100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting belastingrecht verplichte literatuur bijeenkomsten 1 t/m 5 $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting belastingrecht verplichte literatuur bijeenkomsten 1 t/m 5

 212 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle verplichte literatuur genoemd in het blokboek behorende bij de bijeenkomsten 1 t/m 5.

Preview 1 out of 24  pages

  • Unknown
  • May 26, 2016
  • 24
  • 2015/2016
  • Summary
avatar-seller
Inleiding belastingrecht
Verplichte literatuur bijeenkomst 1


Hoofdstuk 2 Algemene aspecten
Algemene aspecten belastingheffing in Nederland, loon, eigen woning, boxensysteem, tarieven en
belastingheffing bij partners.

Welke functies hebben belastingen?
Belastingen zijn onvermijdelijk in een democratische rechtsstaat. Dit geldt in versterkte mate indien een staats, zoals
Nederland, ook de pretentie heeft om een sociale rechtsstaat te zijn.

Budgettaire functie van belastingen De belangrijkste inkomensbron is de belastingopbrengst.

Instrumentele functie van belastingen Belastingen worden ingezet als middel om een bepaald sociaal of economisch
doel te bereiken.


Onze belastingheffing is gebaseerd op een aantal rechtvaardigingsgronden, te weten het draagkrachtbeginsel en het
profijtbeginsel.

Profijtbeginsel De gedachte dat je belasting moet betalen omdat je gebaat bent bij de
activiteiten van de overheid.

Het draagkrachtbeginsel
Bijvoorbeeld loon- en inkomstenbelastingen. Omdat een persoon inkomen geniet, kan hij bijdragen aan de collectieve
lastendruk. De belastingheffing hangt dwingend af van iemands mogelijkheid om belasting te betalen, wat ook wel ability to
pay wordt genoemd door de Engelse econoom Adam Smith.

In de wetenschap is aanvaard dat de vermogensvergelijkingstheorie, inclusief een onbeperkte verliescompensatie, de meest
juiste manier is voor het bepalen van iemands objectieve draagkracht. De wijze waarop de vermogensmutatie is ontstaan,
doet daarbij niet ter zake. Heffing naar draagkracht als rechtsgrond van belasting is vanuit de rechtsgelijkheid algemeen
geaccepteerd.

Art. 2.3 Wet IB 2001 onderscheidt drie soorten inkomens:
1) Het inkomen uit werk en woning, box 1: het inkomen behaald met bijvoorbeeld een onderneming, een
dienstbetrekking en de koopwoning die tot het hoofdverblijf dient.
2) Het inkomen uit aanmerkelijk belang, box 2: inkomen behaald met een algemeen belang van minimaal 5% in een
besloten of naamloze vennootschap. Bijvoorbeeld dividenden en vervreemdingsvoordelen behaald met het
aandelenpakket.
3) Het inkomen uit sparen en beleggen, box 3 (vermogensrendementsheffing): inkomen dat iemand behaalt met zijn
vermogen, zoals uit spaarrekeningen, effecten en/of onroerende zaken, niet zijnde de eigen woning.
Dit inkomen wordt forfaitair bepaald. Een belastingplichtige wordt geacht over de waarde van zijn vermogen op 1
januari van enig jaar, voor dat jaar een rendement te halen van 4%. Het werkelijk behaalde rendementen doet niet
ter zake. Deze heffing kan moeilijk in overeenstemming met het draagkrachtbeginsel worden geacht. Vanaf 2017
wordt het huidige forfaitaire rendement van 4% aangepast en afhankelijk gemaakt van de omvang van het
vermogen. Er wordt dan namelijk per vermogensklasse berekend. Belastingplichtigen met lagere vermogens
worden geacht een lager rendement te halen dan belastingplichtigen met hogere vermogens.

Het boxenstelsel doet het draagkrachtbeginsel en het gelijkheidsbeginsel geweld aan, omdat verliezen in de ene box
onvermijdelijk de koopkracht uit de andere box aantasten en desondanks deze verliezen, op enkele uitzonderingen na, niet
mogen worden verrekend met het positief inkomen uit een andere box.

Ook de tarieven moeten onderscheiden worden naar de drie soorten inkomens, zoals hierboven benoemd.
1) Het inkomen uit werk en woning is belast tegen een progressief tarief. Dit houdt in dat het tarief stijgt naarmate het
inkomen stijgt. In art. 2.10 Wet IB 2001 wordt het inkomen in vier schijven opgedeeld, waarbij in iedere schijf het
inkomstenbelastingtarief toeneemt tot een maximumtarief van 52%. Personen die de AOW-leeftijd hebben bereikt,
betalen alleen premies voor de Anw en WLZ, zodat hun effectieve tarief in de eerste twee schijven lager is dan
voor de belastingplichtigen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt.
2) Het inkomen uit aanmerkelijk belang is belast tegen 25%. Een vast tarief noemen we een proportioneel tarief.
3) Het fictieve inkomen uit sparen en beleggen is steeds belast tegen 30%. Een belastingplichtige is steeds 1,2%
verschuldigd over kort gezegd zijn vermogen in een jaar. Indien de belastingdruk echter wordt afgezet tegen het
werkelijk ontvangen inkomen in het kalenderjaar is sprake van een degressief tarief. De gemiddelde belastingdruk
daalt naarmate het werkelijk ontvangen inkomen stijgt.


Persoonlijke omstandigheden; subjectieve draagkracht
De Wet IB 2001 houdt rekening met persoonlijke omstandigheden, te weten:
1) Heffingskorting en
2) Persoonsgebonden aftrek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dena15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added