Samenvatting Basis van bedrijfseconomie voor non-financials, ISBN: 9789001278380 Economische Klantwaarde
89 views 7 purchases
Module
Economische Klantwaarde
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Basis van bedrijfseconomie voor non-financials
Dit is een samenvatting voor het vak Economische Klantwaarde. De stof wordt aangeboden tijdens het C-cluster van Facility Management. De samenvatting is zeer specifiek en bevat alle belangrijke informatie. De tekst wordt ondersteund met afbeeldingen uit het boek.
Dubbel boekhouden is dat een transactie op debet en credit neer wordt gezet.
Balans: overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een organisatie
op een bepaald moment. Hier staan voorraadgrootheden op (ieder moment tellen)
Linkerzijde = debet = bezittingen
Rechterzijde = credit = schulden = eigen vermogen
Op de resultatenrekening worden de opbrengsten en kosten uit activiteiten (de stormen)
genoteerd. Het verschil hiertussen is het resultaat. Hier staan stroomgrootheden op (Omvang
(per jaar bv.)
Positief resultaat = nettowinst
Negatief resultaat = verlies
In het kasstroomoverzicht (liquiditeitsbegroting) staan de geldstromen (ontvangsten en
uitgaven) die in een bepaalde periode door het bedrijf worden gedaan.
Positieve geldstroom = banksaldo neemt toe
Negatieve geldstroom = banksaldo neemt af
Paragraaf 3.2: Balans
Paragraaf 3.3: Resultatenrekening
Paragraaf 3.4: Kasstroomoverzicht
1
,Kasstroomoverzicht= Hoeveel geld een bedrijf in een jaar per saldo netto heeft ontvangen,
hoeveel geld het bedrijf het geïnvesteerd en hoeveel geld er aan de vermogensverschaffers is
uitgekeerd.
Om een kasstroomoverzicht op te stellen moet je beschikking hebben over de beginbalans en
de eindbalans van een jaar eerder en de bijbehorende resultatenrekening. Een
kasstroomoverzicht wordt ook gebruikt om voor de komende perioden een inschatting te
maken in hoeveel geld men uit verschillende bronnen verwacht te ontvangen of uit te geven.
Drie vormen van kasstromen zijn:
Kasstroom uit operationele activiteiten (operatiebasis)
De ontvangsten en betalingen die voortvloeien uit de dagelijkse activiteiten waarmee de
organisatie zijn geld verdient (opbrengsten van verkopen, betalingen aan inkopen).
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (investeringskasstromen)
De betalingen aan leveranciers van vaste activa en de ontvangsten van de verkoop van
gebouwen, machines en inventaris die het bedrijf niet meer nodig heeft.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten (financieringskasstromen)
De betalingen aan de vermogensverschaffers in de vorm van aflossingen op leningen,
rente en een winstuitkering. Het aantrekken van vermogen vind je terug als ontvangst.
Het saldo van de drie kasstromen is de mutatie van de liquide middelen.
Primaire proces is de reden waarom het bedrijf bestaat.
Het inkopen, produceren en verkopen is het primaire proces. Bij de uitvoering van het proces
ontstaan voorraden, vorderingen op afnemers (debiteuren) en krijgt men krediet van de
leveranciers.
Kasstroom uit operatiebasis= de totale geldstroom die beschikbaar komt uit het primaire
proces.
Er zijn twee methoden om de kasstroom uit operatiebasis in een kasstroomoverzicht te
verwerken:
1. Directe methode
Alle betalingen en ontvangsten worden per categorie in een overzicht weergegeven. De
operationele kasstromen bestaan dan uit:
Ontvangsten uit verkopen
Betalingen aan leveranciers
Betaling aan personeel
Betaling aan belasting
2. Indirecte methode
De berekeningen van de kasstroom op operatie basis starten met het bedrijfsresultaat.
Vervolgens wordt het bedrijfsresultaat gecorrigeerd voor de te betalen belastingen over
het bedrijfsresultaat en alle posten die wel:
Als opbrengst zijn meegenomen, maar nog niet hebben geleid tot ontvangsten
Als kosten zijn meegenomen, maar niet hebben geleid tot uitgaven.
