Inhoudsopgave
CONTROLE VS. OPSPORING ............................................................................................................................ 2
§1 INLEIDING: DOEL, AARD EN DEELNEMERS STRAFPROCES............................................................................................... 2
§2 MENSENRECHTEN ............................................................................................................................................... 5
§3 CONTROLE VS. OPSPORING ................................................................................................................................... 7
§4 OPSPORING 1 .................................................................................................................................................. 10
§5 BIJZONDERE OPSPORINGSBEVOEGDHEDEN ............................................................................................................. 12
VERVOLGING EN GETUIGEN .......................................................................................................................... 16
§6 VERHOOR ........................................................................................................................................................ 16
§7 VERVOLGING.................................................................................................................................................... 18
§8 BETREDEN EN DOORZOEKEN ................................................................................................................................ 20
§9 GETUIGEN EN DESKUNDIGEN ............................................................................................................................... 22
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING EN VORMVERZUIMEN............................................................................. 25
§10 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING ...................................................................................................................... 25
§11 DE VERVOLGINGSBESLISSING ............................................................................................................................. 26
§12 VORMVERZUIMEN EN ONRECHTMATIGE OPSPORING .............................................................................................. 29
BESLISSEN EN MOTIVEREN, RECHTSMIDDELEN, BEWIJSRECHT EN INTERNATIONAAL STRAFRECHT ............... 31
§13 BESLISSEN EN MOTIVEREN (IN HET BIJZONDER BIJ VERWEREN) .................................................................................. 31
§14 RECHTSMIDDELEN ........................................................................................................................................... 35
§15 BEWIJSRECHT EN SAMENLOOP ........................................................................................................................... 39
§16 INTERNATIONAAL STRAFRECHT ........................................................................................................................... 41
TUTORIAL 1: MR. BIG METHODE ................................................................................................................... 48
TUTORIAL 2: KROONGETUIGE ....................................................................................................................... 51
TUTORIAL 3: POLITIEGEWELD ....................................................................................................................... 55
JURISPRUDENTIE .......................................................................................................................................... 60
,Controle vs. Opsporing
§1 Inleiding: doel, aard en deelnemers strafproces
Voorkennis:
Voorvragen/formele vragen:
1. De geldigheid van de dagvaarding à nietigheid van de dagvaarding
• De externe eisen (persoonsaanduidingsfunctie, oproepingsfunctie)
• De interne eisen (art. 261 Sv / informatiefunctie en beschuldigingsfunctie)
2. De bevoegdheid van de rechter à onbevoegdheid van de rechter
• Absolute competentie (type rechter)
• Relatieve competentie (arrondissement)
3. De ontvankelijk van het OM à niet-ontvankelijkheid OvJ
• Bijv. minderjarig, dood, ne bis idem, verjaring etc.
4. Redenen voor schorsing van de vervolging à schorsing van de vervolging
• Art. 14 Sv e.v.
Preliminaire verweren: art. 283 Sv, de rechter kan direct na het uitroepen van de zaak een
onderzoek doen naar de eerste drie deelvragen. Dit kan ook op verzoek van de verdediging.
Inhoudelijke vragen/materiële vragen:
1. Is het ten laste gelegde feit bewezen? à vrijspraak
(bij motiveren is dit de bewijsvraag)
2. Levert het een strafbaar feit op? à OVAR
• Legaliteitsvereiste
• Niet alle bestanddelen zijn ten laste gelegd
• Problemen omtrent de bepaling
• Interpretering van de wetsomschrijving
3. Zijn feit en dader strafbaar? à OVAR
• Wederrechtelijk en verwijtbaar
• Rechtvaardigingsgrond = geen wederrechtelijkheid
• Schulduitsluitingsgrond = geen verwijtbaarheid
• (culpa bevat zowel de verwijtbaarheid als de wederrechtelijkheid)
4. Welke sanctie wordt opgelegd?
• Art. 9a Sr: rechterlijk pardon
Artikel 352 lid 2 Sv: bij OVAR kunnen wel nog maatregelen worden opgelegd.
Voorwaarden van het strafbaar feit: 1) een menselijke gedraging 2) die voldoet aan een
geldige wettelijke delictsomschrijving 3) en deze moet wederrechtelijk en (4) aan de schuld
van de verdachte te wijten zijn.
Bestanddelen:
Geschreven voorwaarden in de delictsomschrijving die de rechter moet bewijzen.
Elementen:
Voorwaarden die verondersteld worden geacht. (Wederrechtelijkheid en schuld). De
verdachte zou zelf een beroep moeten doen op een strafuitsluitingsgrond.
,Inverzekeringstelling:
Art. 57 en 58 Sv.
- Duur 3 x 24 uur, verlenging van 3 x 24 uur (wanneer dringend noodzakelijk)
- Daarna in vrijheidsstelling of vordering tot voorlopige hechtenis.
