Samenvatting Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht, ISBN: 9789462902787 Verbintenissenrecht & Ondernemingsrecht
17 views 0 purchase
Course
Verbintenissenrecht & Ondernemingsrecht
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht
Dit is een samenvatting voor het vak Recht. De stof wordt aangeboden tijdens het A-cluster van Facility Management. De samenvatting is zeer specifiek en bevat alle belangrijke informatie. De tekst wordt ondersteund met afbeeldingen uit het boek.
Rechtsregels zijn nodig om de maatschappij te ordenen
Niet alleen in het openbare leven, maar denk bijvoorbeeld ook aan sportregels, examenregels
etc.
4 rechtsbronnen:
Wetten
In Formele zin (wet die op het hoogste niveau is aangenomen, Staten-Generaal en Regering)
(Wet staat in titel)
In Materiële zin (wet die voor iedereen geld)
Verdragen
Internationale afspraken tussen 2 of meer landen. Zijn vaak self-executing (Internationaal
gaat altijd voor nationaal)
Jurisprudentie
Alle uitspraken van rechters. Een uitspraak van de rechtbank is een vonnis. Een uitspraak van
het gerechtshof of de Hoge Raad heet een arrest.
Gewoonte
Een ongeschreven recht, omdat ze niet in een wet zijn vastgelegd. Het is een gewoonte,
waardoor iedereen zich er vaak automatisch aan houdt, ook al is het niet verplicht.
Codificeren (het opnemen van regels in wetten)
Hoe een burgerlijk wetboek is opgebouwd:
Boek -> Titel -> Afdelingen -> Artikelen
Hoe verwijs ik naar een artikel:
ART. boeknummer: artikelnummer/afkorting van het artikel
ART. 3: 17 BW
ART. boeknummer: artikelnummer/lid/afkorting van het artikel
ART. 3: 17 lid 2 BW
ART. boeknummer: artikelnummer/lid/sub/afkorting van het artikel
ART. 3: 17 lid 1 sub c BW
Altijd zo specifiek mogelijk verwijzen!
Onderscheid binnen het recht:
Privaat – publiek
Privaatrecht is alles wat geen publiekrecht is.
Publiekrecht is het recht waarbij de overheid gebruik maakt van een bijzondere
bevoegdheid die wij als burgers niet hebben. (bijvoorbeeld arresteren)
Eigenrichting is dat mensen zelf voor rechter gaan spelen.
Objectief – subjectief
Objectief recht is al het recht in het algemeen
Subjectief recht is het recht in een specifieke verhouding (in een relatie tussen 2
personen)
In het objectieve recht komt altijd het subjectieve recht.
Dwingend – aanvullend/regelend
Dwingend recht is het recht waaraan je je MOET houden. (ook vaak dwingend omschreven
en er staat vaak bij dat je er niet van mag afwijken) Nietig = ongeldig.
Aanvullend recht is het recht waaraan je mag afwijken door middel van een afspraak.
Formeel – materieel
Formeel recht zijn procedureregels. (gaan we niet dieper op in)
1
, Materieel recht zijn inhoudelijke regels. (bv. Burgerlijk wetboek)
Hoofdstuk 2: Inleiding verbintenissenrecht
Een verbintenis is een dergelijke juridische relatie.
Bronnen van verbintenissen:
De wet
Bv. als je schade bij een ander veroorzaakt. Er is dan een wettelijke
schadevergoedingsplicht
Een overeenkomst
Bv. dat een werknemer recht heeft op loon als hij arbeid heeft verricht voor zijn
werkgever.
Rechterlijke uitspraken
Bv. de rechter bepaalt dat een onderneming schadevergoeding moet betalen vanwege het
plegen van contractbreuk.
Absolute en relatieve rechten
Relatief recht/persoonlijk recht is het recht dat je alleen tegenover één bepaalde
persoon/personen recht kunt uitoefenen. Combinatie recht en plicht heet een verbintenis. Dat
is dus een rechtsbetrekking tussen personen waarbij de één relatief recht heeft op een
bepaalde prestatie en de ander verplicht is die prestatie te leveren. Een recht dat je
tegenover iedereen kan laten gelden is een absoluut recht. Bv. eigendomsrecht, octrooirecht.
Rechtshandeling
Een rechtsfeit is een feit dat relevant is voor het recht. Aan rechtsfeiten verbindt het recht
een rechtsgevolg. Een rechtsgevolg is een gevolg dat relevant is voor het recht. Een gevolg
waardoor er verschillende verbintenissen ontstaan. Bv. een koopovereenkomst. Als het
rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor een menselijk handelen van de betrokkene zelf
nodig is, spreek je van een bloot rechtsfeit. Bv. 18 jaar worden, overlijden. Rechtsgevolgen
zijn vaak ook rechtsfeiten. Dit is het tegenovergestelde van een rechtshandeling.
