Linguistics: An introduction, McGregor + college aantekeningen
Extra college: 6 Onderzoek
Er kan onder andere onderzoek gedaan worden naar:
- Verbanden tussen woorden met semantische en/of vormoverlap: koning vs koninkrijk
- Primingeffecten: is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze
eerder heeft waargenomen
- Frequentie effecten: hoe vaker je het word tegenkomt, hoe meer je het kent.
Een lexicale decisietaak kan gaan via het COHORT systeem:
K O N I N G: Eerst alle woorden met een K, dan alle woorden met KO, dan met KON etc. Totdat het juiste
woord gevonden wordt.
Morphological family size: het aantal samenstellingen en derivaties waarin een woord voorkomt. Bijv.
Koning – koninklijk – koningskroon
Family size effect: een grote familie aan woorden leidt tot snellere herkenning, dit staat los van de
frequentie van het woord.
We hebben dus kennelijk een soort structuur in ons hoofd en geen a-b-c woordenboek.
Er bestaan ook multiword units dit zijn uitdrukkingen of stukjes tekst die je vaak gebruikt. ‘she drives
me crazy’ ‘van het dak’ ‘in de film’…Hiermee gepaard gaat chunking: het niet meer opslaan van losse
woorden in je hoofd, maar als groepje woorden dat vaak samen voorkomt.
Er bestaan 2 grote theorieën over het leren van taal.
- Generatieve Taalkunde (Chomsky)
Taak van de theorie is: beschrijving van talige kennis in ons hoofd. Taal wordt hierbij gezien als abstract
aangeboren algoritme. Er bestaat iets zoals een universele grammatica. De mens heeft de aangeboren
eigenschap dat hij taal gat verwerven (net zoals hij zal gaan lopen). Die eigenschap wordt mogelijk
gemaakt doordat een groot deel van taal al in ons hoofd zit: dat hoeven we niet te ‘leren’. Dat onderdeel
heet Universele Grammatica. Hierbij spelen universele principes een rol: syntactische regels van taal die
al in ons hoofd zitten. We hebben in ons hoofd aan de ene kant een lijst met woorden (woordenboek),
en aan de andere kant een lijst met syntactische regels (grammaticaboek)
- Usage based, cognitieve taalkunde
Volgens de cognitieve taalkunde zijn er geen aangeboren regels of een systeem in ons hoofd als bij de
generatieve taalkunde. Toch hoef je bij het maken van zinnen niet steeds opnieuw na te denken, maar
het gaat eerder geautomatiseerd. Veel woorden gebruik je in een standaard volgorde. Op basis van
usage (gebruik) word je taal steeds aangepast. Je gaat categoriseren, patronen herkennen, je verplaatst
je en maakt uiteindelijk gebruik van een eigen opgebouwd mentaal corpus.
Het corpus aan woorden varieert van tijd tot tijd:
- Inter-individuele variatie: een vergelijking tussen 2 verschillende mensen
- Intra-individuele variatie over tijd: Variatie in dezelfde persoon, maar op een andere leeftijd. (vergelijk:
verstoppertje spelen met een verzekering afsluiten)
Hoofdstuk 1: introduction
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Seabreeze. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.