A. per eenheid product toenemen naarmate de bedrijfsdrukte toeneemt
B. minder dan evenredig veranderen met een verandering in de bedrijfsdrukte
C. meer dan evenredig veranderen met een verandering in de bedrijfsdrukte
D. evenredig veranderen met een verandering in de bedrijfsdrukte
Vraag 2
Een onderneming heeft in de loop van het jaar per kas voor een bedrag van € 32.000
aan goederen ingekocht. Tijdens het jaar wordt voor een bedrag van € 53.000 aan goe-
deren per kas verkocht. De inkoopwaarde van de verkochte en inmiddels afgeleverde
goederen bedraagt € 30.000. Daarnaast wordt op een lening € 2.000 afgelost en wordt €
500 interest betaald. De lening is afgesloten op 1 januari. De aflossing en interestbeta-
ling vinden plaats op 31 december. Alle bedragen zijn exclusief btw.
De winstbijdrage door deze financiële feiten bedraagt dit jaar:
A. € 21.500
B. € 22.500
C. € 23.000
D. € 20.500
E. € 53.000
Vraag 3
Als een onderneming goederen contant inkoopt en deze goederen in het magazijn legt,
heeft dit gevolgen voor:
A. alleen de samenstelling van de activa van de onderneming
B. alleen de samenstelling van de passiva van de onderneming
C. zowel de samenstelling van de activa als de samenstelling van de passiva van de
onderneming
D. zowel de samenstelling van de activa als het eigen vermogen van de onderneming
Vraag 4
Van een onderneming zijn over september 2010 de volgende transacties gegeven:
• contante verkopen van € 20.000
• betaling van € 3.000 interestkosten over september 2010
• ontvangst van grondstoffen met een inkoopwaarde van € 16.000
• betaling van dividend voor een bedrag van € 4.000
• betaling van € 3.600 aan crediteuren ten laste van rekening-courantkrediet
• bestelling van een machine met een aankoopwaarde van € 40.000
• uitbreiding van het eigen vermogen door het plaatsen van aandelen voor € 50.000
• goederen verzonden met een verkoopwaarde van € 46.000
• aflossing van een lening met € 5.000
• goederen op rekening verkocht voor € 12.000
• van debiteuren € 2.400 per kas ontvangen.
In de maand september 2010 bedraagt de som van de primaire geldstromen:
A. + € 18.800
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Conne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.