Een rechtshandeling is een handeling die gericht is op een
rechtsgevolg. Iets is alleen een rechtshandeling als je de
bedoeling hebt om een rechtsgevolg te krijgen. Soorten:
1. Eenzijdige rechtshandelingen
Komen tot stand door 1 persoon. Bv opzeggen van
overeenkomst of ontslag nemen.
2. Meerzijdige rechtshandelingen
Deze komen tot stand door 2 of meer personen. Bv een
overeenkomst sluiten.
Hoofdstuk 3: De overeenkomst
De totstandkoming van een overeenkomst
Een overeenkomst wordt gesloten als je het mverbinteet elkaar eens bent. Je hebt een
aanbod en dat wordt geaccepteerd. Een aanbod is een eenzijdige rechtshandeling.
Aanvaarding is ook een eenzijdige rechtshandeling. Aanbod en aanvaarding samen is een
overeenkomst en is dus een meerzijdige rechtshandeling. Een aanbod bevat de essentiële
elementen van de te sluiten overeenkomst. De meeste overeenkomsten zijn vormvrij.
Als er sprake is van een duidelijk misverstand, is de overeenkomst nietig (ongeldig). Als
iemand onder invloed van een geestelijke stoornis (alles waardoor je geestelijke vermogens
verstoord zijn) een overeenkomst sluit, dan is de overeenkomst vernietigbaar (geldig, maar
kan met terugwerkende kracht ongeldig worden gemaakt). Als de ene partij niet wist of niet
hoeft te weten dat de andere partij iets anders verklaarde dan eigenlijk gewild, komt er wel
2
, een overeenkomst. Er is dan sprake van gerechtvaardigd vertrouwen. Dit heeft te maken met
wilsvertrouwensleer (ART 3: 35 BW)
Als voor beide partijen constant verbintenissen uit de overeenkomst ontstaan, noem je de
overeenkomst een wederkerige overeenkomst. Elke partij is dan zowel schuldeiser als
schuldenaar. Vb. koopovereenkomst. Een eenzijdige overeenkomst is als er uit een
overeenkomst voor maar 1 partij verbintenis(sen) ontstaan.
Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt aanvaard. Een schriftelijk
aanbod vervalt als en niet binnen een redelijke termijn wordt aanvaard. Als het aanbod wordt
verworpen, dan vervalt het aanbod. (ART 6: 221 BW)
Een aanbod kan herroepelijk, onherroepelijk of vrijblijvend zijn. Herroepelijk is het zolang het
niet aanvaard is. Dat is het niet meer als de mededeling waarin de aanvaarding staat is
verzonden. Onherroepelijk is het aanbod als het een termijnstelling voor de aanvaarding
inhoudt of als de onherroepelijkheid op andere wijze uit het aanbod blijkt. Vrijblijvend is het
aanbod als direct na aanvaarding het aanbod nog herroepen kan worden.
Als een voorstel onvoldoende duidelijkheid geeft is het een uitnodiging tot het doen van een
aanbod.
Hoofdstuk 4: Handelingsbekwaamheid
Beide partijen moeten handelingsbekwaam (in staat zelfstandig overeenkomsten te sluiten)
zijn om een overeenkomst te sluiten die niet nietig en niet vernietigbaar is (ontastbaar). Het
tegenovergestelde van handelingsbekwaam is handelingsonbekwaam.
Rechtssubject
Ieder rechtssubject (heeft rechten en plichten) kan partij zijn bij een overeenkomst.
Rechten en plichten van rechtssubject onderscheiden in:
1. Natuurlijke personen
2. Rechtspersonen (altijd handelingsbekwaam) (bv, nv, vereniging etc.)
Handelingsonbekwaamheid
Handelingsonbekwaam zijn minderjarigen (< 18) en meerderjarigen die onder curatele zijn
gesteld. Als een handelingsonbekwame toch een overeenkomst sluit is hij vernietigbaar door
de wettelijke vertegenwoordiger (ouder/voogd). Dit geldt niet als het gaat om een normale
handeling voor iemand van die leeftijd (bv. een ijsje kopen). Als de toestemming van een
voogd is gegeven, dat is de overeenkomst niet vernietigbaar.
Uitzonderingen waarbij minderjarige wel zelfstandig rechten kan uitoefenen:
1. Handlichting
2. Maken van testament (als je 16 bent)
3. Verrichten van uitgaven voor studie en/of levensonderhoud (als je 17 bent en studeert)
4. In het maatschappelijk verkeer gebruikelijke handelingen
5. Een minderjarige die de leeftijd 16 heeft bereikt.
Meerderjarigen die onder curatele zijn gesteld, kunnen niet zonder toestemming van de
curator (wettelijke vertegenwoordiger) overeenkomsten aangaan.
Redenen curateel gesteld worden:
o Drankmisbruik
o Geestelijke stoornis
o Geldverkwisting
Hoofdstuk 5: Wilsgebreken
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapullens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.30. You're not tied to anything after your purchase.