Welke prijs is de klant bereid om voor het product te betalen en wat vindt (hij of zij) het waard
Vraagcurve:
Geeft aan hoeveel van een bepaald product van verschillende prijzen wordt gevraagd, als overigens
alle factoren hetzelfde blijven (prijs/afzet).
Oorzaken verandering vraagcurve:
1) Verandering consument
2) Effectief gebruik sociale media
3) Introductie van een nieuw product op de markt
Afroomprijsstrategie:
Brengen we het nieuwe product tegen een kunstmatige hoge prijs op de markt en romen we de
markt af (door bijvoorbeeld een ander nieuw product op de markt)
Penetratieprijsstrategie:
Brengen we een nieuw product op de markt tegen een kunstmatige lage prijs, met als doel
merkbekendheid en een groot aandeel in de markt
, Prijsdoelstellingen:
1) Specifieke meetbare prijsdoelstellingen (beïnvloeden prijsperceptie)
2) Rendement doelstelling (winstmaximalisatie)
3) Verkoop gerelateerde doelstelling (marktaandeel)
4) Concurrentgeoriënteerde doelstelling (volgen van de concurrent bij prijsbepaling)
Prestatiekortingen:
1) Functionele korting (vergoeding voor de verkoopinspanning)
2) Bonuskorting (achteraf de verkoopprijs verlagen)
3) Betalingskorting (consument betaalt rekening contact of op korte termijn, krijgt hij of zij
korting)
4) Seizoen korting (aanbieding die alleen buiten het seizoen van toepassing is)
5) Kwantumkorting (hoe groter de order, hoe hoger het kortingspercentage)
Prijsmechanisme in de macro- economische omgeving:
1) Vergelijkingsfunctie (De prijshoogte in staat de waarde en eventuele schaarste van
verschillende producten met elkaar vergelijken)
2) Stimuleringen en afremmingsfunctie (Vraag en aanbod wordt met elkaar in evenwicht
gebracht.
3) Verdelingsfunctie (Prijsmechanisme bepaalt wie wat koopt, als een product duurder wordt,
kunnen minder mensen het kopen. Zo leidt prijs tot een spreiding van de vraag en de
schaarste producten en diensten in de maatschappij)
Pagina 532, meest gebruikte prijsstrategie
Break even afzet:
Verkochte producten waarbij de omzet precies gelijk is aan de totale kosten
Totale vaste kosten $10 000
Verkoopprijs – variabelen kosten per eenheid
$80- $30 = $50 $10 000: $50= 200 stuks is gelijk aan $10 000
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bartvanbindsbergen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.