,Staatsrecht 2 WG1
Vraag 1a
De regering gaat een algemene bepaling invoeren.
Zie bladzijde 7.
Legaliteitsbeginsel, machtenscheiding, onafhankelijke rechtspraak en mensenrechten
(grondrechten).
Is Nederland een rechtstaat? Ja. De regering oefent zowel uitvoerende als wetgevende macht
uit. De regering kan namelijk een AMvB maken en is daarnaast ook een onderdeel van de
formele wetgever (samen met de Staten-Generaal). Geen een land heeft een perfecte
machtenscheiding. Al deze punten hoeven dus niet 100 % gewaarborgd te zijn. Er zit meer
achter het concept rechtsstaat dan alleen deze 4 criteria.
Vraag 1b
Zie bladzijde 5, maar vooral 8. Dit artikel wordt in het corpus geplaatst. Het werkt dus
hetzelfde als de andere artikelen. Declaratoir: alleen meedelen, niet opgeschreven. Artikelen:
deze hebben rechtskracht. De algemene bepaling is normatief van aard.
Antwoord: bovenaan bladzijde 9. De algemene bepaling geeft de contouren aan waarbinnen
onze GW gelezen en begrepen dient te worden. Met de algemene bepaling wordt beoogd de
waarborgfunctie van de GW voor de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten voor NL
uit te drukken. Let op: Het effect is niet dat er iets veranderd aan het artikel (dit staat iets
verderop). Het stuk spreekt zichzelf dus tegen.
Het heeft dus eigenlijk geen nut om dit op te nemen, maar onze GW is al zo leeg. Dus wat dat
betreft zou het wel goed zijn om dit wel op te nemen.
Vraag 1c
In de concept-memorie wordt een materiële democratieopvatting gehanteerd.
Formeel: De democratie moet afgebroken kunnen worden op een democratische wijze als de
meerderheid daar voor zou stemmen.
Materieel: dit gaat niet alleen om de procedure, maar ook om de gedachten daarachter. Een
democratie mag zichzelf dus beschermen tegen deze afbraak. De meerderheid mag zich tegen
de meerderheid beschermen. Het rechtstaat idee (wat meer is dan alleen een lijstje) zit hier
ook in.
Het neigt het meest naar materiële democratieopvatting. De regering koppelt de democratie
meteen aan de rechtsstaat aan de grondrechten etc..
Door deze begrippen, in het voorstel artikel, toch apart te benoemen lijkt het ook een beetje
op de formele opvatting.
Welke kritiek heeft het handboek?
Het handboek gaat meer uit van een formele democratie opvatting. Hier is democratie en
rechtsstaat namelijk ook erg gescheiden.
Wat is de zwakte van de rechtsstaatidee?
Dat een rechtsstaat te veel gaat over het institutionele. Het gaat te veel over hoe je een staat
moet inrichten (machtenscheiding). Volgens het handboek moet je binnen de staat ook een
drijfveer hebben. Er moet een soort gemeenschappelijk belang zijn wat wordt behartigd, een
bindende factor. Je hebt dus een organisatievorm nodig, maar daarnaast ook iets wat de
rechtsstaat drijft (en zorgt dat deze blijft bestaan). Het is een soort motor.
2
,Vraag 2
Locke:
- Verticaal contract
- Natuurtoestand = onzekerheid (geen oorlog)
- Individu heeft bepaalde (natuurlijke)rechten welke een ieder mag verdedigen (life,
liberty en property)
- Deze rechten kunnen ze zelf niet zo goed handhaven
- Dit leidt tot onzekerheid.
- Daarom is er een staat, om de individuele burger gaat beschermen tegen inbreuken
erop.
- Via het contract met de staat gaat de staat deze rechten beschermen
- Individualistischer dan Hobbes: elke nieuwe burger moet het contract ondertekenen.
Montesquieu:
- machtenscheiding (checks and balances)
Rousseau: (start democratie)
- Contrat social (maatschappelijk verdrag)
- Horizontaal verdrag
- Staat is een collectief en individu is een onderdeel
- Directe democratie
o Individuen maken weten
o Individuen leven onder deze wetten
o DUS: volkssoevereiniteit
- Individuen kiezen er zelf voor om onder deze overheid te leven.
- De wet is altijd goed, want deze is in overeenstemming met de volonté generale.
- Mens is van nature goed
Vraag 3
Soevereiniteit: zie bladzijde 170 van het boek. Bij wie kan de bron van het geldende gezag
gevonden worden. Het gaat dus over de vraag waarom rechtsregels gelden.
