Deze aardrijkskunde samenvatting voor leerlingen van 3 vwo gaat over hoofdstuk 4 ´Conflicten`. Het behandelt de paragrafen 4.1 t/m 4.5. Deze samenvatting verduidelijkt en verhelderd de tekst. Het legt bepaalde zaken wat mij betreft net water beter uit dan het boek en het filtert de belangrijkste i...
4.1
Wereld: Wapengeweld wereldwijd
Als er in een jaar 25 of meer doden zijn gevallen bij een conflict dan
spreek je van een gewapend conflict. Vooral in Sub-Sahara Afrika,
Zuidoost-Azië en de Islamitische wereld zijn veel conflicten. Dat komt
omdat ze vroeger kolonies waren. Conflicten ontstaan als macht
misbruikt wordt en dus als een groep mensen macht uitoefent op een
groep die daar niet van gediend is. Je kan conflicten als volgt indelen:
● Internationale conflicten, deze spelen zich tussen landen af zoals
de tweede wereldoorlog
● Binnenlandse conflicten of burgeroorlogen, dit is vaak binnen de
grenzen van een land waarbij opstandelingen tegen de regering in
gaan
● Geïnternationaliseerd conflict, als buitenland bemoeit met een
burgeroorlog dan noem je het een geïnternationaliseerd conflict.
Een voorbeeld is Syrië, dit begon met de leider Assad die groepen
volken achtergestelden en mensen kwamen in opstand. Doordat
andere landen bang waren voor de levering van olie tijdens dit
conflict gingen landen als VS, Rusland, EU-landen, buurlanden en
landen in de regio zich bemoeien en aan de kant staan van de
mensen of van de leider Assad. Hierdoor werd het een
geïnternationaliseerd conflict
Soms weet je niet of je mensen terroristen of opstandelingen moet
noemen. Dat hangt af van de situatie. Terrorisme is geweld gebruiken
om een politiek doel te bereiken en vaak om angst te zaaien en doen dit
vooral met bomaanslagen.
Bij conflicten gaat het vaak over een staat, een staat is een gebied met
een grens en eigen wetten en regels. Een staat heeft recht op
soevereiniteit of ook wel zelfbeschikking, dit betekent dat ze zelf de baas
mogen zijn over hun land en over hun gebied, andere staten mogen zich
niet met de regels bemoeien. Integriteit is het tegenovergestelde en dat
is rekening houden met andere landen. Met soevereiniteit doe je dat dus
niet echt. Wanneer mensen in één staat voelen dat ze bij elkaar horen
door bijvoorbeeld hun geloof, geschiedenis of taal dan vormen ze één
, volk of natie. Om de cultuur en afkomst van een volk te beschrijven
gebruik je het woord etniciteit. Bij welk volk hoor je, dan zeg je dat je
etniciteit fries is maar je nationaliteit Nederlands. Het woongebied van
een volk noem je het territorium. Als één volk een eigen territorium heeft
en een eigen staat dan is er vaak weinig conflict. Maar in de wereld zijn
200 landen(staten) en 5000 volken, dus vaak is er ruzie over welk volk
welk gebied krijgt en ook overlappen veel gebieden van volken elkaar.
Daardoor kan conflicten komen.
Soms eisen opstandelingen onafhankelijkheid en dat noem je
separatisme. Dit is bijvoorbeeld zo bij de oeigoeren. Een ander
voorbeeld zijn de oemma, zij voelen zich vooral verbonden met het
geloof. Ze streven naar een land voor moslims. Dit noem je
fundamentalisten. Soms worden deze protestandeling gewelddadig en
dan noem je het jihadisme.
4.2
Wereld: Oorzaken van conflicten
Er zijn 4 verschillende oorzaken van conflicten:
● Economische oorzaken, sommige gebieden in de wereld zoals
steile bergen in peru lijken weinig waard te zijn. Maar soms zitten
er veel grondstoffen in de bodem en soms wordt het milieu daarbij
erg vervuild. Er komen daardoor bijvoorbeeld in Canada bij de
winning van grondstoffen gewapende demonstranten. Of in Nigeria
waar bij olielekkages hele gebieden onbruikbaar maken. In zulke
onrechtvaardige situaties is de kans op conflicten groot en dit
noem je de paradox van overvloed of in het engels resource curse.
Paradox betekent tegenstelling, dus iets negatiefs aan de
overvloed dus soms kan de overvloed problemen veroorzaken als
conflicten. Of resource curse wat bronnen vloek betekent.
● Culturele oorzaken, soms komen er conflicten door culturele
verschillen. Een voorbeeld is het verschil in groepen bij de islam.
Er zijn twee groepen, de soennieten en de sjiieten. Soennieten
geloven in profeet mohammed maar de sjiieten geloven dat de
profeet een opvolger heeft die Ali heet. 90% van de islamieten zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanderburgnathan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.