100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting/college aantekeningen vorm en functie $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting/college aantekeningen vorm en functie

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle stof die is besproken in de hoorcolleges.

Preview 2 out of 13  pages

  • February 7, 2023
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Aantekeningen hoorcolleges vorm en functie deeltoets 2

Hoorcollege 1 --> Neurale communicatie
Neuron heeft een axon (uitloper), neuronen geven signalen door via het axon aan andere cellen.
Neuronen hebben ook dendrieten en daarmee kunnen cellen signalen ontvangen. Iedere zenuwcel
heeft maar 1 axon, aan het uiteinde van een axon komen opsplitsingen. 1 dendritische spine is de
contactplaats van een uitloper van de axon. Neuronen kan je in verschillende klassen indelen. Een
bipolaire zenuwcel heeft 2 uitlopers (1 axon en 1 dendriet). Het cellichaam zit niet in de weg,
hierdoor kan het elektrische signaal makkelijker kan plaats vinden. Er zijn heel veel non-neural cellen
in het brein, deze heten ook wel glia cellen. Glia cellen komen ook in verschillende varianten voor.
Astrocytes heeft 2 belangrijke functies: maken contact met bloedvaten met de uitlopers en
beschermen alle bloedvaten die door het brein heen lopen (bloed hersen barriere) die zorgen ervoor
dat bepaalde stoffen wel erdoor komen en sommige niet, uitlopers maken ook contact met
zenuwcellen en kunnen bepalen hoe sterk of hoe zwak bepaalde signalen worden doorgegeven.
Microglia cellen zijn de afweercellen, ze komen niet oorspronkelijk in de hersenen voor maar tijdens
de ontwikkeling komen deze in de hersenen terecht. Oligodendrocyten zijn ook glia cellen.
CZS -> hersenen en ruggenmerg
PZS -> alles daarnaast
Oligodendrocyten kunnen meerdere axonen myeliniseren in CZS, maar in PZS doen swann cellen het
myeliniseren van de axonen (er zijn wel meerdere swann cellen nodig om 1 axon te myeliniseren).
MS wordt veroorzaakt door het niet goed myeliniseren van axonen. Je gaat dingen niet meer goed
zien (visuele aandoeningen zijn vroege symptomen), verlies van gevoel, problemen met coördineren
van de spieren. Er worden namelijk signalen niet meer goed doorgeven.
Elektrische signalen in het brein zijn hele kleine signalen. Deze geladen deeltjes kunnen door het
celmembraan naar binnen en naar buiten worden gepompt. Deze eigenschap noemen we
exiteerbaarheid. Ze wekken een actiepotentiaal op, een snelle verplaatsing van lading waardoor het
membraan potentiaal heel snel kan omwisselen. Een actiepotentiaal kan zich ook voortplanten, door
de andere kant op de pompen kan die langzaam verplaatsen.
Je kunt verschillende vormen van activiteiten meten in een zenuwcel. De eerste vorm is een rust
membraan potentiaal (ook hier is een spanningsverschil tussen de binnen en buiten kant van de cel,
de binnenkant is altijd iets negatiever), Gradeerpotentiaal en actiepotentiaal (dat is het signaal dat
wordt doorgegeven door het axon). Zo'n actie potentiaal heb je nodig om synaptische activiteit op te
wekken. Het rustmembraan potentiaal bestaat uit diffusie kracht en elektrostatische kracht
(evenwichtspotentiaal natrium en evenwichtspotentiaal kalium). Er is een natrium kalium wissel
pomp nodig en die kan natrium naar buiten en kalium naar binnen pompen. Voor iedere 3 ionen
natrium naar buiten, gaan er 2 kalium naar binnen. Dit kost wel ATP. Dit heb je nodig om het
membraan potentiaal in rust te houden. Het moet ongeveer -70 mV blijven.
Het membraan potentiaal wordt iets positiever -> depolarisatie
Het gaat weer terug naar rust membraan potentiaal -> repolarisatie
Het membraan potentiaal wordt iets negatiever -> hyperpolarisatie
In het brein zijn het de neurotransmitters die zorgen voor hyperpolarisatie of depolarisatie. Veel
neurotransmitters maken ook gebruik van kanalen, ligand gestuurd ion kanaal. Dit kanaal zit normaal
gesproken dicht, neurotransmitter bindt, kanaal gaat heel even open en kan er positief geladen
natrium naar binnen stromen, dit geeft een depolarisatie (want de binnenkant van de cel wordt
positiever door de natrium). Dus je hebt stimulerende (natrium stroomt naar binnen) en remmende
(chloride stroomt naar binnen) neurotransmitters. Graderend potentiaal worden soms vertaald in
een actie potentiaal. Als de drempel waarde wordt bereikt schiet de membraan potentiaal heel snel
omhoog en daarna weer heel snel omlaag. Er zijn meerdere depolarisaties nodig om die
drempelwaarde te bereiken. Een actiepotentiaal heeft 2 belangrijke aspecten: zo'n actiepotentiaal
treedt snel op en tijdens dit is een cel ongevoelig voor neurotransmitters die worden afgegeven (1
ms ongeveer is dit (absolute reflactele periode) en er is een relatieve reflecterende periode waarbij

