Een handige samenvatting/opsomming van alles wat in de eerste week in het hoorcollege is behandelt. alle benodigde wetsartikelen staan erbij genoemd. Ik haalde een 8.6 voor mijn tentamen goederenrecht.
Samenvatting van alle colleges van goederenrecht, leerjaar 2. Deel 1
Per college de stof in een handige opsomming/ samenvatting voor het tentamen
Bij goederenrecht staat de relatie tussen persoon en zijn goed centraal.
Enkele begrippen:
Relatief recht: uitsluitend van toepassing op en van belang voor bepaalde personen die met elkaa r in
een rechtsrelatie staan. Bijvoorbeeld verbintenis.
Absoluut recht: recht dat niet alleen te handhaven is t.o.v. bepaalde personen, maa r in beginsel
tegenover iedereen. Bijvoorbeeld eigendomsrecht.
Exclusief: je hoeft niet te dulden dat een ander jouw recht gebruikt.
College 1
Goed, zaak en (vermogens)recht
Art. 3:1 BW goederen zijn alle zaken en vermogensrechten.
Boek 3 geldt voor goederen en boek 5 alleen voor zaken.
Art. 3:2 BW voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (zaken)
Iedere zaak is een goed, maar niet ieder goed is een zaak.
Art. 5:3 BW eigenaar van een zaak is eigenaar van al haar bestanddelen. Dit wordt natrekking
genoemd.
Art. 5:14 BW gaat over de natrekking bij roerende zaken. In dit artikel wordt duidelijk uitgelegd wat
er wordt aangemerkt als een ‘hoofdzaak’. Bij deze hoofdzaak (wat een roerende zaak moet zijn in de
zij van art. 3:3 lid 2 BW) horen dan de bestanddelen van de hoofdzaak.
Art. 3:6 BW vermogensrechten
- Specifiek recht (dus geen zaak) dat een financiële waarde in zich draagt.
- Recht dat een persoon toekomt.
(dus geen stoffelijk object dat geldswaarde heeft)
Juridisch: je kan alleen eigenaar zijn van zaken en niet van vermogensrechten. Je bent geen eigenaa r
van een vermogensrecht, maar een rechthebbende van een vermogensrecht.
Uitwerking absoluut recht
In Nederland kennen we acht absolute rechten. Het meest omvattende absolute recht dat bestaat is
het eigendom.
Art. 5:1 BW Eigendom
Meest omvattende recht dat bestaat; je mag het goed waarop het recht berust overdragen,
gebruiken, bezwaren met een ander recht, revindiceren, beschermen en de ‘vruchten’ ervan
gebruiken.
Absolute rechten
Kenmerken:
- Exclusiviteit
- Zaaksgevolg (droite de suite)
- Gesloten systeem in wetboek (3 in boek 3 burgerlijk wetboek/ 5 in boek 5 burgerlijk
wetboek)
, Zaaksgevolg (droite de suite): het recht op een zaak blijft op die zaak rusten ook al komt die zaak in
andere handen (bijvoorbeeld uitlenen).
Moederrechten vs. Beperkte rechten
Beperkt recht; recht dat uit meeromvattend recht is afgeleid (welke met beperkte recht is bezwaa rd).
Moederrecht is het meeromvattende recht, bijvoorbeeld eigendomsrecht of het erfpacht.
1e hoofdregel; eigendomsrecht is moederrecht en alle andere rechten zijn beperkte rechten.
beperkte rechten zijn dus tevens absolute rechten.
2e hoofdregel; naast eigendomsrecht kunnen alle andere absolute rechten (die bepe rkte rechten zijn
t.o.v. het eigendomsrecht) op hun beurt als moederrecht optreden met betrekking tot een ander
absoluut recht.
Ook een vorderingsrecht kan als moederrecht fungeren, want er kan bijvoorbeeld een pandrecht op
gevestigd worden.
Openbare registers
voor de levering van onroerende zaken, moet er een notariële akte worden opgemaakt. Dit wordt
gevolgd door een inschrijving van deze akten (afschrift/uittreksel) in de openbare registers.
Openbare registers:
- Dienst van het Kadaster en de openbare Register
- Bedoeld om mutaties in rechtstoestand van registergoederen te registreren.
- Negatief stelsel; werkelijke toestand kan afwijken van hetgeen in de registers is vermeld. De
handelsregisters betreffen een positief stelsel.
Inschrijfbaarheid in registers
Welke feiten zijn inschrijfbaar Art. 3:17 BW
De huur- en pachtovereenkomst zijn niet inschrijfbaar volgens art. 3:17 lid 2 BW
Bescherming tegen onvolledige registers
Art. 3:24 BW indien op het tijdstip van inschrijving van een rechtshandeling tot verkrijging onder
bijzondere titel van recht op een registergoed een eveneens voor inschrijving vatbaar feit met
betrekking tot dat registergoed niet is ingeschreven; dit feit kan niet aan verkrijger worden
tegengeworpen, tenzij hij het kende.
Prioriteit naar gelang tijdstip van inschrijving
Art. 3:21 BW
Prioriteitsregel bepaald de volgorde van inschrijving.
1. Tijdstip van inschrijving van akte
2. Indien deze gelijk is; tijdstip opmaken van de akte.
De eerste inschrijving (of opmaken van de akte indien gelijk tijdstip) gaat ‘voor’.
Bezit en houderschap
In de wettenbundel staat dit in titel 3.5.
Het bezit is het houden van een goed voor !zichzelf!, dit wordt ook wel possessor genoemd.
Houderschap is het houden van een goed voor een !ander!, dit wordt ook wel detendor genoemd.
Alle goederen zijn vatbaar voor bezit of houderschap, maar bestanddelen daarvan niet.
Art. 3:107 BW
Art. 3:109 BW
Art. 3:118 BW
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritd1907. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.52. You're not tied to anything after your purchase.