Neus-, keel- en oorziekten
Hoofdstuk 1: Oor en gehoor
1. Aangeboren afwijkingen van de gehoorschelp
De oorschelp ontstaat vanuit de 1e-2e kieuwboog.
1.1 Afstaande oren
Dit is een frequent probleem dat het gevolg is van een onvoldoende ontwikkeling van de
antihelix.
Na 5-6 j zal het oorkraakbeen niet meer groeien. Dan kan een otoplastie uitgevoerd worden
waarbij de antihelix ingehecht wordt langs posterieur.
1.2 Pre-auriculaire aanhangseltjes of sinussen
Er kunnen pre-auriculaire kiewboogrestjes achterblijven met functioneel weinig tot geen last.
Er kunnen ook echte sinussen voorkomen. Deze zijn onschuldig maar kunnen herhaaldelijk
ontsteken door de ophoping van talg in de sinus en zullen dan chirurgisch verwijderd
worden.
Deze afwijkingen komen vaak geïsoleerd voor, maar kunnen ook deel uitmaken van het
branchio-oto-renaal syndroom (BOR). Dit is een autosomaal dominante aandoening met
kieuwboog-, oor- en nierafwijkingen.
1.3 Microtia van de oorschelp en agenese van de gehoorgang
Soms is de oorschelp nog minder goed ontwikkeld. Dan spreken we van microtia tot anosia
van de gehoorschelp. Dit gaat vaak gepaard met een atresie of agenese van de
gehoorgang.
Agenese van de gehoorgang gaat vaak gepaard met middenoorafwijkingen maar een
normaal gehoororgaan. We spreken dan van conductief gehoorverlies. Als dit unilateraal
voorkomt, zal het kind weinig last ervaren, behalve bij de lokalisatie van geluiden. Bij
bilaterale atresie moet vroeg ingegrepen om een normale taalontwikkeling mogelijk te
maken. Gehoorgangatresie gaat meestal een max conductief gehoorverlies geven van 55-
60 dB.
Atresie van de gehoorgang kan geïsoleerd voorkomen of in het kader van een syndroom, vb
Treacher-Collins. Deze kinderen hebben een zeer kenmerkend gelaat.
1
,Behandeling is tweeledig:
1) Gehoor:
− Hoortoestel:
Via een bone-anchored hearing aid (BAHA). Deze brengt rechtstreeks de
trillingen van het geluid via bot over naar het gehoororgaan. Dit kan niet in de
1e levensjaren geplaatst worden doordat het schedelbot te smal is. Tot die tijd
draagt het kind een haarband die volgens hetzelfde principe werkt.
− Eventueel heelkunde
2) Esthetiek:
− Kunstoor of prothese
− Oorschelpreconstructie met autoloog ribkraakbeen
Bij milde oorschelpafwijkingen kan er nog ear moulding uitgevoerd worden in de 1e 6 weken
na de geboorte. Door de oestrogenen van de moeder is het kraakbeen namelijk erg soepel.
2. Onderzoek van het oor: otoscopie
Otoscopie heeft nood aan een speculum, een lichtbron en vergroting en een goede
techniek. Bij volwassenen wordt het oor naar achter en boven getrokken. Bij een kind wordt
eerder naar achter en onder getrokken.
Er bestaan handotoscopen en microscopische otoscopen. Deze laatste laten toe een hand
vrij te houden.
Het buitenste deel van de gehoorgang is begrensd door kraakbeen en afgelijnd door een
dikke huid met haartjes en cerumenklieren. Het mediale deel van de gehoorgang is
beenderig begrensd en is afgelijnd door een dunne huid zonder adnexen. Het epitheel heeft
migratoire eigenschappen die het cerumen naar buiten duwen. Cerumen beschermt tegen
infecties en uitdroging.
In het trommelvlies kunnen verschillende onderdelen onderscheiden worden:
1) Hamersteel: Deze loopt naar boven en voor.
2) Pars flaccida of membraan van Schrapnell:
Deze ligt boven de hamersteel.
3) Pars tensa:
Deze kan in 4 kwadranten opgedeeld worden met een lichtreflex.
2
,Een cerumenprop zal pas tot gehoorverlies leiden als de volledige gehoorgang afgesloten
wordt. Dan zal de huisarts deze verwijderen door de oren uit te spuiten waarbij deze richt
naar achterbovenwand. Dit mag niet uitgevoerd worden bij een oorontsteking, trommelvlies-
scheur, etc door het risico op een middenoorontsteking. Bij harde proppen kan men deze
voorbehandelen door via oordruppels te verweken.
