Week 1 — Bevoegdheidsverkrijging en –spreiding; bestuurlijke
beslissingsruimte en –vrijheid
(Verkrijging en spreiding van) bestuursbevoegdheid
Iedere bestuursbevoegdheid moet op een wettelijke grondslag teruggevoerd kunnen worden.
Manieren van bevoegdheidsverkrijging:
• Attributie (art. 10:22 e.v.): een bevoegdheid wordt gecreëerd en toegekend aan een
overheidsorgaan → geschiedt bij wettelijk voorschrift
• Deconcentratie: bevoegdheid wordt toegekend aan organen die lager in de bestuurlijke
piramide staan
• Mandaat (art. 10:1 e.v. Awb): een bevoegdheid (het nemen van besluiten) wordt namens een
overheidsorgaan uitgeoefend door een ander → zie schakelbepaling art. 10:12 Awb
• Herstel van gebreken rond geven van mandaat → zie nr. 30 H3
• Mandaat kan in beginsel verleend worden → uitzonderingen hierop staan in art. 10:3 Awb
• onder “aard” verstaan:
• het geval waarin de bevoegdheid te zwaar is voor gemandateerde (e.g. zwaarwegende
belangen of te weinig kennis)
• Delegatie (art. 10:13 e.v. Awb): een bevoegdheid wordt door het ene orgaan aan het andere
overgedragen
1. Er moet een wettelijke grondslag (“wettelijk voorschrift”) zijn voor delegatie (e.g. 165
Gemeentewet) → “kunnen worden overgedragen”
2. Er moet ook delegatiebesluit genomen worden
3. ‘Delegerend’ orgaan moet de bevoegdheid al hebben
• Krachtens ongeschreven grondslag
Bestuurlijke beslissingsruimte
• normadressaat/normsubject: het bestuursorgaan tot wie de bevoegdsheidsnorm zich richt
• normconditie: de omstandigheden waaronder de bevoegdheid geldt of toepasbaar is
• de wet uitleggen
• feiten vaststellen
• feiten kwalificeren
• normobject: de bevoegdheid die wordt toegekend; d.w.z. het juridisch vermogen tot handelen
• normoperator: een vorm van behoren, d.w.z. mag, mag niet, of moet)
Beoordelingsruimte en beleidsvrijheid → bepaald hoe de rechter toetst:
I. Beoordelingsruimte → toepassing vage normen/normcondities (feitenkwalificatie) (of een
bestuursorgaan beoordelingsruimte bezit wordt bepaald door formulering van de normconditie)
A. beoordelingsvrijheid → marginale toetsing/vrijheid bestuur (bestuursorgaan geeft
kwalificatie (beoordeling) van de feiten)
a) expliciet → “naar het oordeel van”
b) impliciet → subjectieve term in normconditie (e.g. “ontsierend”):
(1) moet duiden op politieke/bestuurlijke beslissing (e.g. “openbare orde”)
(2) of er moet sprake zijn van een expertise-kwestie (het bestuursorgaan moet
speciale kennis hebben)
B. objectieve beoordelingsruimte → volle toetsing/geen vrijheid bestuur (normconditie moet
worden ingevuld door rechter) (e.g. of subsidieplafond bereikt is)
II. Beleidsvrijheid (“kan / is bevoegd” → belangenafweging) → marginale toetsing/vrijheid bestuur
(of een bestuursorgaan beleidsvrijheid bezit wordt bepaald door de normoperator)
1 of 11
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MHCB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.