, het membraan potentiaal heel even onder de rust membraan potentiaal (meer negatieve waarde) en
tijdens deze periode is het moeilijk om weer een actiepotentiaal te beginnen. Voltage gestuurde
kanalen reageren op de spanning waardes voordat ze open gaan staan. Kom je bij de drempel
waarde dan gaat het kanaal reageren, dan gaat het kanaal open staan en er kan natrium naar binnen
stromen (daar kan relatief veel natrium naar binnen stromen, zo gaat ineens het membraan
potentiaal een heel stuk omhoog), op deze hoge waarde reageert het kanaal weer op en gaat het
kanaal dicht. Bij actiepotentiaal gaat heel veel natrium naar binnen en veel kalium naar buiten van de
cel.
Actie potentiaal kunnen worden doorgegeven via axonen. Dit heeft actie potentiaal propagatie.
Actiepotentialen worden altijd opgewekt aan het begin van het axon. Het axon maakt gebruik van de
natrium (die binnenkomt aan het begin van het axon) die natrium zal zich verspreiden in de cel.
Natrium verplaatst dus en deze plek wordt opnieuw gedepolariseerd en die depolarisatie leidt voor
een actiepotentiaal op die plek -> er stroomt weer natrium naar binnen -> verspreid weer -> weer
nieuw actiepotentiaal.


Hoorcollege 2 --> neuro anatomie
5 bladen waaruit een brein vormt
 Telencephalon
 Diencephalon
 Mesencephalon
 Metencephalon
 Myelencephalon Rhombencephalon
Ezelsbruggetje: TEL DIE MES MET MIJ

Neuronen hebben veel zuurstof nodig om goed te kunnen functioneren -> dus moet er een grote
bloedtoevoer zijn naar het brein toe. Ze hebben ook capillair om zuurstof te krijgen. Deze
bloedtoevoer komt door slagaderen.
Holten in het brein zijn voor voeding aan neuronen te geven, ook zodat ze goed kunnen
functioneren, CSV productie en bescherming
Hersenvliezen en schedel zijn ook goed voor de bescherming. Schedel zorgt voor de structuur van het
brein.
Fossa zijn gaten in het schedel -> zorgen dat delen in het brein goed kunnen liggen
 Fossa anterior maakt het mogelijk dat de prefrontale cortex goed kan zitten
 Fossa posterior is belangrijk omdat het grote gat mogelijk maakt dat het ruggenmerg kan
passeren
 Fossa media zijn gaten waardoor de temporale kwabben beter kunnen liggen
Het schedel heeft ook andere gaten genaamd Foramina. Die goed zijn voor craniale zenuwen moeten
naar het brein komen vanuit buiten.
 Lamina cribrosa
 Canalis opticus verbind de ogen aan de rest van het brein
Er zitten een aantal lagen voordat je bij het brein komt:
1. Dura mater , grof en de eerste laag van protectie
2. Arachnoidea mater, is een laag die minder grof is en bevat een soort gaten (Cavum
subarachnoideum trabeculae)
3. Pia mater, is de laatste laag die het meest fijn is en het dekt heel de hersenen heel goed
Er zijn 2 punten waar de dura mater dikker is dan normaal -> dit zijn zwakkere plekken van het brein:
 Falx cerebri
 Tentorium cerebelli
De slagaderen komen in de basale kant van het brein samen -> de cirkel van Willis
-> mocht er een arterie verstopt raken of niet meer werken, dan neemt de andere arterie het over.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikeschepers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added