100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beginselen van het Nederlands Staatsrecht H8 $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting Beginselen van het Nederlands Staatsrecht H8

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht H8

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Beginselen van het nederlands staatsrecht h8
  • February 6, 2023
  • 6
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Staatsrecht – Beginselen van het Nederlands staatsrecht H8
Inleiding:
 Theoretische schepping machtenscheiding  bijv. Amerika; volgens de letter van
de Grondwet heeft het congres uitsluitend wetgevende, president uitsluitend
uitvoerende macht
 Europa  absolute alleenheerschappij  democratisch systeem checks & balances
Absolute koningschap in Engeland:
 16e en 17e eeuw  absoluut koningschap als normale staatsvorm in Europa
 1581  afzwering van de Spaanse koning in de Nederlanden, eerste demonstratie
van idee dat de koninklijke macht beperkingen moest hebben
 Koloniën  welvaart  koopmannen  ontevredenheid over staatsbestel
 Koninklijke macht is uiteindelijk overal wel beperkt, Engeland vaak als voorbeeld voor
parlementair stelsel
 1765  William Blackstone, grote commentaar over het Engelse recht, onderscheidt
2 fasen binnen de verandering van de machtsverhoudingen:
o Fase 1  koninklijke absolute macht teruggedrongen tot door het recht
erkende bevoegdheden
o Fase 2  groei van de verantwoordelijkheid van het parlement en de komst
van een constitutionele monarchie
 Engeland was een voorbeeld voor het Nederlandse staatsbestel
Ontwikkeling in Nederland:
 Republiek is na Franse tijd niet teruggekomen
 1814  herstel onafhankelijkheid
 1815  nieuwe Grondwet vanwege vereniging noordelijke Nederlanden met
zuidelijke Nederlanden
o Koning alle macht die niet uitdrukkelijk aan parlement was toegekend
o Parlement wilde reëele invloed op staatsbestuur
 Vanaf 1840  ministers verantwoordelijk stellen voor de gang van zaken
Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid:
 1840  Grondwetsherziening:
o Eis van medeondertekening van kb’s door een minister (!)
o Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid  ministers
strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld voor alle daden waaraan zij hadden
meegewerkt en waardoor de wetten geschonden waren
 Vervolging neergelegd in Wet ministeriële verantwoordelijkheid en
ambtsdelicten leden Staten-Generaal, ministers en
staatssecretarissen
 Maar: beperkte invloed, want beleidsrichtingen zijn niet per se
strafbare feiten maar kunnen wel onwenselijk zijn  ministers volledig
verantwoordelijk stellen
Politieke ministeriële verantwoordelijkheid en het parlementaire stelsel:
 1848  Grondwetswijziging n.a.v. revolutie in Frankrijk
o Politieke ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd
 Ministeriële verantwoordingsplicht  parlementair stelsel

, o Wanneer een minister blijkt geen vertrouwen van de volksvertegenwoordiging
te hebben, dient hij ontslag aan te bieden
o Resultaat van strijd tussen conservatief kabinet-Van Zuylen van Nijevelt-
Heemskerk en de liberale Tweede Kamer (Tweede Kamer won)
Koning en ministers:
 De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk (art. 42 Gw)
 Onschendbaarheid  niet onderworpen aan enig ander staatsorgaan en niet
strafrechtelijk te vervolgen
 Geen verantwoordingsplicht van de ministers aan de koning
 KB’s  koning zet handtekening onder door minister gedane voorstel
 Het geheim van het Noordeinde / van het Huis ten Bosch / van Soestijk 
Interne verhoudingen tussen koning en ministers zijn geheim
Regering en Staten-Generaal:
 Thorbecke wilde koning laten beslissen in geval van een geschil tussen ministers en
parlement
 Dualisme  regering en Staten-Generaal hebben een eigen verantwoordelijkheid en
de een is niet gesteld boven de ander
o Samenwerking geboden
o Ieder een eigen functie en verantwoordelijkheid
o Wil parlement > wil regering
o Beleid en wetgeving in “gemeen overleg”
 Parlementair kabinet  kabinet waarbij de coalitiefractie in de Tweede Kamer nauw
bij de formatie betrokken zijn en waarbij de hoofdlijnen van het beleid worden
vastgelegd in een regeerakkoord
 Parlementair meerderheidskabinet  fracties die het regeerakkoord zijn
overeengekomen maken samen een meerderheid in de Tweede Kamer uit
o Kabinet en regeringsgezinde fracties treden vaak solidair op
o Maar: soms kabinetscrisis
 Partijpolitieke samenwerking in de regeringscoalitie verbroken
 Ministers kunnen zich binnen het kabinet niet vinden in besluiten OF
regeringsgezinde fractie trekt zich terug uit regeringscoalitie
 Rutte I: Parlementair minderheidskabinet
 Rutte II: Parlementair meerderheidskabinet (niet in Eerste Kamer)
 Rutte III: Parlementair meerderheidskabinet (in beide kamers, uiteindelijk verloren)
 Gedoogakkoord  steun van een of meer andere fracties inzake een aantal
onderwerpen tijdens de kabinetsformatie vastgelegd omdat er geen meerderheid is
 Bij minderheidskabinet moet regering meer rekening houden met oppositie
 Extraparlementair kabinet  men is niet voor of tegen een kabinet en er is geen
regeerakkoord tot stand gekomen, binding tussen kabinet en parlementaire
meerderheid is zwak / afwezig
Kabinetsformatie:
 Voor 2012  koning bemoeit zich met formatie:
o Benoemt (in)formateur
o Nodigt voorzitters EK en TK uit
o Nodig alle fractievoorzitters uit voor advies over samenstelling kabinet
 Vanaf 2012  Tweede Kamer benoemt (in)formateur(s)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rbrouwer12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50402 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added