1A
Moordaanslag Wiersum - 18 september 2019 - advocaat kroongetuige
Strafrecht anno nu: grenzeloze criminaliteit
Strafrecht anno nu: Modernisering Strafvordering
Strafrecht anno nu: nieuwe strafbaarstellingen Art. 429ter Sr (seksuele intimidatie) Hij die in het
openbaar een ander indringend seksueel benadert door middel van opmerkingen, gebaren, geluiden
of aanrakingen op een wijze die vreesaanjagend, vernederend, kwetsend of onterend is te achten,
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.
Essentie van het strafrecht: berechting van een strafbaar feit en de daarvan verdachte persoon door
de strafrechter.
Mr Big methode is dat politie mensen undercover gaan en zo een nep web spannen om die
undercover. Schijnwereld creëren, je mag bij ons aansluiten maar je moet vertellen wat je in het
verleden hebt gedaan. Om zo bekentenis te krijgen.
Essentie van het strafrecht:
- Materieel strafrecht: hierin staan allerlei strafbaarinstellingen. De burger wordt geacht dat
hij of zij kent welke strafbaarinstellingen er zijn --> legaliteitsbeginsel. Welke straf, hoe men
zich
- Formeel strafrecht: als een strafbaar feit wordt geconstrateerd -> vindt er een proces plaats.
Bij de rechtbank dus/politiebureau. Het hele proces dat plaatsvindt wanneer men de straf
(het materieel recht) heeft geschonden.
- Sanctie- en Penitentiair recht (sanctie: welke straf moet er komen) (Penitentiaire: wanneer
mensen in detentie zitten)
Legaliteitsbeginsel: art. 1 Sr en art. 1 Sv
De overheid mag alleen handelen op basis van de wet Dat garandeert:
1. De democratisch gekozen wetgever heeft zich uitgesproken
2. Het recht is inzichtelijk en voorspelbaar voor burgers, omdat wettelijke regelingen worden
opgeschreven en bekend gemaakt
Art. 1 Sr: geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling
Art. 1 Sv: strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien
Art. 1 Sv: - rechtszekerheid - bescherming tegen willekeur
Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel: art. 1 Sr
1. Wettelijke basis
2. Verbod van terugwerkende kracht
3. Gebod van toegankelijke en vooral scherpe normen
4. Grenzen aan de interpretatievrijheid van de rechter
, Gedraging = tenlastelegging = rechter = beoordelen of een gedraging valt onder een
delictsomschrijving die in tenlastelegging staat = interpretatievrijheid
Grammaticale interpretatie
Wetshistorische interpretatie
Wetssystematische interpretatie
Teleologische interpretatie
1B
Strafrecht en strafdoelen: waarom straffen we?
Straffen = het (dreigen met) toebrengen van als zodanig beoogd leed
Wie zijn ‘we’? Waar haalt de overheid het recht vandaan om burgers te straffen (strafgrond)? Wat
wil de overheid met de straffen bereiken (strafdoel)?
Waarom? → Grondslagen = ‘Moeilijkst te rechtvaardigen onderdeel van het recht’ (p. 20 reader)
- Van der Hoeven
- Polak
→ Voer voor filosofen: “Het opmerkelijke was dat de strafrechtjuristen juist het strafrecht zo
krampachtig probeerden te funderen en de filosofische en wereldbeschouwelijke ondergrond ervoor
trachtten te vinden” (p. 20, reader).
Staat is verantwoordelijk voor handhaving
Staat belast zich met opsporing en vervolging van (potentiële) overtredingen
Rechter (straftoemeting), Wetgever (strafbaarstelling)
Absolute theorieën (1):
Immanuel Kant (1724-1804)
Moraalfilosofie: plichtethiek (deontologie)
Mensbeeld:
- Dualistisch: mens heeft een lichaam én een ratio (!)
- Zuivere reden van IEDER mens = bron sociaal contract
Categorisch imperatief (twee smaken):
- Behandel een mens nooit als middel maar als doel
- Handel volgens die regel waarvan je zou willen dat deze universeel wordt
Straf = categorische imperatief = uitdrukking van rechtvaardigheid
De straf vindt haar rechtvaardiging in de strafgrond: de vergelding van het gepleegde onrecht ≠
nut/voordeel (gevolg) straf
Soort en hoogte straf wordt (enkel) bepaald door het misdrijf (oog om oog, tand om tand) in het
verleden ≠ psychologische toestand dader/slachtoffer/effectiviteit etc.
Nadruk op proportionaliteit
In de absolute theorieën zijn strafgrond en strafdoel dus niet te scheiden.
Relatieve theorieën (1):
, Jeremy Bentham (1748-1832)
‘An introduction to the Principles of Morals and Legislation & Cesare Beccaria (1738-1794) Dei delitti
e delle pene’
Moraalfilosofie: utilitarisme (consequentialisme)
o Die handeling is moreel goed die het maximale nut voor het maximale aantal mensen
bewerkstelligt
Mensbeeld: mens streeft plezier na en vermijdt pijn (eigenbelang) = basis voor sociaal contract
Het gaat dus niet om de vergelding van begaan onrecht maar om de bestrijding van toekomstig
gevaar en bescherming van de maatschappij
De rechtvaardiging van de straf is alleen te vinden in het doel (in toekomst) = Straffen om te
voorkomen dat er opnieuw strafbare feiten worden begaan, in twee smaken:
o Generale preventie = rechtvaardigt de straf omdat de (dreiging met) straf afschrikt en op die
wijze strafbare feiten voorkomt
o Speciale preventie = acht de straf gerechtvaardigd als deze erop is gericht te voorkomen dat
de in concreto gestrafte burger opnieuw strafbare feiten begaat.
Kritiek: ▪ Proportionaliteit? ▪ Te toekomstgericht? ▪ Wetenschappelijk bewijs? ▪ Mens als middel ▪
Ongelijkheid
Verenigingstheorie:
Combinatie van absolute en relatieve grondslagen voor straffen
Pellegrino Rossi (1787-1848) Traite de droit Pénal 1826
Rechtvaardiging straf = vergelding
Doel straf = maatschappelijke orde Sanctie → veel vrijheid voor rechter
Effecten straf generale preventie morele genoegdoening veiligheidsgevoel
Straftheorie door de Nederlandse geschiedenis:
Klassieke richting, Moderne richting, Vanaf de jaren 80, 2022
Klassieke richting:
In voetsporen van Beccaria: Tegen wrede, inhumane en willekeurige strafrechtstoepassing.
Goede en duidelijke wetgeving, die een maximaal welzijn voor een maximaal aantal mensen zou
realiseren, stond centraal in zijn visie
Rationele beginselen als grondslag voor straffen:
- Gelijkheidsbeginsel
- Legaliteitsbeginsel
- Subsidiariteit
- Proportionaliteit
Deze denkrichting is bepalend geweest voor de strafrechtshervorming en codificatie van het
strafrecht. → Wetboek van 1886
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veertibben. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.