Werkgroepopdrachten met antwoorden en aantekeningen van het vak Rechtsfilosofie. Bevat aantekeningen en uitwerkingen van de opdrachten van week 1 tot en met 7.
Rechtsfilosofie - Werkgroepopdrachten + Aantekeningen
Week 1 - Rechtspositivisme en Natuurrecht, de Verhouding tussen Recht en
Rechtvaardigheid
Aantekeningen Werkgroep
Natuurrecht = geld ook indien ongeschreven; heeft altijd en overal gelding; te herleiden uit
de rede (menselijke natuur);
- recht op zelfbeschikking
Rechtspositivisme = recht is een menselijk maaksel; kan geïdentificeerd worden aan de hand
van formele kenmerken; een scheiding tussen recht en moraal;
‘’Met andere woorden: is het recht willekeurig gesteld, of is het aan een hogere norm
gebonden?’’
1946 - Wettelijk onrecht en bovenwettelijk recht
‘Wet is wet’, on the other hand, knew no restriction whatever. It expressed the positivistic
legal thinking that, almost unchallenged, held sway over German jurists for many decades.
- Het kan dan bijna worden gezien als een excuus.
Vraag 1. In Statutory Lawlessness and Supra-Statutory Law bespreekt Radbruch onder meer
de verhouding tussen rechtszekerheid en rechtvaardigheid. Hij suggereert dat rechtszekerheid
gewoonlijk bijdraagt aan rechtvaardigheid. In sommige gevallen kan rechtszekerheid echter
in strijd komen met de eisen van rechtvaardigheid. In die gevallen dient de rechter de
positieve wetten buiten toepassing te laten.
a. Wat verstaat Radbruch onder rechtvaardigheid (justice) en waarom komt hij tot de
conclusie dat het nazi-recht onrechtvaardig is?
- Volgens Radbruch is indien geen poging tot gerechtigheid gedaan is, waar
gelijkheid, ookwel de kern van rechtvaardigheid, opzettelijk verraden wordt
bij het uitvoeren van positief recht, dan is de rechtsregel niet slechts een
‘gebrekkige wet’. Het mist dan volledig de aard van de wet. Want recht kan
niet anders worden gedefinieerd dan als een systeem en een instelling waarvan
de eigenlijke bedoeling is om gerechtigheid te dienen. Volgens deze norm
hebben grote delen van de Nazi wetten nooit de gediend als geldend recht (p.
7).
- De uitdrukkelijke bedoeling van het nazi recht om zich los te maken van de
essentiële eis van rechtvaardigheid, namelijk de gelijke behandeling van
gelijken. Mist daarbij volledig de aard van de wet. Het is volgens Radbruch
daarom niet alleen een gebrekkige wet, maar eerder helemaal geen wet (p. 8).
1
, - Voorbeelden: ongelijke gevallen ook ongelijk behandelen;
mensenrechtenschendingen.
b. Waarom draagt rechtszekerheid (legal certainty) volgens Radbruch gewoonlijk bij
aan rechtvaardigheid?
- Rechtszekerheid neemt een middenpositie in tussen doelmatigheid en
rechtvaardigheid, omdat rechtszekerheid niet alleen nodig is voor het
algemene nut, maar ook voor rechtvaardigheid. Dat de wet zekerheid biedt en
dat de wet niet wordt uitgelegd en toegepast op de ene manier hier en nu, op
een andere manier elders en morgen, is immers ook een eis van
rechtvaardigheid (p. 6).
c. Wanneer moet een rechter volgens Radbruch de positieve wetten wegens strijd met de
eisen van rechtvaardigheid buiten toepassing laten? Wat is precies Radbruchs
criterium?