In Nederland is niet vastgelegd wat voor soevereiniteit we hebben.
Rechtstaat gaat eigenlijk over de vraag waarom de overheid zelf aan het recht gebonden is.
Want de overheid maakt zelf regels, dus waarom moeten zij zich er dan aan houden? Dat kan
alleen als de bron van de gelding van het recht ergens anders ligt. Bijvoorbeeld bij de vorst of
bij het volk.
Externe soevereiniteit = soevereiniteit naar andere landen toe: Nederland is niet de baas in
Duitsland en andersom.
Interne soevereiniteit = soevereiniteit binnen het land.
Vraag 4a
Met welk aspect van de democratische rechtsstaat is hier een probleem? Het probleem is dat
we in NL regels kennen waarbij we uitgaan van vrijheid van mensen totdat het tegendeel is
bewezen. Het gaat hier om een vermoeden. Dit is dus in strijd met de vrijheid van mensen.
Deze maatregel gaat heel ver.
3
, Antwoord:
De rechtsstaat is er toch wel voor om mensen te beschermen tegen dit soort zaken. Dit is dus
een enorme inbreuk op de persoonlijke levenssfeer (grondrecht) van burgers van Nederland.
Soms zijn inbreuken op grondrechten gerechtvaardigd (leer van de bijzondere beperkingen),
maar hier zijn veel voorwaarden aan. Daarnaast is het niet duidelijk wat er onder
geradicaliseerd moet worden verstaan. Dit geeft de overheid een hele grote ruimte om
inbreuken te maken. Er staat natuurlijk ook wel iets tegenover. De overheid doet dit om het
algemeen belang te beschermen. Maar dit is ook weer een vaag begrip.
Vraag 4b
Democratische rechtsstaat geeft vorm aan de overheid en beschermd burgers tegen de
overheid. Google is geen onderdeel van de staat. Daarmee zou je zeggen dat er hier geen
inbreuk is. Toch is het zo dat Google heel veel informatie over personen heeft. Het is dus gek
dat we tegen onze staat zeggen dat we dit niet willen, maar dat Google dit dan wel zou
mogen. Het is hier namelijk ook burger tegenover een heel groot bedrijf. Het verschil is: als
burger geeft je Google zelf toestemming.
Is het een taak van de overheid om ervoor te zorgen dat Google (of meer algemeen: anderen)
onze vrijheden niet op deze manier aantast? De vraag is dus of de overheid een positieve
verplichting heeft voor de overheid om de persoonlijke levenssfeer van burgers te
waarborgen. Dit zijn vragen die vandaag de dag spelen.
Vraag 4c
De toegang naar de rechter wordt moeilijker gemaakt door deze maatregelen. Mensen met
weinig geld gaan dan niet meer. De gelijke toegang (in dit geval arm en rijk) tot de rechter
(artikel 6 EVRM) geldt dan niet meer. Deze maatregel is niet gelijk in strijd met de
rechtsstaat, maar de rechtsstaat wordt er zeker niet beter van. Als burger moet je accepteren
dat er een drempel is voor toegang tot de rechter, maar deze drempel mag niet te hoog zijn.
Vraag 5
Politieke partijen spelen een rol in de representatieve democratie. Ons land draait op het
gegeven van politieke partijen. Deze partijen selecteren potentiële kandidaten, zorgen dat
gekozen mensen in de kamer komen etc. Deze partijen bepalen dus alles. Ze spelen dus wel
degelijk een rol. Het zou kunnen dat de politieke democratie versterkt wordt door deze
politieke partijen. Je zit in de kamer met mensen die ongeveer dezelfde ideeën hebben.
Politieke partijen kunnen de representatieve democratie ook om zeep helpen. Soms handelen
ze alleen maar om hun eigen partij te beschermen
Er wordt wel gezegd: Politieke partijen zijn de brug tussen het volk en de algemene wil.
Het handboek vind dit onzin. Er is bijna niemand meer lid van een politieke partij. Partijen
zijn helemaal niet bezig met wat er in de maatschappij gebeurd. De politieke partijen
verliezen door deze 2 punten aanzienlijk aan gezag. In dit opzicht is dit dus wel een
probleem.
Vraag 6a
Is het ontbinden van die partij een inbreuk op het verenigingsrecht. Dit recht wordt beschermd
door het EVRM
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marlotte_xx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.