Door:
Studentnummer:
Klas:
Datum: 13 april 2016
Docent: Rene van den Berg
, Inhoud
Casus.......................................................................................................................................... 2
Gezondheidspatronen van Gordon ............................................................................................ 5
Disfunctionele gezondheidspatronen ..................................................................................... 7
Prioritering verpleegkundige diagnosen .................................................................................... 8
1 Inadequate coping ........................................................................................................... 8
2 Inadequate sociale interactie .......................................................................................... 9
3 Eenzaamheid .................................................................................................................. 9
4 Risico op zelfdoding ........................................................................................................ 9
5 Zelfverminking ................................................................................................................. 9
Verpleegkundige diagnosen aan de hand van de PES-structuur ............................................. 9
Inadequate coping .................................................................................................................. 9
Inadequate sociale interactie................................................................................................ 10
Eenzaamheid ........................................................................................................................ 10
Risico op zelfdoding ............................................................................................................. 11
Zelfverminking ...................................................................................................................... 11
Doelen volgens de SMART criteria met bijbehorende interventies......................................... 12
Inadequate coping ................................................................................................................ 12
Inadequate sociale interactie................................................................................................ 13
Eenzaamheid ........................................................................................................................ 13
Risico op zelfdoding ............................................................................................................. 14
Zelfverminking ...................................................................................................................... 15
Bronnenlijst ............................................................................................................................... 17
1
,Casus
Voorkennis Casus Eefje
Plaats: Open opname afdeling psychiatrie van een ziekenhuis (PAAZ)
Rolnaam: Eefje Tolhuis
Geslacht: vrouw
Leeftijd: 25 jaar
Burgerlijke staat: Ongehuwd
Voorgeschiedenis:
Eefje is een kind uit een eenoudergezin. Ze heeft een Nederlandse moeder en een
Marokkaanse vader. Haar vader is vertrokken toen ze nog geen jaar oud was. Ze heeft aan
hem geen herinneringen en kent hem alleen van een paar foto’s. Ze heeft een jongere
halfbroer (19) en halfzus (16) die beiden van een andere vader zijn. Eefje is opgevoed door
haar moeder en haar oma. De vaders van haar broer en zus waren ook slechts passanten,
die nooit tot het huishouden behoord hebben.
In de tijd dat de kinderen geboren werden was moeder verslaafd aan heroïne. Ze leefde veel
op straat. Met de vaders van de kinderen had ze meer een afhankelijke relatie in de zin, dat
ze haar van heroïne voorzagen, dan dat er sprake was van een enigszins serieuze relatie. In
die jaren was oma er om veel bij te springen. Dit deed ze vaak ook meerdere dagen
achtereen, omdat moeder er gewoon niet was. Het was haar verdienste dat de kinderen
nooit uit huis geplaatst zijn.
Toen Eefje 8 was is haar moeder een tijd weg geweest voor een opname om af te kicken
van de heroïne. Dit lukte haar. Tijdens deze opname leerde
ze Bert kennen. Bert was ook verslaafd. Bert kwam nadien bij hen in huis wonen. Het eerste
jaar ging dit goed. Na verloop van tijd ging Bert drinken en sloeg hij de kinderen als hij ’s
avonds dronken thuis kwam. Dit heeft een jaar geduurd. Eefjes
moeder heeft hem er toen uitgezet. Met hulp van oma heeft de moeder van Eefje het daarna
weten te redden. Ze werkte vaak in de vroege ochtend en avonduren als schoonmaakster.
Oma was op die momenten als oppas in huis.
Op de lagere school had Eefje het goed naar haar zin. Ze geeft aan warme herinneringen te
hebben aan een paar vriendinnetjes van toen. Ze ging regelmatig na school met hen mee
naar huis. De moeder van Lotte, een meisje uit haar klas, werd een soort surrogaatmoeder
voor haar. Ze dronk daar
vaak een kopje thee na schooltijd en vertelde dan hoe het op school was geweest. Haar
schoolprestaties waren gemiddeld tot goed.
Ook na de lagere school zijn Lotte en haar moeder heel belangrijk voor Eefje gebleven. Na
de lagere school ging Eefje naar de Havo. De eerste jaren verliepen normaal. Vanaf haar 15e
werden de schoolprestaties minder. Eefje ging puberen en verzette zich tegen iedere
autoriteit, haar moeder, oma en haar docenten op school. Ze ging in het weekend uit en had
verschillende vriendjes die steeds enkele jaren ouder waren. Tijdens het uitgaan gebruikte
ze grote hoeveelheden alcohol en regelmatig marihuana. In die tijd had ze ook haar eerste
seksuele contacten. Relaties die daar uit voortkwamen waren steeds heel kortstondig. Ze
begon zich bewust in het zwart te kleden en had aansluiting bij een subgroep, die zich
afzette tegen de gangbare normen. In die periode heeft ze ook voor het eerst
geautomutileerd door zich met een mes in de onderarm oppervlakkig te snijden.