- Radbruch heeft een formule opgesteld aan de hand waarvan de verhouding
tussen rechtvaardigheid en rechtszekerheid kan worden bepaald. Hierin geeft
hij aan dat indien het conflict tussen rechtvaardigheid en rechtszekerheid zo
zou kunnen worden opgelost, dat het positieve, door wetgeving en macht
gegarandeerde recht ook dan voorrang heeft als zijn inhoud onrechtvaardig of
ondoelmatig is, tenzij het conflict tussen wet en rechtvaardigheid zo’n mate
van overdraaglijkheid bereikt, dat de wet als ‘onjuist recht’ moet wijken voor
de rechtvaardigheid (p. 7). Indien dit het geval is, behoort de ‘onjuiste wet’
buiten toepassing te worden gelaten. → Ondraaglijkheidscriterium
- Het positieve recht moet wijken voor de rechtvaardigheid
- Alleen in het specifieke geval buiten toepassing laten
- Ook gaat Radbruch nog een stap verder. In gevallen dat positieve wetten zo
onrechtvaardig zijn, dat ze ieder juridisch karakter missen en niet als recht
kunnen worden aangemerkt (p. 7). Indien dit het geval is, behoort dit niet als
recht te worden gezien en dient het te allen tijde buiten toepassing gelaten te
worden. → Verloocheningscriterium
- Lex injusta non lex est, onrechtvaardig recht is nooit recht geweest.
p. 209 - Hart → uitleg narrow and wider concepts of law
‘’The wider of these … such morally offensive rules.’’
Hart geeft een hele minimalistische beschrijvende omschrijving van het natuurrecht aan het
begin van zijn tekst.
- Ieder rechtssysteem moet bijv. een geweldsverbod hebben. Recht moet gericht zijn op
overleven.
2
,Vraag 2. In de laatste pagina’s van Laws and morals bespreekt Hart het vraagstuk van de
geldigheid van het nazirecht en de manier waarop naoorlogse rechters in Duitsland dit
vraagstuk hebben benaderd. Hij merkt hiervoor op dat het ‘’verleidelijk kan zijn te stellen dat
aan verordeningen die onrechtvaardigheid opleggen of toestaan geldigheid of de kwaliteit van
recht ontzegd behoort te worden’’. Hart noemt deze opvatting een ‘’smalle conceptie van
recht’’, omdat zij slechts die regels als rechtsregels erkent, die overeenstemmen met
fundamentele eisen van rechtvaardigheid. Hij zet deze conceptie van recht af tegen een
‘bredere conceptie van recht’, die niet alleen rechtvaardige, maar ook onrechtvaardige regels
omvat. Hij geeft vervolgens een theoretische reden en twee praktische redenen waarom deze
bredere conceptie van recht de voorkeur verdient.
a. Welke theoretische reden ziet Hart om regels die overduidelijk onrechtvaardig zijn,
zoals het recht van de nazi’s, niettemin als rechtsregels te beschouwen?
- Hart oordeelt dat de juridische gelding van wetten niet afhankelijk is van enig
moreel oordeel over de inhoud van deze wetten. Hij vindt dat ook zeer
onrechtvaardige wetten, zoals het nazirecht, geldend kunnen zijn. Ookal zijn
deze wetten moreel verwerpelijk. (p. 209) We moeten dit soort wetten ook
kunnen bestuderen.
b. Welke praktische redenen ziet Hart om zulke onrechtvaardige regels te beschouwen
als rechtsregels?
- De smalle conceptie maakt de mensen kwetsbaarder, omdat het recht volgens
de smalle conceptie rechtvaardig is. Mensen zijn geneigd zich te verzetten
indien het onrechtvaardig recht is. Ze zullen sneller ongehoorzaam zijn als dit
onrechtvaardige recht niet daadwerkelijk recht is. (p. 210)
- Laat het dilemma, het dilemma zijn. Zet het recht dan niet aan de kant.
Verschuil je niet achter het natuurrecht. Maak duidelijk dat dat het morele
dilemma is waar we voor staan.
