100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Externe Verslaggeving

Rating
-
Sold
-
Pages
40
Uploaded on
07-02-2023
Written in
2020/2021

Betreft een samenvatting van Externe Verslaggeving.

Institution
Module











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
February 7, 2023
Number of pages
40
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

College 1
Algemene informatie
Doel van de jaarrekening: verschaffen van informatie over financiële positie, resultaten en wijzigingen in
financiële positie, die voor een grote reeks van gebruikers nuttig is voor het nemen van economische
beslissingen.

Het kapstokartikel: het inzichtsvereiste (art. 2:362 BW)
- Lid 1:
de jaarrekening geeft volgens maatschappelijk aanvaardbare normen een zodanig inzicht dat
een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent vermogen en resultaat, alsmede
indien de aard van de jaarrekening dat toelaat omtrent solvabiliteit en liquiditeit.
- Lid 4:
o Ook wel: derogatiebepaling.
o Je moet afwijken als het nodig is voor het verschaffen van een beter inzicht. Met andere
woorden als het huidige inzicht misleidend is.
o Wordt zelden gebruikt  regels tegenwoordig uitgebreid genoeg, in jaren 70 was dit nog
anders.
o Eenzelfde bepaling in IAS 1.17 > in extreem uitzonderlijke situaties staat erin.




EISEN VERANTWOORDING EN DEPONERING OPNEMEN
Algemeen
Onderdelen van de jaarrekening:
- Cf wet: balans, W&V en toelichting
- Cf RJ: kasstroomoverzicht en overzicht totaalresultaat
- Geen onderdeel van de jaarrekening: bestuursverslag en overige gegevens

Besluit modellen jaarrekening (BMJ): onderdeel van wet, afwijken mag niet. Wisselen van model is een
stelselwijziging. Zo mag je bijv. geen EBITDA in de W&V presenteren want dan zouden de afschrijvingen op
MVA/IVA te laag in het model gepresenteerd worden.

Termijnen
- De statutaire directie is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarrekening binnen 5 maanden na
afloop van het boekjaar
- De jaarrekening wordt ondertekend door directie en RVC direct na het opmaken
- De audit wordt uitgevoerd na het opmaken
- Vaststellen van de jaarrekening door de AVA, datum bepaald AVA zelf
- De directie moet de jaarrekening binnen 8 dagen na vaststelling door de AVA deponeren
Als alle aandeelhouders ook statutaire bestuurders zijn, is het niet nodig om een AVA te houden. Het
ondertekenen van de jaarrekening door de directie geldt dus ook als het vaststellen van de jaarrekening
- De AVA kan de termijn voor het opstellen van de jaarrekening (5 maanden) vanwege bijzondere
omstandigheden met maximaal 5 maanden verlengen
- Als AVA niet binnen 2 maanden na opstellen heeft vastgesteld, moet de directie toch de jaarrekening
openbaar maken
- De jaarrekening dient uiterlijk binnen 12 maanden te zijn gepubliceerd.
- Art. 2:403: vrijstelling als de moedermij zich garant stelt voor de schulden van de dochter dan hoeft de
dochter geen jaarrekening op te maken. De moeder is dan hoofdelijk aansprakelijk.




