De vroedvrouw als wetenschapper: Farmacologie
Algemene farmacologie deel 1
Een geneesmiddel: een preparaat van synthetische, plantaardige of dierlijke oorsprong dat dient om
ziekten te voorkomen, te genezen of te verzachten of die gebruikt worden bij het stellen van
medische diagnoses.
De herkomst van de geneesmiddelen
->Vroeger: afkomstig van natuurproducten, via overleving werd de geneeskundige kracht
overgebracht. Het vertrouwen in het geneesmiddel was ook zeer belangrijk. Bv. Morfine is al heel
oud en wordt ook nog steeds gebruikt generatie of generatie neemt het over.
->Toevallig ontdekken: bv. Penicilline door Fleming
->Gericht onderzoek naar geneesmiddelen:
Synthese van nieuwe chemische substanties
Menselijk materiaal in bacteriën productie van hormonen
Bestaande geneesmiddelen aanpassen/verbeteren resultaat: andere of sterkere werking
De indeling van geneesmiddelen: aard van therapie
Causale therapie: behandeling van de oorzaak bv. Antibiotica
Symptomatische therapie : behandeling dat de symptomen aanpakt
Substitutietherapie: geneesmiddelen gaan iets aanvullen in ons lichaam bv. Vitaminen
Profylactische therapie: bv. Vaccinatie -> middelen die ziekte in de toekomst vermijden
Diagnostische therapie: bv. RX -> contrastvloeistof
Placebo-effect: aan iemand iets geven, terwijl het geen medicatie is (nepmiddel)
De indeling van de geneesmiddelen: naar toedieningsvorm
Orale preparaten
o Vaste vorm
Tablet
Dragee: tablet met coating
Capsule
Zakje
o Vloeibare vorm
Oplossingen
Suspensies : fijn gemalen geneesmiddel dat je moet oplossen in water
Emulsies : niet oplosbaar
Druppels
->vrijstelling (hoe het vrijkomt in het lichaam)
Gecontroleerde & gereguleerde vrijstelling
Waarom? Bescherming voor het lichaam(jasje ronde de medicatie) bv. Ibuprofen
Hoe? Door een enteric coated tablet en een coltrolled release
, Rectale en vaginale preparaten
->rectaal (via de anus)
o De zetpil (poeppilletje)
o Klysma (fliet)
o Zalf/crème
->vaginaal (via de vagina)
o Ovule
o Gel
o Crème
o Tablet
Dermale preparaten (voor de huid)
o vaste preparaten
o half vaste preparaten
gel : droogt op en kan je daarna als een vel ervanaf trekken, er zit geen
vetstof in
crème
zalf
pasta: iets wat voor meer als de helft uit een vaste stof bestaat, moeilijk
smeerbaar
o vloeibare preparaten
Transdermale preparaten
->pleister -> nooit plakken op de voetzool, omdat daar de huid heel dik is. Plakkers plakken
op de plaatsen waar de huid dun is
Preparaten voor slijmvliezen
o Neus (nasaal): druppelvorm, spray en gel (isotone oplossingen)
o Oog (octaal): druppels en zal (isotone en steriele oplossingen)
o Oor (auriculair) : oplossing moet steriel en isotoon zijn
Preparaten voor inhalatie
o Nevel bv. Een dubpuffer
o Inhalatiepoeder : bv. Een draaipuffer (zoals mama)
o Gas; bv. Zuurstof
Normobare zuurstoftherapie: klok of masker
Hyperbare zuurstoftherapie: zuurstoftank
Preparaten voor injectie
->pyrogeenvrij: vrij van ziektekiemen -> wordt gesteriliseerd volgens een bepaald systeem
-> geen vreemde voorwerpen in de vloeistof aanwezig zijn
->isotonische: de celvorm blijft onveranderd
-> PH-waarde: de medicatie moet dezelfde PH-waarde hebben als de PH van het bloed
-> vriesdrogen: geneesmiddel in poedervorm maken, omdat ze niet stabiel zijn in een
vloeistof
,De indeling van geneesmiddelen: naar toedieningsweg
Lokaal (plaatselijk)
direct en indirect (meteen in de bloedbaan en niet rechtstreeks)
reversibel en irreversibel (binding is blijvend of niet blijvend)
competitief en non-competitief (plaats inname van een andere stof of niet)
agonist en antagonist (activatie van een receptor in een cembembraan of verhoogt de
activiteit van een enzym OF geneesmiddel blokkeert een respons)
Farmacokinetiek
Farmacokinetiek = wat doet het lichaam met het geneesmiddel
Het geneesmiddel wordt opgenomen in het bloed -> wordt verdeeld over de bloedvaten -> naar het
metabole en uitscheidende organen
PROCES:
Toediening gebeurd -> concentratie en hoeveelheid geneesmiddel gaat stijgen -> transport naar de
plaats waar nodig, naar de plaats ven depotcompartiment en metabolisme en/of uitscheiding
Farmacokinetische processen
Farmacokinetische processen: processen die geneesmiddelen in het
lichaam ondergaan
->ADME
1. Absorptie: opname
2. Distributie: verdelen in de bloedbaan
3. Metabolisme: stofwisseling (biotransformatie) eliminatie
4. Excretie: uitscheiding eliminatie
, Absorptie
= de opname van de stof in het lichaam
->gebeurd enteraal of parenteraal (maag-darm of andere weg)
Biologische beschikbaarheid = de hoeveelheid van het geneesmiddel die in het organisme wordt
opgenomen en de snelheid waarmee dit gebeurt en onveranderd in de algemene circulatie
terechtkomt
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FienMichiels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.