Op haar 17e ging ze uit huis. Ze betrok met een vriend (Erik), die ze toen enkele weken
kende een kamer in een studentenhuis in Nijmegen. Niet lang daarna raakte ze zwanger. De
zwangerschap werd afgebroken, omdat Eefje besloot een abortus te laten uitvoeren. Daarna
stopte ze, in het examenjaar, met de Havo. Na deze abortus voelde Eefje zich steeds minder
goed. Ze was somber en zag naar
2
, verloop van tijd het leven niet meer zitten. 3 weken voor haar 18e verjaardag deed ze een
suïcidepoging. Ze sneed in beide polsen met een broodmes. Haar vriend vond haar na
ongeveer 20 minuten in de keuken van het studentenhuis. Eefje overleefde het omdat de
wonden relatief oppervlakkig waren en ze snel werd gevonden. De geconsulteerde
psychiater raadde haar aan zich te laten opnemen op de psychiatrische afdeling van het
ziekenhuis. Omdat Eefje impulsief tot haar daad kwam en geen afscheidsbrief had
geschreven werd haar suïcidepoging gelabeld en ook benoemd als een roep om aandacht.
Zij is toen drie weken opgenomen geweest.
Daar kwam men tot de conclusie dat er sprake was van depressieve symptomen bij een
borderline persoonlijkheidsstoornis. Om die reden werd het niet verstandig gevonden haar
langer opgenomen te houden. Eefje moest weer zelf de verantwoordelijkheid nemen voor
haar leven en haar gezondheid. Daarom werd de behandeling poliklinisch voortgezet. Op de
vooravond van haar ontslag kwam Eefje stomdronken terug op de afdeling. Ze maakte een
enorme scene op de afdeling, schold tegen de verpleging en zocht steun bij medepatiënten
die zich daar heel ongemakkelijk bij voelden. In het verpleegkundig team leidde dit tot
behoorlijke discussies of ontslag onder de gegeven omstandigheden verstandig was.
Ze is toch de volgende dag nog met ontslag gegaan, met poliklinisch contact met een
psychiater.
In de jaren daarna leefde Eefje een leven met pieken en dalen. Ze ondernam veel, ging uit
en had veel vrienden. Maar aan de andere kant gaf niets haar voldoening. Ze ervoer haar
leven als zinloos, leeg en eenzaam. Ze was niet in staat om richting te geven aan haar leven
en liet zich eigenlijk vooral leiden door impulsen. De enige stabiele factor was haar vriend,
die haar ondanks regelmatige en heftige ruzies bleef steunen. Hij zag het gedrag van Eefje
niet als onwil maar als onvermogen, terwijl ze het zelf ook wel anders zou willen. Op de
polikliniek psychiatrie kwam Eefje 1 keer in de 6 weken. Ze sprak daar steeds 30 minuten
met een verpleegkundige over hoe het met haar ging. Eefje waardeerde de gesprekken,
hoewel ze er niet altijd naar toe ging, omdat er soms plotseling wat
tussen kwam. De verpleegkundige die toen haar begeleider was vond hun contact eigenlijk
“te weinig behandeling” en stelde Eefje voor deel te gaan nemen aan de poliklinische
behandelgroep voor borderline patiënten volgens de Linehan methode. Ze is toen
aangemeld voor de pre-treatment groep, hoewel ze er zelf ambivalent tegenover stond. Eefje
was inmiddels 25 jaar.
Toen overleed haar oma. Op de dag van de begrafenis barstte voor Eefje de bom. Ze had
veel gedronken en schreeuwde tegen haar vriend dat hij op
moest donderen, omdat ze niets aan hem had. Daarna rende ze naar buiten. Ze gooide zich
direct voor een passerende bus. De bus wist net niet uit te wijken en raakte haar alleen
tegen haar linkerschouder en hoofd. Met een gebroken bovenarm en een hoofdwond met
mogelijk hersenletsel werd ze opgenomen in het algemeen ziekenhuis. In het ziekenhuis gaf
Erik aan bij haar weg te gaan, omdat hij na dit zoveelste incident niet meer met haar verder
kon. De relatie leek nu echt definitief beëindigd te zijn. Eefje was erg somber en verdrietig,
maar ook vreselijk boos op Erik.
Omdat Eefje in dagen daarna wisselende uitspraken bleef doen over haar doodswens en de
psychiater en consultatief verpleegkundige niet goed hoogte van haar konden krijgen werd
ze op vrijwillige basis opgenomen op de psychiatrische afdeling. Op basis van haar diagnose
en de ervaringen tijdens de eerste opname werd besloten de opname duidelijk af te
bakenen.
Huidige situatie
Eefje is opgenomen op een open opnameafdeling van de PAAZ. Haar linkerarm draagt ze in
een sling en de hoofdwond is dicht en schoon. Ze mag 1 week blijven ongeacht het verloop
van de opname. Ze kan deze week gebruiken om bij te tanken en haar ontslag naar huis
voor te bereiden. Ze is verplicht het gehele therapieprogramma te volgen en zich aan de
dagstructuur van de afdeling te houden. Daarbij krijgt ze 1 verpleegkundige toegewezen via
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesanne78. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.