Sociaal recht is geen duidelijk afgebakend geheel, er is geen sociaal “wetboek” omdat het
sociaal recht heel veranderlijk en politiek gekleurd is. Het is een geheel van afzonderlijke
normen die voortdurend veranderen.
1.1. Arbeidsrecht vs socialezekerheidsrecht
Bij het arbeidsrecht is er sprake van een arbeidsovereenkomst die de verhouding regelt
tussen de werkgever en de werknemer. Individueel of collectief.
Het socialezekerheidsrecht treedt op als vangnet wanneer de arbeidsovereenkomst om een
bepaalde reden niet meer uitgevoerd kan worden (bv. bevalling, ziekte, pensioen). Het is een
geheel van sociale voorzieningen om een vervangingsinkomen te voorzien voor zij die niet
meer kunnen of mogen werken om een behoorlijke levensstanddaard te behouden.
1.2. Bijzonder doel
Sociaal recht heeft een bijzonder doel, namelijk het beschermen van de belangen van
werknemers en sociaal verzekerden, en het bevorderen van hun welzijn.
1.3. Basisbeginsel
De sociale wetgeving vetrekt vanuit het principe dat de werknemer de zwakste partij is in de
verhouding tussen de werkgever en de werknemer (hiërarchische ondergeschikt). Het loon
van de werknemer is afhankelijk van de werkgever en daarom wil de sociale wetgeving de
werknemer beschermen tegen de willekeur en misbruik van de werkgever.
we spreken van bescherminsgwetten voor tijdens de arbeid zoals de loon-
beschermingswet, wet op arbeidsovereenkomsten, etc. (= arbeidsrecht).
De sociale wetgeving biedt ook zekerheid aan de werknemer op een menswaardig leven als
het inkomen wegvalt doordat de werknemer om één of andere reden niet meer kan werken.
we spreken van socialeverzekeringswetten als de arbeid wegvalt zoals de wet op
arbeidsongevallen, gezinsbijslagwetgeving, etc. (= sociale zekerheidsrecht).
,Hoofdstuk 2: bronnen van sociale wetgeving
1. Internationaal
1.1. Internationale rechtsbronnen
Niet zo van belang in deze cursus, maar internationale bronnen komen aan bod wanneer
België bepaalde richtlijnen omzet in nationale wetgeving.
2. Nationaal
2.1. Nationale rechtsbronnen
Sociale grondrechten: bij de grondwetsherziening werden in artikel 23 van de grondwet
voor het eerst sociale grondrechten opgenomen.
Sociale rechtsbronnen: de sociale wetgeving is ook terug te vinden in wetten, decreten,
koninklijke en ministeriële besluiten. Ook de rechtspraak, rechtsleer en het gebruik zijn
bronnen van de scoiale wetgeving.
Het arbeidsrecht kent ook een eigen rechtsvorming door middel van het arbeidsreglement
en de collectieve arbeidsovereenkomsten.
2.1.1. Arbeidsreglement
Arbeidsreglement bevat een schriftelijke uiteenzetting van de arbeidsvoorwaarden die
gelden in de onderneming. Het maakt deel uit van de rechten en plichten van de werkgever
en werknemer (bv. dresscode, mogelijkheid tot roken, etc.)
2.1.2. De collectieve arbeidsovereenkomst
De sociale wetgeving komt vooral tot stand na sociaal overleg tussen de sociale partners, dit
zijn de werknemerorganisaties en de werkgeverorganisaties. Deze organisaties hebben een
bepaalde politieke kleur.
Werknemerorganisaties: dit zijn de vakbonden, belangenverenigingen die opkomen
voor de belangen van de werknemers.
Werkgeverorganisaties: dit zijn verenigingen die opkomen voor de belangen van de
werkgevers. Onderscheid tussen professionele en interprofessionele organisaties.
- Professionele werkgeverorganisaties groeperen zich rond een bepaald beroep of
sector.
- Interprofessionele werkgeverorganisaties groeper zich tussen verschillende
sectoren op Vlaams of Belgisch niveau.
Het zijn twee belangenverenigingen die tegenover elkaar staan, maar gedwongen worden
om samen te werken om een impact te hebben op de werking van het sociaal recht.