- Voorgeleiding RC binnen 3 dagen en 18 uur na aanhouding. (Art. 59a Sv)
- Habias corpus: breng het lichaam voor de rechter.
Bewaring:
Art. 63 en 64 Sv.
- Door de RC (op vordering van de OvJ)
- Maximaal 14 dagen
Politierechter of meervoudige kamer:
Art. 268 jo. 368 Sv. à Het rechtsgeding wordt voor de politierechter vervolgd indien naar
het aanvankelijke oordeel van het openbaar ministerie de zaak van eenvoudige aard is, in
het bijzonder ook ten aanzien van het bewijs en de toepassing van de wet, terwijl requireren
gevangenisstraf niet meer dan een jaar mag bedragen.
- Dit wordt dus bepaald door de OvJ
- Niet meer dan één jaar geëist
Accusatoir: partijen nemen het initiatief tot een proces en de procesvoering. Dit is een
procedure op tegenspraak. De rechter heeft een passieve rol. Het is een actieve zitting zoals
bijv. in het civiele recht.
Inquisitoir: het initiatief tot het starten van een procedure ligt bij de overheid. Deze
procedure geschiedt voornamelijk schriftelijk. De verdachte is object van onderzoek waarbij
de rechter verantwoordelijk is voor waarheidsvinding en is hier actief naar opzoek. Het
accent ligt sterk op het voorbereidend onderzoek. De overheid is verantwoordelijk voor een
eerlijke rechtspleging (rechter en rechter-commissaris).
Conclusie Nederland: we zijn gematigd inquisitoir, maar de scherpe randjes zijn eraf. Er is nu
een ontwikkeling waarin steeds meer accenten worden gelegd op de rechten van de
verdediging, maar wanneer de verdediging deze bal niet oppakt dit consequenties kan
hebben (bijv. meer rechten in het vooronderzoek).
Primaire doel van het strafproces
• Mogelijk maken van toepassing materiële strafrecht
• Waarheidsvinding
• Gerechtigheid versus rechtszekerheid (lites finini oportet, strafzaken moeten ten einde komen
en niet ellenlang door kunnen gaan)
• Rechtsvrede
o Voor de gemeenschap: kanaliseren maatschappelijke onrust, voorkomen eigenrichting. Dus
een adequate reactie vanuit de overheid op een strafbaar feit.
o Maar ook voor de verdachte en het slachtoffer.
• Rechtsbescherming: in de rechtstaat heiligt het doel niet alle middelen
, Secundaire doelen
• Speciale preventie
• Generale preventie
De aard van de strafrechtspleging wordt mede bepaald door:
• Criminaliteitsbestrijding (bevoegdheidstoedeling) vs. machtsbeheersing
(bevoegdheidsbeperking)
• Accusatoir vs. inquisitoir
Accusatoir: partijen nemen het initiatief tot een proces en de procesvoering. Dit is een
procedure op tegenspraak. De rechter heeft een passieve rol. Het is een actieve zitting zoals
bijv. in het civiele recht.
Inquisitoir: het initiatief tot het starten van een procedure ligt bij de overheid. Deze
procedure geschiedt voornamelijk schriftelijk. De verdachte is object van onderzoek waarbij
de rechter verantwoordelijk is voor waarheidsvinding en is hier actief naar opzoek. Het
accent ligt sterk op het voorbereidend onderzoek. De overheid is verantwoordelijk voor een
eerlijke rechtspleging (rechter en rechter-commissaris).
Conclusie Nederland: we zijn gematigd inquisitoir, maar de scherpe randjes zijn eraf. Er is nu
een ontwikkeling waarin steeds meer accenten worden gelegd op de rechten van de
verdediging, maar wanneer de verdediging deze bal niet oppakt dit consequenties kan
hebben (bijv. meer rechten in het vooronderzoek).
Procesdeelnemers:
De onpartijdige en onafhankelijke rechter:
• Vooronderzoek en hoofdonderzoek: van toezichthouder (RC) naar leider van het
onderzoek (zittingsrechter).
• Rol van de RC is in de loop der tijd sterk veranderd.
• Actieve rol en onpartijdigheid
• Controle: wraking en verschoning (art. 512-517 Rv)
De officier van justitie:
• Artikel 124 RO, het OM is belast met de strafrechtelijke vervolging en andere taken.
Drie hoofdtaken:
o Opsporing;
o Vervolging;
o Toezicht op (de tenuitvoerlegging van) strafvonnissen ß sinds januari 2020 is deze
taak verschoven naar het ministerie.
• De OvJ maakt onderdeel uit van de staande magistratuur. Dit bekent dat hij o.a. waakt
over procesrechten van de verdachte. Maar de OvJ is ook een crime fighter en
handhaver/ambtenaar.
De raadsman:
• Twee taken:
o Bijstand verlenen
o Toezien dat de mensenrechten worden nageleefd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demidamoiseaux7. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.