Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (FSWE2045A)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Wij hebben met zes studenten een oefentoets gemaakt van dit blok. Er zijn 8 problemen met elk 12 vragen. Dat geeft een totaal van 96 oefenvragen. De antwoorden staan onderaan in een antwoordmodel met de mogelijkheid om je (fictieve) cijfer te berekenen om te kijken hoe je ervoor staat.
Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (FSWE2045A)
All documents for this subject (28)
Seller
Follow
gabriella1eur
Content preview
Oefentoets 2.4C: De geschiedenis van opvoeding en onderwijs
Tentamen op 10-02-2023
Pedagogische Wetenschappen BA-2
Gemaakt door: Anna Vurun, Elisa de Lange, Giulia Lampe, Quirien van Loon, Robert van der Kaap en
Gabriella Regoor
Probleem 1
1: Welk van onderstaande ontwikkelingen in de opvoeding zijn niet voortgekomen uit de visie van
Rousseau?
A: Erkenning van het kind als een waardevol persoon
B: Kind moet behandeld worden als deel van de collectieve maatschappij
C: Cultivering van het gevoel en intrinsieke motivatie
D: Ontdekking eigen aard van de kinderlijke leefwereld
2: Wat is geen overeenkomst tussen de visies van Erasmus, Locke en Rousseau?
A: Het bestaan van God speelt dezelfde rol binnen deze visies
B: De focus ligt vooral op jongens
C: Er is een aversie tegen lijfstraffen in onderwijs en opvoeding
D: De visies zijn gericht op de elite van de samenleving
3: Welke stelling is juist?
I: De Verlichting was een reactie op de Romantiek
II: De Reformatie kwam voort uit kritiek op het Humanisme
A: Alleen stelling I is juist
B: Alleen stelling II is juist
C: Beide stellingen zijn juist
D: Beide stellingen zijn onjuist
4: Wat past niet bij het humanisme?
,A: Antropocentrisme
B: De mens wordt geboren met erfzonde
C: Beperkte maakbaarheid van de mens
D: Theocentrisme
5: Welke stelling(en) klopt/kloppen over hoe de opvoedingsvisie van de filantropijnen zich verhoudt
ten opzichte van de opvoedingsvisie van Rousseau?
I. Filantropijnen hebben een even grote afkeer tegen fysiek straffen als Rousseau.
II. Zowel Rousseau als de filantropijnen hebben vertrouwen in de oorspronkelijke menselijke
natuur.
A: Stelling I is juist
B: Stelling II is juist
C: Beide stellingen zijn juist
D: Beide stellingen zijn onjuist
6: Welke stelling(en) klopt/kloppen over de interactie tussen verschillende historische stromingen?
I. Het Humanisme kan gezien worden als een reactie op de verlichting.
II. In het werk Émile ou de l’education komt duidelijk Romantisch gedachtengoed terug.
A: Stelling I is juist
B: Stelling II is juist
C: Beide stellingen zijn juist
D: Beide stellingen zijn onjuist
7: Welke denker heeft de meeste invloed gehad in Nederland?
A: Erasmus
B: Locke
C: Rousseau
D: Geen van bovenstaande
8: Volgens welke denkbeelden werd Otto van Eck opgevoed?
, A: Volgens de denkbeelden van Rationalisme en Humanisme
B: Volgens de denkbeelden van Rousseau, zoals Emile
C: Volgens de denkbeelden van Filantropijnen
D: Volgens dezelfde opvoeding die Richard Edgeworth gaf aan zijn kind
9: Welk kritiek was er op Rousseau?
A. Zijn ideeën zijn vooral gericht op vrouwen van de elite
B. Het opvoeden van kinderen uit de arbeidersklasse is nutteloos
C. Hij legt geen nadruk op welgemanierdheid
D. Hij pleit voor negatieve opvoeding
10: Wat waren de opvoedingsdoelen volgens Locke?
A. Het worden van een gentleman: Redelijk, zedelijk, energiek, pragmatisch en stijlvol
B. Deugd, welgemanierdheid en kennis
C. Zelfbestuur, wijsheid en leren
D. Deugd, wijsheid, welgemanierdheid en leren
11: Welke stroming wordt hier omschreven?
Een filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis voorkomt uit ervaring
A. Empirisme
B. Rationalisme
C. Renaissance
D. Romantiek
12: Waar is Erasmus het niet mee eens?
A. Leren komt door imitatie
B. Hoe later kinderen leren hoe beter
C. Geen lijfstraffen
D. Rijken moeten de armen ondersteunen
Probleem 2
1: Wat is geen misvatting over de pre-industriële tijd?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gabriella1eur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.73. You're not tied to anything after your purchase.
