ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
= is de wetenschap die de ontwikkeling bestudeert. Daarbij wordt geprobeerd om gedrag van kinderen te
beschrijven, te begrijpen en te verklaren.
(De klassieke ontwikkelingspsychologie ziet ontwikkeling als een regelmatige opeenvolging van stadia. Het
eindstadium is de volwassenheid. De nadruk ligt meer op het resultaat dan op het ontwikkelingsproces. Het is
vooral een beschrijvende wetenschap. Daarbij wordt uitgegaan van biologische opvattingen over groei en
ontwikkeling.
De ontwikkeling van kinderen is te verdelen in vier gebieden:
De fysieke en motorische ontwikkeling.
De cognitieve ontwikkeling.
De psychosociale ontwikkeling.
De morele ontwikkeling.
H1: INLEIDING IN DE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
1.1 INLEIDENDE VRAGEN EN BEGRIPPEN
,Opvoeding: Ouders bijstaan bij het opvoedingsproces van kinderen. Inzicht in de diverse domeinen van de
ontwikkelingspsychologie biedt de leerkracht meer mogelijkheden om op opvoedingsvragen van ouders te
antwoorden.
Onderwijs: Ook kennis van ontwikkelingspsychologie geeft kansen aan leerkrachten om gedrag beter te
begrijpen en om effectiever in te spelen op de bredere les- en klaspraktijk.
Beleid: betere beslissingen voor een beter beleid. Inzicht in ontwikkelingspsychologische processen en
voldoende kennis van de bestaande ontwikkelingslijnen biedt de school meer houvast in het nemen van
beslissingen die te maken hebben met didactische keuzes en het pedagogische project van een school.
Als we zoeken naar verklaringen van hoe kinderen zich ontwikkelen, dan komen we algauw uit bij een
eeuwenoude tegenstellingen: is gedrag aangeboren of aangeleerd?
Samengevat:
- Met nature verwijzen we naar de invloed van genetische eigenschappen en de daarbij horende rijping op de
ontwikkeling van het kind.
bv. zoals persoonlijkheid, fysieke behoeften en de bouw van onze hersenen.
- Met nurture verwijzen we naar de invloeden van de omgeving op de ontwikkeling van het kind.
bv. Invloeden van leeftijdsgenoten, gebeurtenissen, maatschappelijke ontwikkelingen, ziektes, enz. Uiteraard
behoort de invloed van onderwijs hier ook bij.
(Het is echter fout om te denken dat de ontwikkeling van personen/kinderen ofwel aan het ene ofwel aan het
andere moet worden voorgeschreven. Vrijwel elk gedrag is een samenspel van aangeboren factoren (nature)
en omgevingsfactoren (nurture). )
,De functie van de school is duidelijk een omgevingsinvloed (nurture): de leerkracht leert het kind rekenen. Toch
is leren rekenen niet mogelijk zonder de nodige rijping van de hersenen (nature). Leren rekenen zal dus maar
succesvol zijn wanneer de ontwikkeling van het brein dat toelaat.
Conservatie is inzien dat een hoeveelheid onveranderd blijft zolang er niets wordt bijgevoegd of weggenomen,
wat men er verder ook aan verandert. Belangrijk om weten is dat kinderen voor vijf jaar nog geen conservatie
hebben. Pas rond 6 à 7 jaar laat de kleuter zich niet meer afleiden en is het conservatiebegrip volledig
verworven.
Nature en nurture gaan met andere woorden hand in hand!
Een waargenomen rekengedrag is met andere woorden een samenspel van aangeboren en verworven
factoren.
Ontwikkeling is een complex samenspel van aanleg en milieu én van zelfsturing
Het kind is in staat zijn eigen ontwikkeling te sturen
Het actieve of creatieve kind
zelfbepaling en autonomie
Neemt toe met de leeftijd
1.2 PERIODES EN LEEFTIJDEN
Opmerkelijk is dat invloeden van de omgeving op de ontwikkeling van een kind niet op elke tijdstippen even
groot zijn. Onderzoek heeft immers aangetoond dat het goed aanleren van vaardigheden soms gebonden is
aan een gevoelige of sensitieve periode. Dit heeft te maken met de plasticiteit van de hersenen. Ook is het zo
dat niet voor alle ontwikkelingsgebieden de sensitieve periode dezelfde is.
Sensitieve periode
Aanleren van vaardigheden is soms gebonden aan een bepaalde periode. Binnen die periode zijn invloeden van
de omgeving het sterkst voelbaar. Dit heeft te maken met een afname van de plasticiteit van de hersenen.
Voorbeelden
• Wanneer kinderen voor de leeftijd van ongeveer 12 jaar onvoldoende in aanraking komen
met taal, worden talige vaardigheden moeilijker aangeleerd.
• Voor de leeftijd van 3 jaar is een kind extra gevoelig voor het ontwikkelen van een goede
hechting. Een uitgestelde of verstoorde hechting binnen die periode (bijvoorbeeld door
verwaarlozing of mishandeling) heeft dan meestal een nefaste invloed op de emotionele
ontwikkeling en het emotionele gedrag.
Ontwikkeling beschrijven
Vroeger focus op kwalitatieve ontwikkeling: stapsgewijs ontwikkelen (Piaget, Freud, Erikson). Vooral op
cognitief, psychoseksueel en psychosociaal vlak.
• Kwalitatieve benadering gaat ervan uit dat er binnen elk stadium vaardigheden zijn die in het vorige
stadium nog niet aanwezig waren. stapjes (Piaget, Erikson, Kohlberg)
Bv. Piaget vermeldt in zijn theorie over de denkontwikkeling van kinderen vier fasen:
- De sensorische fase
- De preoperationele fase
- De concreet-operationele fase
- De formeel operationele fase
, Bij elke fase verwerft het kind vaardigheden die kwalitatief van elkaar verschillen. Een peuter kan bijvoorbeeld
denken in termen van symbolen waardoor doe-alsof-spel mogelijk wordt. Ook zal een adolescent, vergeleken
met een lagereschoolkind, op een andere manier denken over emoties, enz.
• Kwantitatieve benadering: Deze benadering gaat ervan uit dat eigenschappen van gedrag niet
verdwijnen of verschijnen maar veeleer sterker of zwakker worden. (snelheid is afhankelijk van domein
tot domein) vloeiend
Bv. Lagere schoolkinderen hebben een beter geheugen dan kleuters en een grotere aandachtspanne.
Periodes en leeftijden
• In het boek verwijzen we vaak naar periodes in de ontwikkeling van een kind (pg 26)
• De afgebakende periodes markeren telkens typische onderzoeksvragen en eigenschappen of
vaardigheden die bij een kind aanwezig zijn, verbeteren, ontstaan of verdwijnen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmamatten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.