,Collectieve arbeidsovereenkomst is een bijzondere overeenkomst waarin afspraken over de
arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd in een akkoord dat gesloten wordt tussen een of
meer werkgevers of werkgeverorganisaties met een of meerdere werknemerorganisaties
gestructureerd per sector of interprofessioneel.
afwijking van 1134 BW: dit artikel bepaald dat slechts de partijen die betrokken zijn bij
de overeenkomst gebonden worden tot de wet. Aan een collectieve arbeidsovereenkomst
kunnen ook andere partijen gebonden zijn die niet betrokken waren bij het sluiten van die
overeenkomst. We hebben te maken met een soort wet die zich strekt tot verschillende
partijen.
De collectieve arbeidsovereenkomst bevat de relatie tussen de werkgever en de werknemer
en de rechten en plichten van de partijen.
Loonvoorwaarden: minimuloon, overloon, maaltijdcheques, eindejaarspremie, etc.
Arbeidsvoorwaarden: rusttijden, refter, restuarant, extra vakantiedagen, etc.
2.1.2.1. Verschillende soorten CAO’s naargelang het niveau
Collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen op verschillende niveau’s gesloten worden.
Ondernemings-CAO: collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van de
onderneming in de ondernemingsraad (OR)
Sectorale-CAO: collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van een bedrijfsector in
de paritaire comités (PC)
Intersectorale CAO: collectieve arbeidsovereenkomst op het nationaal niveau in de
nationale arbeidsraad (NAR)
Collectieve arbeidsovereenkomsten zijn altijd bindend voor werkgever en werknemer die de
afspraken meer ondertekend hebben, maar ook voor de werknemers binnen de betrokken
onderneming, sector of zelfs voor heel het land (= collectief karakter).
collectieve arbeidsovereenkomst kan ook algemeen verbindend zijn voor alle
werkgevers en werknemers in de betrokken sectoren, ook al heeft de eigen werkgever en
werknemer niet meer ondertekend. Hierbij mag de individuele arbeidsovereenkomst ook
niet afwijken van de collectieve arbeidsovereenkomst.
Binnen de sociale bronnen geldt een bepaalde hiërarchie, belangrijk om hier te onthouden is
dat de individuele arbeidsovereenkomst altijd hiërarchisch ondergeschikt is aan de
collectieve arbeidsovereenkomst. Dus een lagere bron kan niet afwijken van een hogere
bron, tenzij deze afwijking in het voordeel is van de werknemer zoals extra rechten oplevert
of verplichtingen vermindert.
De arbeidsovereenkomsten is een bijzondere overeenkomst waarbij de werknemer arbeid
verricht onder het gezag van de werknemer en hiervoor in de plaats loon krijgt. Het is een
wederkerige overeenkomst waarbij beide partijen tegenover elkaar verplichten op zich
nemen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie essentiële elementen, arbeid, loon
en gezag.
1.1. Ondergeschikt verband
Er is een gezagsrelatie tussen de werkgever en de werknemer, de werkgever heeft het recht
om bevelen te geven over de organisatie en de uitvoering van het werk en de werknemer
dient deze instructies op te volgen.
1.2. Wie
De arbeidsovereenkomstenwet is van toepassing op arbeiders, bedienden,
handelsvertegenwoordigers en dienstboden. Het toepassinsgebied is hoodzakelijk de
privésector, maar is uitgebreid tot het personeel van de publieke sector wiens toestand niet
statutair geregeld is, de zogenaamde “contractuelen”.
2. Aangaan van de arbeidsovereenkomst
2.1. Geldigheidsvereisten
Een arbeidsovereenkomst onstaat mondeling of schriftelijk, maar soms is een geschrift
vereist (bv. bij tewerkstellen van studenten). De overeenkomst moet voldoen aan de
geldigheids-voorwaarden die gelden voor het sluiten van contracten.
Bekwaamheid om contracten aan te gaan. In principe is iedereen bekwaam om een
contract te sluiten, tenzij anders bepaald in de wet.
Geldige toestemming van de partijen. De toestemming mag niet aangetast zijn door
wilsgebreken.
Bepaald voorwerp van de overeenkomst, namelijk waartoe verbinden de partijen zich.
Met andere woorden welke arbeid moet verricht worden en welk loon zal de
werkgever verschuldigd zijn.
Geoorloofde oorzaak van de overeenkomst, dit is het doel van de overeenkomst.
Indien de geldigheidvereisten niet zijn voldaan, dan is de arbeidsovereenkomst in principe
nietig. In principe slechts een relatieve nietigheid, die enkel kan worden ingeroepen door de
beschermde partij die hier nadeel van ondervindt. Maar nietigheid kan ook gedekt worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eliensoffers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.66. You're not tied to anything after your purchase.