samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 3 ''de republiek in de gouden eeuw''
28 views 2 purchases
Course
Geschiedenis
Level
HAVO
cijfer voor toets: 7,1
Deze samenvatting gaat in het kort over hoe den Nederlanden en dan in het bijzonder Amsterdam de grootste handelsstad is geworden van heel Europa.
Zelf vind ik het fijn om op deze manier te leren en ik hoop jij ook :))
Heb jij nog vragen, tips of iets anders laat het ...
Tijd van regenten en vorsten
1600-1700
Gouden eeuw
3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld.
-Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor onze nijverheid?
Doordat Antwerpen was verwaarloosd door de Spanjaarden, kreeg Amsterdam alle aandacht en
werd dat ook verbeterd door de gevluchte handelaren uit Antwerpen want die gaven hun kennis
door.
Begrippen:
Beurs = plek of gebouw waar kooplui onderling handeldrijven.
Moedernegotie = de eerste en eeuwenlang belangrijkste internationale handel van
Nederlanders met de handel van Nederlanders met de landen rond de Oostzee.
Commerciële landbouw = boeren werken voor de nijverheid of voor de export en niet alleen
meer voor eigen dorp of streek.
Gouden eeuw = naam (later bedacht) voor de lange periode van voorspoed en welvaart voor
de Republiek in de 17e eeuw
Handelskapitalisme = zorgen dat je kapitaal groeit, meer inkomsten dan uitgaven (meer
vermogen).
Nijverheid = werkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt of word bewerkt.
∞ Rond 1200 was Amsterdam nog onbereikbaar voor de grote vaart. Het Almere, dat de
verbinding vormde met de Noordzee, was te klein en te ondiep voor grote schepen. Maar
het klimaat werd zachter en het zeewater warmde op. Daardoor steeg de zeespiegel en het
Almere veranderde in een binnenzee: de Zuiderzee (nu: Markermeer, IJsselmeer en
Waddenzee). Daardoor konden grote schepen Amsterdam wel bereiken.
∞ In middeleeuws Amsterdam werkten en woonden iedereen door elkaar. Toen de economie
opbloeide en de bevolking groeide, maakte het stadsbestuur een groot uitbreidingsplan. In
een halve maan rondom het middeleeuwse hart van de stad werden grachten gegraven,
zoals de Herengracht en de Keizersgracht. Aan die grachten verrezen koopmanshuizen met
kantoor en zolder voor de opslag van goederen.
∞ Aan de grachten woonden de rijken mensen (handelaren)
∞ Vlak buiten de grachtengordel woonden de arme mensen (boeren)
∞ Het centrum (vlak bij de havens) bleef de plek waar kooplui elkaar ontmoetten. In de Beurs
werd handelgedreven.
∞ De verstedelijking zette sterk door, tot 17 e eeuw 60% van de inwoners van het gewest
Hollland in een stad woonde. De Nederlandse boeren konden die grote hoeveelheid
stadsbewoners niet meer voeden. Daarom begon handelsstad Amsterdam graan te
importeren uit landen rond de Oostzee.
∞ Al snel kregen andere landen door dat je in Amsterdamgraan kon kopen. Als er ergens in
Europa een tekort aan graan was en de graanprijs flink steeg, konden de Amsterdamse
kooplui goede zaken doen met hun voorraden. Behalve graan nemen handelaren ook ijzer
(Zweden), hout (Noorwegen). Dat werd gebruikt in de scheepsbouw en andere nijverheid.
∞ Leeg heen varen en vol terug was niet rendabel. Daarom brachten de Amsterdamse schepen
Franse of Duitse wijn en wollen stoffen uit Vlaanderen naar het noorden.
∞ De handel in het Oostzeegebied werd de belangrijkste en grootste inkomstenbron. Daarom
werd het ook de moedernegotie genoemd (moeder van alle handel).
, ∞ Toen Nederlanders in de 17e eeuw ook om Afrika heen naar Azië konden varen, brachten
zoals retourlading, specerijen, zijde en thee mee.
∞ Amsterdam importeerde en exporteerde goederen uit de hele wereld dat werd daar ook
‘’opgestapeld’’ hierdoor is de stapelmarkt ontstaan.
∞ In de 16e eeuw was Antwerpen de belangrijkste handelsstad van de Lage Landen.
∞ In 1585 namen de Spanjaarden Antwerpen in. Vanaf dat moment blokkeerde de marinevloot
van de Republiek der Nederlanden de Schelde voor internationaal handelsverkeer. Zo werd
Antwerpen verwaarloosd als handelsstad door de Spanjaarden.
∞ Protestante en Joodse handelaren en ondernemers vluchtten naar de handsstad in opkomst:
Amsterdam voor 2 redenen:
1. Angst voor vervolging vanwege hun geloof.
2. Er was niks meer de verdienen in Antwerpen.
∞ Het handskapitalisme drong in de hele Republiek door.
Leiden en Haarlem -> textiel
Delft -> tegels en serviezen (Delfts blauw)
Gouda -> Goudse pijpen
Zaanstreek, Kampen, Hoorn en Amsterdam -> scheepswerven complete schepen als
exportartikel
Krimpenwaard -> hennep en vlas (voor linnen producten)
Hollandse veengravers -> turf (haardbouw en ovens)
∞ Fluitschip (uit Hoorn), had een smal dek omdat, de breedte bepaalde hoeveel tol je moest
betalen bij de toegang tot de Oostzee.
∞ Boeren gingen van graanbouw naar veeteelt, voor de productie van zuivel (melk, boter en
kaas).
∞ Er waren ook beurtschippers die op vaste tijden van plaats naar plaats voeren.
∞ Voor het binnenlands vervoer (trekschuit) gebruiken ze paarden, die van stad naar stad en
van regio naar regio liepen.
∞ Er reden ook koetsen van post tot post van daar de postkoetsen.
∞ Elke post had een herberg met stalhouderij waar de koetsiers paarden konden wisselen en
passagiers konden uitrusten en wat eten.
∞ De hele Republiek leek we een grote productie en handsmaatschappij te worden. Nederland
stond aan het beging van een lange periode van voorspoed en welvaart: de Gouden eeuw.
3.3 De Oost en de VOC
- Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkt de ze handelsmaatschappij?
Deze organisatie werd opgericht doordat de concurrenten dan samen konden werken waardoor ze
nog groter werden. De VOC werd opgericht door Johan van Oldenbarnevelt. De VOC was 1 van de
grootste handelscompagnieën, die handelde over de hele wereld. Ze werden zo goed dat ze zelfs veel
en grote rechten kregen.
1596= Willem Barentsz probeert de noordelijke route naar Indië, Cornelis de Houtman bereikt Indië
om de Zuid.
1602= Van Oldenbarnevelt richt de Verenigde Oost-Indische Compagnie op (VOC) op.
1619= Jan Pieterszoon Coen sticht Batavia
Begrippen:
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) = Handelsmaatschappij met het monopolie op de
zeevaart naar Azië.
Heren Zeventien = De zeventien bestuurders van de VOC.
Handsmonopolie = Het alleenrecht om in een gebied (of in een bepaald product) handel te
drijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaranap. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.