Bedrijfsresultaat= Het verschil tussen de opbrengsten en kosten in een jaar.
Aflossing is een uitgave en geen kost, want het lijdt niet tot een uitgave van het eigen
vermogen.
Een afschrijving is een kost en geen uitgave, want het lijdt niet tot een waardevermindering.
De toevoeging van de voorziening is een kost, want een toevoeging aan een voorziening
betekent niet dat een bedrijf een factuur ontvangt, dus het is geen uitgave. Als een
voorziening gebruikt wordt is het wel een uitgave.
Als de opbrengsten en kosten gelijk zijn aan de ontvangsten en uitgave, dan is het
bedrijfsresultaat gelijk aan de kasstromen op operatiebasis.
Correcties op het bedrijfsresultaat uit hoofde van werkkapitaal= De mutaties in de vlottende
activa en vlottende passiva.
2
, Mutaties werkkapitaal:
- Mutatie voorraden-> Een toename van een voorraad is een negatieve kasstroom.
- Mutatie debiteuren-> Een toename van de post debiteuren is een negatieve kasstroom.
- Mutatie overige te ontvangen bedragen-> Een toename van deze post is een negatieve
kasstroom.
- Mutatie crediteuren-> Een toename van de post crediteuren is een positieve
kasstroom.
- Mutatie te betalen belastingen-> Een toename van deze post is een positieve
kasstroom.
Stappen om de investeringen te berekenen op basis van de balans en resultatenberekening:
1. Waarde van activa op beginbalans = waarde van investeringen uit het verleden
2. Afschrijving = verbruik van investeringen. Dus investeringen op het einde van het jaar =
beginwaarde van activa – afschrijvingen (als er niet nog een keer is geïnvesteerd.)
3. Waarde van totale investeringen op eindbalans. > dan waarde van stap 2? Dan hebben er
investeringen plaatsgevonden!
4. Hoogte investeringen per jaar = eindwaarde vaste activa op de balans – ( beginwaarde
van de vaste activa – afschrijvingen)
Optelsom van de kasstroom op operatiebasis en de investeringskasstroom = zijn vrije
kasstromen. De hoogte hiervan is namelijk het bedrag dat beschikbaar is voor de
vermogensverschaffers in de vorm van rente, winstuitkering of aflossing van leningen.
Financieringskasstromen geven aan wat de onderneming met het geld dat beschikbaar is
gekomen heeft gedaan.
Correctie belastingen:
- In Nederland moet 25% van het bedrijfsresultaat aan belastingen worden betaald.
- Dit werkelijke bedrag wordt betaald over de nettowinst.
- Door fiscale regels kan het zijn dat de werkelijk te betalen belasting afwijkt van de
operationele kasstromen. Dus correctie belastingen = verschil tussen de te betalen
belastingen uit de operationele kasstromen en de wekelijk betaalde belastingen.
Positieve kasstroom -> werkelijk betaalde belastingen < het berekende belasting bedrag
Negatieve kasstroom -> werkelijk betaalde belastingen > het berekende belasting bedrag
Paragraaf 4.1: Vormen van investeringen
Een investeringsproject is het totaal van investeringen in vaste activa en het daaruit
voortvloeiende jaarlijks benodigde nettowerkkapitaal, dat nodig is om een genomen
investeringsbeslissing uit te voeren.
Nettowerkkapitaal is het saldo van enerzijds de investering in voorraden en debiteuren en
anderzijds de automatisch verkregen financiering van deze investeringen in de vorm van
crediteuren en overige te betalen bedragen.
Vormen investeringsprojecten:
Initiële investeringen
1. Investeringen in vaste activa en het werkkapitaal
2. Door startende ondernemers of ondernemers die starten met nieuwe activiteiten
(beginnen)
Vervangingsinvesteringen
Investeringen in vaste activa, zoals machines en inventaris om versleten activa te
vervangen
Uitbreidingsinvesteringen
Investeringen in vaste activa waardoor de productiecapaciteit toeneemt (uitbreiding)
Overige investeringen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isapullens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.