- Als je in een regime zit waarin gezegd wordt dat recht overeen moet komen
met de moreel, is het moeilijk om daar kritiek op te hebben. Omdat niet
iedereen hetzelfde ‘rechtvaardig’ vindt. Als je iets een wet laat zijn, dan kan je
hem veranderen.
c. In hoeverre is er een link tussen Harts pleidooi voor een brede conceptie van recht en
een strikt onderscheid tussen recht en rechtvaardigheid enerzijds en de noodzaak tot
het vellen van morele oordelen anderzijds?
- De juridische vraag staat volgens Hart los van de morele vraag. Als het niet
moreel is, hoeven we niet per se te gehoorzamen. Of iets niet moreel is, dat
moeten we zelf bedenken. Recht kan wel degelijk een moreel verband hebben,
maar dit is geen oorzakelijk verband volgens Hart. Iets houdt niet op met recht
te zijn, als het niet overeenkomt met de moraal.
3
, Vraag 3. In the Morality of Law beschrijft Fuller de allegorie van Rex, een koning die
verwoede pogingen doet om het recht van zijn land te hervormen, maar daarin op
spectaculaire wijze faalt. Aan het einde van dit fragment komt Fuller ook kort te spreken over
het nazirecht. Hij observeert dat dit rechtssysteem zich kenmerkt door een ‘drastische
verslechtering van legaliteit’.
a. Waarom lukt het Rex niet om het recht van zijn land te hervormen?
- Volgens Fuller kan Rex het recht van zijn land niet hervormen, omdat hij niet
voldoet aan de zogenoemde ‘principes van legaliteit’. → 8 principes van
legaliteit. (p. 39)
1. ze moeten algemeen zijn;
2. ze moeten publiek zijn (kenbaar);
3. ze mogen slechts bij uitzondering met terugwerkende kracht worden
toegepast;
4. ze moeten begrijpelijk zijn;
5. ze mogen niet tegenstrijdig zijn;
6. ze mogen geen voorschriften bevatten waaraan rechtssubjecten niet
kunnen voldoen (navolgbaarheid);
7. ze moeten relatief duurzaam zijn;
8. ze moeten worden toegepast op een wijze die consistent is met hun
inhoud.
b. Waarom kenmerkt het nazirecht zich door een ‘drastische verslechtering van
legaliteit’?
- Er was sprake van een algemene en drastische verslechtering van de legaliteit,
in Duitsland onder leiding van Hitler. Het begon met een situatie waarin
sommige wetten gepubliceerd werden en andere niet. Hoewel de meeste
wetten prospectief van kracht zijn, wordt er zo vrijelijk gebruik gemaakt van
wetgeving met terugwerkende kracht dat geen enkele wet immuun is voor
wijziging achteraf als dit gunstig is voor de machthebbers. Het voornaamste
doel van de overheid lijkt steeds meer te zijn om de burgers bang te maken.
c. In hoeverre zijn burgers volgens Fuller aan het nazirecht gebonden?
- Volgens Fuller is er een soort wederkerigheid tussen overheid en burgers wat
betreft het naleven van regels. De overheid zegt in feite tegen de burger: ‘Dit
zijn de regels waarvan we verwachten dat u ze volgt. Als je ze opvolgt, heb je
onze zekerheid dat dit de regels zijn die op je gedrag zullen worden toegepast’.
Wanneer deze band definitief en volledig wordt verbroken, door de overheid,
is er niets meer om de plicht van de burger om de regels na te leven op te
baseren. In het nazi tijdperk werden de zogenoemde ‘principes van legaliteit’
onvoldoende nageleefd door de overheid, waardoor de burger slechts in zeer
kleine mate kon weten wat de precieze wetten waren. Hierdoor waren de
burgers volgens Fullers theorie dan ook niet gebonden aan het nazirecht.
- Als er een drastische verslechtering van legaliteit is, zijn de burgers niet
gebonden. Als er wel aan de principes voldaan is, kunnen we ervan uitgaan dat
de burgers wel moeten gehoorzamen, maar hier heeft Fuller zich niet over
uitgesproken.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jenniferbunnik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.