Vreemde voorwerpen kunnen tijdens otoscopie verwijderd worden, net als cerumenproppen.
Hierbij moet het juiste gereedschap gekozen worden.
Tijdens otoscopen kan men ook exostosen zien. Dit zijn beenderige stukken in de
gehoorgang als reactie op koud water. Deze geven geen last tenzij er een opstopping van
de gehoorgang optreedt of wanneer cerumen hierachter blijft zitten.
3. Kind met oorpijn
3.1 Acute otitis media (OMA)
Er is een piekincidentie op 0,5j-2j. De belangrijkste verwekkers zijn het infernale trio: h
influenzae, streptococcus pneumoniae en moraxella catarrhalis.
Symptomen zijn koorts, malaise, neusloop en oorpijn. De oorpijn is vaak nog moeilijk te
communiceren, maar verergert bij neerliggen.
Op otoscopie is een rood, bomberend en/of ondoorzichtig trommelvlies te zien. Het zal
bomberen en evolueren van helder vocht naar purulent. Verder is het oor rood. Bij perforatie
van het trommelvlies vermindert de oorpijn, maar zal oorloop optreden.
Behandeling:
1) Koorts- en pijnbestrijding
2) AB:
Amoxicilline. AB-oordruppels zijn enkel nuttig bij een gescheurd trommelvlies.
Enkel in specifieke omstandigheden.
− Risicofactoren voor complicaties:
Jonger dan 6m, anatomische KNO-afwijkingen, ooroperaties in de
voorgeschiedenis (buiten trommelvliesbuisjes), gecompromitteerd
immuunsysteem,...
− Forse ziekteverschijnselen
− Overwegen bij <2j en dubbelzijdige OMA of loopoor bij 1e presentatie
Een zeldzame maar gevaarlijke complicatie van een OMA is een acute mastoïditis. Hierbij is
de infectie uitgebreid naar het mastoïd met zwelling en roodheid achter het oor en een
afstaand oor. Hierbij zijn IV-AB nodig en soms zelfs chirurgie, nl een masteïdectomie.
Zelden kan er doorbraak optreden tot intracranieel met meningitis, trombose van de sinus
sigmoideus, extra- en subduraal abces, hersenabces, petrositis (uitbreiding naar de
rotsbeenpunt dat, wanneer het gepaard gaat met uitval van de n. abducens, het syndroom
van Gradenigo wordt genoemd), het abces van Bezold (doorbraak via het mastoïd naar de
hals) en labyrintitis. …
3
, 3.2 Recidiverende otitis media
Kinderen krijgen meer otiden door minder goede immuniteit, meer contact met zieke
kinderen, minder goede werking van de buis van Eustachius door oa grote adenoïden
waardoor het middenoor minder goed verlucht wordt.
Kinderen zullen hier meestal spontaan uit evolueren. Het is enkel van belang de acute
opstoten te behandelen.
Trommelvliesbuisjes zijn aangewezen vanaf 5 jaarlijks OMA’s en tussen de opstoten stase
van vocht in het middenoor.
Otitis media met effusie (OME) is ophoping van vocht in het middenoor zonder tekenen van
acute infectie zoals pijn en koorts.
4. Volwassene met oorpijn
4.1 Furunkel
Dit is een ontsteking van een haarzakje. Er treedt al pijn op bij aanraking. Pijnstilling is de
belangrijkste behandeling.
4.2 Otitis externa
Er zijn 2 vormen van otitis externa:
4.2.1 Droge vorm
Dit is eerder een ooreczeem. Jeuk is het belangrijkste symptoom. Krabben onderhoudt de
uitdroging.
Behandeling is reinigen van de gehoorgang via microscopische otoscopie en gebruik van
een zalf obv CS.
4.2.2 Vochtige vorm
Dit is een bacteriële infectie. Het oor is rood en meer gezwollen. Er is nu ook pijn bij druk op
de tragus en bij trekken aan het oor.
Behandeling:
1) Microscopisch reinigen
2) Desinfecterende oordruppels en eventueel corticoïden, vb zure druppels
3) Koortswering en pijnbestrijding
4) Systemische AB bij volledige obstructie van de gehoorgang
Uitlokkende factoren:
1) Nauwe gehoorgang
2) Frequent zwemmen en hoge vochtigheid van de omgeving
3) Teveel reinigen en/of peuteren
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sartorius. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.