100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nederlands lager onderwijs 1e jaar $6.42
Add to cart

Summary

Samenvatting Nederlands lager onderwijs 1e jaar

 46 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het boek De Basis Nederlands.

Preview 3 out of 16  pages

  • February 6, 2023
  • 16
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
NEDERLANDS
DEEL 1: WOORD VOOR WOORD


1.1 ZELFSTANDIG NAAMWOORD

DEFINITIE

= woord dat een zelfstandigheid (mens, dier, ding, stof, gevoel, eigenschap…) aanduidt.

 Meestal lidwoord voor het zn
 Naast enkelvoud ook meervoud (-s, -(e)n, -eren)
 Voor sommige zn kan een genitief (= bezitsvorm) gebruikt worden
 De meeste zn kan je verkleinen

SOORTEN


SOORTNAAM OF EIGENNAAM
Soortnaam = verwijst naar een bepaalde soort

Eigennaam = verwijst naar een persoon of naar iets unieks (hoofdletter)


CONCRETE OF ABSTRACTE ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN
Concreet = tastbare of waarneembare zelfstandigheden

Abstract = niet tastbaar of niet concreet waarneembaar

SAMENSTELLING OF AFLEIDING

Samenstelling = grondwoorden al zelfstandig woord (soms verbind tussenklank verschillende grondwoorden)

Afleidingen = woorden waarbij niet alle delen zelfstandig kunnen voorkomen

GENUS

= woordgeslacht  lidwoord

De-woorden  mannelijk of vrouwelijk

Het-woorden  onzijdig

1.2 BIJVOEGELIJK NAAMWOORD

DEFINITIE

= woord dat een eigenschap of hoedanigheid van een ander zelfstandig gebruikt woord aanduidt

 Kunnen meestal verbogen worden (buigings-e of -s)



SOORTEN

,Attributief bn = het bn staat voor het woord waar het iets over zegt

Predicatief bn = het bn wordt door een koppelwerkwoord verbonden aan het woord waar het iets over zegt

Zelfstandig bijvoeglijk naamwoord = wordt zonder zn gebruikt. Het zn komt wel elders in de zin voor

TRAPPEN VAN VERGELIJKING

1. De stellende trap of positief
2. De vergrotende trap of comparatief
3. De overtreffende trap of superlatief

1.3 WERKWOORD

DEFINITIE

= woord dat een werking (een doen, worden) of een toestand uitdrukt

 Meestal verbonden met ene onderwerp
 Kan je vervoegen (= persoonsvorm)

SOORTEN

Zelfstandige woorden = kern van het werkwoordelijke gezegde, hebben een betekenis op zich

Koppelwerkwoorden = hebben weinig betekenis (zwabbels)

Hulpwerkwoorden = werkwoorden die andere ww helpen om bepaalde tijd te vormen. Weinig/geen betekenis



Transitieve werkwoorden = hebben een lijdend voorwerp bij zich

Intransitieve werkwoorden = hebben geen lijdend voorwerp

TIJD


TIJD ONVOLTOOID VOLTOOID
TEGENWOORDIG Ik speel Ik heb gespeeld
VERLEDEN Ik speelde Ik had gespeeld
TEGENWOORDIG Ik zal spelen Ik zal gespeeld hebben
VERLEDEN Ik zou spelen Ik zou gespeeld hebben




1.4 TELWOORD

DEFINITIE

= woord dat een bepaalde hoeveelheid of rangorde aanduid

, SOORTEN

Hoofdtelwoord = duidt een hoeveelheid aan

Rangtelwoord = geven een bepaalde rangorde aan



Bepaald = duid een precieze hoeveelheid aan

Onbepaald = duid een niet-precieze hoeveelheid aan

(kan allebei: enige, enkele, sommige, verscheidene, verschillende, genoeg, voldoende, wat, alle)

1.5 VOORNAAMWOORD

DEFINITIE

= woord dat verwijst naar een zelfstandigheid zonder die zelfstandigheid te benoemen

SOORTEN


PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
= verwijst naar allerlei zelfstandigheden, verdelen in onderwerps- en voorwerpsvorm

Persoon Onderwerpsvorm Voorwerpsvorm
1ste pers. Enkelvoud Ik Mij/me
2de pers. Enkelvoud Jij/je, u Jou/je, u
3de pers. Enkelvoud Hij, zij, het Hem, haar, het
1ste pers. Meervoud Wij/we Ons
2de pers. Meervoud Jullie, u Jullie, u
3de pers. Meervoud Zij, ze Ze, hen, hun


WEDERKEREND VOORNAAMWOORD
= verwijst naar het onderwerp van de zin

Persoon Korte vorm Lange vorm
1ste pers. Enkelvoud Me/mij Mezelf/mijzelf
2de pers. Enkelvoud Je, u/zich Jezelf, uzelf/zichzelf
3de pers. Enkelvoud Zich Zichzelf
1ste pers. Meervoud Ons Onszelf
2de pers. Meervoud Je, u/zich Jezelf, uzelf/zichzelf
3de pers. Meervoud Zich zichzelf


WEDERKERIG VOORNAAMWOORD
= drukt een wederkerigheid uit

3 vormen

 Neutraal = elkaar(s)
 Schrijftaal = elkander(s)
 Spreektaal = mekaar(s

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmamatten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.42  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added