit, de mate waarin het middel giftig is, moet zeer nauwkeurig onderzocht
worden. Daarna moet de teratogeniteit, de mate waarin het middel giftig is voor een ongeboren
kind, nog bepaald worden.
Om de werkzaamheid van een middel vast te kunnen stellen, moet het middel getest worden. Dit
gebeurt door middel van een dubbelblind onderzoek bij twee groepen testpersonen. De ene groep
krijgt het 'echte' middel, de andere groep een zogenaamd placebo: een 'nepmiddel'. Na afloopt
evalueert de onderzoeker de resultaten van de test. Na de fase van de dubbelblindonderzoeken
wordt het middel klinisch (d.w.z. door patiënten) getest. Zijn de resultaten hoopgevend dan kan het
middel in aanmerking komen voor registratie.
Na de testfase kan het middel opgenomen worden in het geneesmiddelenregister: het Register der
Verpakte geneesmiddelen (het RVG). Het geneesmiddel wordt getoetst aan de Farmacopee, de
verzameling wettelijke voorschriften over de kenmerken, samenstelling, bereiding en controle van
geneesmiddelen. De overheid houdt toezicht op de gezondheidszorg in het algemeen en op
farmaceutica in het bijzonder door middel van de Inspectie Gezondheidszorg, de Inspectie
Geestelijke Gezondheidszorg en de Inspectie Geneesmiddelen.
Stofnamen, merknamen en loco's
Het middel dat tot nog toe onder de stofnaam bekend was bij de onderzoekers krijgt een
toelatingsnummer en een merk- of handelsnaam. Dit is de naam waaronder de patiënt het middel
kent. Zo kennen we de stof acetylsalicylzuur beter onder de merknaam Aspirine. Elk farmacon heeft
een stof- en een merknaam. In praktijk worden beide benamingswijzen gebruikt.
Als een fabrikant een geneesmiddel ontwikkelt en er patent op aangevraagd heeft dan houdt deze 20
jaar het exclusieve recht op productie van dit medicijn. We spreken dan van een spécialité of
merkgeneesmiddel. Als het patent afloopt, kan de concurrent met precies hetzelfde middel op de
markt komen maar wel onder een andere naam (een loco) of onder de stofnaam (de generieke
naam). Loco's en middelen onder stofnaam zijn meestal goedkoper dan merkproducten omdat de
producenten geen researchkosten hebben hoeven maken. Artsen zijn niet vrij in hun keuze om
geneesmiddelen voor te schrijven. Er zijn afspraken wat het voorschrijven van medicijnen betreft.
Een van deze afspraken is dat de arts een middel op stofnaam oftewel een generiek geneesmiddel
voorschrijft tenzij er redenen zijn om een merkgeneesmiddel voor te schrijven. Voor alle
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evysteffers1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.24. You're not tied to anything after your purchase.