1

,Het stramien
 Dient als hulpmiddel voor de praktijk van verslaggeving, voor situaties die niet in de richtlijnen worden
behandeld.
- Doelstellingen Stramien
o Hulpmiddel voor gebruikers bij interpreteren informatie in jaarrekeningen.
o Hulmiddel voor opstellers bij toepassen internationale standaarden en bij behandelen thema’s
waarvan nog geen standaard is.
- Overige informatie Stramien:
o Informatiebehoefte beleggers is het belangrijkste  zij verschaffen immers het risicodragend
kapitaal.
- Kwalitatieve kenmerken van een jaarrekening:
o Begrijpelijkheid  verschafte informatie moet begrijpelijk zijn voor beoogde gebruikers.
o Relevantie  informatie is relevant als economische beslissingen van gebruikers beïnvloedt.
Hangt samen met:
 Realisatieprincipe: opbrengsten en winsten mogen pas verantwoordt worden als ze
gerealiseerd zijn (met uitzondering van POC)
 Matchingsprincipe: kosten zoveel mogelijk toerekenen aan periode waarin de opbrengsten
van de producten waarvoor de kosten zijn gemaakt als baten worden verantwoord. Dus
kosten opnemen wanneer opbrengsten zijn gerealiseerd.
 Materialiteitsprincipe: informatie is materieel als het weglaten of het onjuist weergeven van
informatie de economische beslissing van de gebruikers zou kunnen beïnvloeden
o Betrouwbaarheid  informatie dient vrij te zijn van onjuistheden en vooroordelen en dient een
getrouwe weergave te zijn van de werkelijkheid. Hangt samen met
 Substance over form: informatie verantwoorden en weergegeven in overeenstemming met
hun wezen en de economische realiteit – bijv. FL want lessee loopt economische risico’s,
lessor is juridisch eigenaar; en
 Het voorzichtigheidsprincipe: verliezen worden genomen als ze worden verwacht, winsten
worden genomen als deze gerealiseerd zijn
o Vergelijkbaarheid
 Volgorde bovenstaande van belang (begrijpelijkheid is het belangrijkste)


2

,  Spanningsveld tussen relevantie en betrouwbaarheid.
- Stelselmatigheidsbeginsel:
o Gelijktijdige stelselmatigheid: voor naar aard en gebruik, gelijksoortige activa dienen dezelfde
grondslagen en regels worden toegepast.
o Volgtijdige stelselmatigheid: een wijziging is slechts toegestaan wegens gegronde redenen.
- Grondbeginselen van het Stramien:
o Toerekeningsbeginsel (accrual base – realisatieprincipe en matchingprincipe)  gevolgen van
transactie worden verwerkt in de periode waarop zij betrekking hebben.
o Continuïteitsbeginsel (going concern)  jaarrekening wordt opgesteld in veronderstelling dat
continuïteit gewaarborgd is.

Elementen van een jaarrekening:
- Definitie van een actief:
 Uit een gebeurtenis uit het verleden voortgekomen middel
 Waarover de onderneming beschikkingsmacht heeft
 Toekomstige economische voordelen naar de onderneming vloeien
 Kosten betrouwbaar vaststellen
- Definitie van vreemd vermogen:
 Bestaande verplichting voortkomend uit gebeurtenissen in het verleden
 Waarvan de afwikkeling leidt tot een middelenuitstroom die economische voordelen in zich bergt
 Kosten betrouwbaar vaststellen
- Definitie eigen vermogen:
 Overblijvend belang in de activa na aftrek van al haar vreemd vermogen
- Definitie baten:
 Vermeerding van het economisch potentieel
 Uitmondend in een toename van het eigen vermogen
 Anders dan door bijdragen van aandeelhouders
- Definitie lasten:
 Vermindering van het economisch potentieel
 Uitmondend in een afname van het eigen vermogen
 Andes dan door uitdelingen aan aandeelhouders
- Definitie voorziening:
o Omvang en het moment van afwikkeling is onzeker
- Verwerken element als:
o Post die voldoet aan definitie van een element
o Waarschijnlijkheid van toekomstig economisch voordeel (> 50%)
o Betrouwbaarheid van de waardering
- Verschil eigen vermogen en vreemd vermogen: eigen vermogen leidt niet tot verplichte uitstroom van
middelen. Dividenduitkering is namelijk een keuze.


