Scheikunde samenvatting
Hoofdstuk 10
Paragraaf 3
Analysemethode:
Kwalitatief; welke stof, bouw van moleculen.
Kwantitatief; hoeveel van een stof, concentratie.
Spectrofotometrie = Meten van hoe elektromagnetische straling reageert met stoffen.
Spectrofotometrie geeft informatie over de bouw van moleculen en over de
concentraties van stoffen in oplossingen.
Opstelling spectrofotometer: Het te onderzoeken mengsel staat tussen de
stralingsbron en de detector. Hoe meer straling door de stof wordt geabsorbeerd,
hoe minder straling er op de detector zal vallen.
Spectrofotometer meet de absorptie bij één specifieke golflengte of bij meerdere
golflengtes na elkaar.
Colorimetrie/ VIS-spectrofotometrie meet je de absorptie van UV/VIS-straling van
een oplossing bij een specifieke golflengte. Dit is het zichtbare licht.
In een VIS-absorptiespectrum zoek je de golflengte waarbij de sterkste absorptie
plaatsvindt. Bij deze golflengte voer je de rest van de analyse uit. Van veel moleculen
en ionen kun je de optimale golflengte voor de analyse ook in tabellen opzoeken.
Voordat je de concentratie gaat meten moet je eerst het monster vergelijken met de blanco.
Om de invloed van het gebruikte oplosmiddel en andere eventuele aanwezige stoffen te
meten vergelijk je het monster en de blanco.
Monster = het mengsel dat je gaat meten.
Blanco = mengsel dat qua samenstelling gelijk is aan het monster, alleen de stof die je wilt
onderzoeken ontbreekt.
Transmissie = het percentage van de straling dat wordt doorgelaten.
Intensiteit door het monster = I.
Intensiteit door de Blanco = I0
I
De transmissie kun je vervolgens uitreken. T =
I0
Als de concentratie van de opgeloste stof 0 is, geld I = I 0. De transmissie van de blanco moet
je dan instellen op 1. Je kunt voor de transmissie ook een percentage gebruiken. De
transmissie van Blanco is in dit geval 100%.
Meestal gebruik je in de praktijk bij spectrofotometrie niet de transmissie, maar de extinctie.
Extinctie = de uitdoving van het licht.
I
E=−log T dus E=−log
I0
Als de concentratie van de opgeloste stof 0 is, is de transmissie 1 en de extinctie is -log (1) =
0. De extinctie van de blanco stel je dus in op 0.
, I0 I E T T% Betekenis
1000 1000 0 1 100% Alles wordt doorgelaten.
1000 100 1 0,1 10% 10% van het licht wordt doorgelaten.
1000 10 2 0,01 1% 1% van het licht wordt doorgelaten.
1000 0 ~ 0 0% Er wordt geen licht doorgelaten.
Werking van colorimetrie:
1. Je laat licht van de gevonden golflengte vallen door het monster.
2. Je vergelijkt de intensiteit van het invallende licht met de intensiteit wat erdoorheen
gaat. Het licht valt op de fotocel, die geeft een bepaalde spanning af, zie je als een
waarde op de spectrofotometer.
Verdunningsreeks gebruik je om een oplossing van een bepaalde concentratie te
verdunnen. De concentratie wordt iedere keer kleiner door 1ml stof bij 9 ml water te
voegen.
Ijklijn = het resultaat van de meting van een ijkreeks.
IJkreeks = een aantal oplossingen met een bekende en oplopende concentratie.
Standaardoplossing = reeks oplossingen met dezelfde bestandsdelen als het te onderzoeken
mengsel, verschillende concentraties.
Je kunt met een ijklijn bepalen hoeveel van een bepaalde stof uiteindelijk in een oplossing
zat. De gemeten extincties zet je in een grafiek uit tegen de concentraties van de
standaardoplossingen uit de ijkreeks. Er is een recht evenredig verband tussen extinctie en
concentratie dus een rechte lijn tussen de meetpunten.
Indirecte spectrofotometrische bepaling:
Gebruik je als de stof waarvan je de concentratie wilt bepalen zelf geen kleur heeft.
Voordat je gaat meten wordt er een reactie uitgevoerd, waarbij de te bepalen stof
specifiek wordt omgezet in een gekleurd reactieproduct.
Paragraaf 4
Chromatografie = scheidingmethode op basis van oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen.
Er is altijd sprake van een stationaire fase en mobiele fase.
Stationaire fase = stilstaande deel
Mobiele fase = bewegende deel
Papierchromatografie = een methode om in een mengsel kleurstoffen te scheiden. Door
verschil in aanhechting van papier en oplosbaarheid van loopvloeistof is de snelheid van de
kleurstof verschillend. Hierdoor een scheiding van een mengsel.
Stationaire fase; loopvloeistof
Mobiele fase; papier
Hoe beter een stof in de loopvloeistof oplost, hoe hoger de stof op het papier terechtkomt.
Een stof die goed aan het papier hecht, zal lager op het papier achterblijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannehoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.