Waardebegrippen
Twee hoofdcategorieën in de jaarrekening:
Historische kostprijs (of: lagere opbrengstwaarde) Actuele waarde
Verkrijgingsprijs Actuele kostprijs
Vervaardigingsprijs Bedrijfswaarde (=value in use)
(Directe) opbrengstwaarde
Reële waarde (=marktwaarde, =fair value)
Fulfilment value

Waarderingsgrondslagen
1. Historische kostprijs of lagere opbrengstwaarde (verkrijgings- of vervaardigingsprijs, waar nodig
onder aftrek van afschrijvingen en (bijzondere) waardeverminderingen):


3

, a. Verkrijgingsprijs: inkoopprijs en bijkomende kosten
b. Vervaardigingsprijs: aanschaffingskosten van verbruikte grond- en hulpstoffen, verhoogd met
directe productiekosten
2. Actuele waarde:
a. Actuele kostprijs - alleen mogelijk voor vaste activa: nieuwprijs verminderd met afschrijvingen
(dus actuele kostprijs van 5 jarige machine is de actuele inkoop/vervaardigingsprijs van
identieke nieuwe machine vandaag de dag -/- 5 jaar afschrijving);
b. Bedrijfswaarde (indirecte opbrengstwaarde): contante waarde van de aan een actief toe te
rekenen geschatte toekomstige kasstromen die met dit bedrijfsmiddel gegenereerd zullen
worden.
c. (directe) opbrengstwaarde; bedrag waartegen een actief maximaal kan worden verkocht,
onder aftrek van de nog te maken kosten. Wat krijg je voor het actief als je het nu verkoopt,
hier zit druk achter. Meestal lager dan marktwaarde (lijkt op liquidatiewaarde)
d. Marktwaarde/reële waarde
i. Reële waarde (RJ): het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een
passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot
een transactie bereid zijn en onafhankelijk van elkaar zijn
ii. Reële waarde (IFRS): de prijs die zou worden ontvangen om een actief te verkopen,
of betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen
marktdeelnemers op de waarderingsdatum. Reële waarde is conform IFRS 13
gebaseerd op (in volgorde):
1. Gelijk aan marktnoteringen van identieke activa;
2. Prijzen van vergelijkbare producten die recent verhandeld zijn; en
3. Waarderingsmodellen.
3. Nominale waarde; de waarde die vermeld is op de munt of het handelspapier
4. Contante waarde: de som van naar een bepaalde rentevoet gedisconteerde toekomstige ontvangsten
en uitgaven
5. Geamortiseerde kostprijs: de verkrijgingsprijs van een financieel actief of passief, rekening houdend
met op annuïtaire wijze verdeeld agio of disagio.

Verplichtingen worden slechts tegen actuele waarde gewaardeerd indien zij financiële instrumenten zijn of
pensioenverplichting.

Voorbeeld: onderneming A heeft een pand gekocht ten behoeve van verhuur aan derden:
- Aankoopprijs (kale koopsom) €3.000
- Transactiekosten €300
- Verkoopprijs €3.000
- Te maken kosten voor verkoop €50
- Contante waarde voor verwachte opbrengsten uit verhuur €4.000
- Geschatte gebruiksduur 30 jaar, restwaarde 0, lineaire afschrijving
- Stel nieuwprijs is na 10 jaar gestegen tot €3.900 incl. transactiekosten.
De waarderingen zijn als volgt:
 Historische kostprijs: €3.300
o Na 10 jaar: €2.200 (3.300/30*20)
 Actuele kostprijs: €3.300
o Na 10 jaar: €2.600 (€3.900/30*20). Herwaarderingsreserve €400 (€600 stijging/30*20)
 Bedrijfswaarde: €4.000
 Opbrengstwaarde: €2.950 (€3.000-€50)
 Marktwaarde/reële waarde: €3.000. De marktwaarde is op aankoopmoment derhalve lager dan de historische
kostprijs.

- Reële waarde  Drie levels:
o Level 1: prijs die tot stand komt tussen twee onafhankelijke personen die tot handelen bereid
zijn en beiden goed geïnformeerd zijn.
o Level 2: aansluitingen zoeken bij vergelijkbare instrumenten.


4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
amber170501 Nyenrode Business Universiteit
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
20
Member since
2 year
Number of followers
15
Documents
38
Last sold
3 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions